Soorten drugs
De populariteit van verschillende drugs wisselt van tijd tot tijd. Vijfentwintig jaar geleden waren het vooral de psychedelica zoals LSD, nu zijn het cocaïne en heroïne. Marihuana blijft echter het meest algemeen gebruikte verslavende middel.
Cocaïne.
Cocaïne wordt wel eens met champagne vergeleken, omdat het een dure drug is die eigenlijk alleen rijken zich kunnen veroorloven. Cocaïne is echter een veel gebruikt verslavend middel dat het alert zijn verhoogt en een euforisch gevoel geeft. Vandaar ook het diepe psychologische verslavingseffect. Cocaïne verwijdt de pupillen en verhoogt de hartfrequentie en de frequentie van de ademhaling. Tevens verhoogt cocaïne de lichaamstemperatuur iets. Dit zijn effecten die maar kort duren: vijftien tot twintig minuten na het snuiven van cocaïne bereiken deze gevolgen een hoogtepunt en na een uurtje zijn ze weer verdwenen. Ongewenste gevolgen van chronisch gebruik zijn grote rusteloosheid, angst en slapeloosheid.
Een ander probleem is een verstopte of lopende neus. Op de lange termijn kunnen er wonden in het neusslijmvlies ontstaan en zelfs een perforatie (gat) in het neustussenschot. Bovendien kunnen chronische gebruikers paranoïde hallucinaties krijgen of cocaïnepsychose, die zowel de sensaties van tast-, gezichts- en smaak- of reukzin betreft.
Roken van cocaïne geeft een sneller en intenser ’high’ gevoel. In deze vorm kan het middel verwarring, spraakproblemen en angst veroorzaken. Crack heeft in principe hetzelfde effect als cocaïne die gerookt wordt. Beide drugs worden gerookt en zijn zeer verslavend. De onmiddellijke risico’s voor de gezondheid zijn toegenomen hartfrequentie en verhoogde bloeddruk. Op langere termijn bestaat een bijkomend risico van longemfyseem en een hartaanval. Cocaïne kan ook kramp in de kransslagader – een plotselinge vernauwing van hartaders – veroorzaken. Zo’n kramp kan een bloedprop vormen, ook in gezonde aders, wat de bloedstroom naar het hart volledig kan afsluiten. Een hartaanval, ernstige hartritmestoornissen of een plotselinge dood kunnen het gevolg zijn. Het inspuiten van cocaïne brengt natuurlijk ook nog de besmettingsrisico’s van AIDS en andere ziekten met zich mee die verspreid kunnen worden door naalden met andere druggebruikers te delen.
Hallucinogenen.
Vooral in de jaren zestig en zeventig waren hallucinogenen (bijvoorbeeld Lyserginezuur diethylamide ofwel LSD) erg populair. Hallucinogenen veroorzaken levendige veranderingen in het gevoel, de waarneming, het tijdsbeleven en het lichaamsschema. Sommige mensen die met LSD geëxperimenteerd hebben, zeggen dat ze kleuren konden ’horen’ en geluiden konden ’zien’.
LSD kan zeer ernstige gevolgen hebben, zoals een ’bad trip’, waarbij iemand bijvoorbeeld heel bang wordt om verlaten te worden, gek te worden of te sterven. De grenzen kunnen soms zo vervaagd zijn dat iemand verongelukt omdat hij denkt te kunnen vliegen of over het water te kunnen lopen. Het veranderde bewustzijn houdt zo’n acht uur aan, soms langer. In de dagen of weken erna kunnen ’flash backs’ optreden zonder dat LSD opnieuw gebruikt is.
LSD en andere psychedelica zoals mescaline verhogen de hartslag en de bloeddruk; ze verwijden de pupillen en veroorzaken vermindering van eetlust, slapeloosheid en tremoren. Dood door een overdosis is mogelijk. Het is niet bekend of alle gevolgen verdwijnen wanneer het gebruik wordt gestopt. Langdurig gebruik kan geheugenstoornissen, verminderd bewustzijn en een verminderd denkvermogen veroorzaken.
Phencyclidine (PCP).
Dit wordt ook wel ’angel dust’ genoemd en werd vroeger soms door veeartsen gebruikt als verdovend middel.
In kleine hoeveelheden veroorzaakt het bij mensen een ontremming en een algemene euforie. Andere lichamelijke gevolgen zijn toename van de hartfrequentie, verhoogde bloeddruk, transpireren, blozen van de huid en een verhoogde lichaamstemperatuur. Het kan ook een onvaste gang en een dood gevoel in de spieren geven. Het gevaar van dit middel is zijn onvoorspelbaarheid van effecten. Een verhoogde dosis kan al snel destructief en gewelddadig gedrag veroorzaken. Gebruikers kunnen soms de controle over zichzelf verliezen. Andere symptomen zijn starheid, concentratieverlies, stoornissen in het zien, gestoorde spraak, stuipen en delirium, angst voor isolatie en achterdocht. PCP kan ook tot een hart-en longfalen leiden of een beroerte. Voorts kan het een toxische psychose veroorzaken die op schizofrenie lijkt.
Inhalantia.
Sommigen inhaleren stoffen als amylnitriet. Dit is een vaatverwijder die bloedvatspiertjes ontspant, waardoor de vaatjes verwijden en de bloeddruk lager wordt. Amylnitriet wordt gewoonlijk voorgeschreven bij angina pectoris. Mensen inhaleren amylnitriet, of ’poppers’ zoals het soms wordt genoemd, om het intense en directe ’high’ gevoel dat het veroorzaakt en omdat het een orgasme intensiveert. De uitwerking is maar heel kort; het is een kwestie van enkele minuten.
Amylnitriet is niet lichamelijk verslavend, maar kent bijwerkingen. Hoofdpijn, duizeligheid, versnelde polsslag, een geïrriteerde neus en hoesten zijn bijverschijnselen. Hoofdpijn kan aanhouden tot na het gebruik.
Mensen inhaleren nog veel andere stoffen die een ’high’ gevoel kunnen geven, waarvan sommige vrij verkrijgbaar zijn. Een groep vluchtige oplosmiddelen bevat butyl- of isobutylnitriet. Butylnitriet zou ook de seksuele ervaring versterken. Andere inhalantia zijn trichloorofluormethaan, gehalogeneerde koolwaterstoffen zoals trichloorethyleen, ethyl-, amyl- en butylacetaat en aromatische koolwaterstoffen zoals benzeen.
De lichamelijke risico’s die het inhaleren van deze stoffen veroorzaakt, variëren van hartritmestoornissen (bijvoorbeeld bij trichlorofluormethaan en trichloorethyleen) tot vermindering van lever- en nierfunctie door aromatische koolwaterstoffen en ethylacetaat en hersenbeschadiging (door trichloorethyleen; ’tri’).
Opiaten.
Heroïne, methadon, morfine en opium worden opiaten genoemd, omdat ze afgeleiden zijn van opium. Ze worden gebruikt bij ernstige pijn. Als opiaten in kleine doses gedurende korte tijd gebruikt worden, zijn ze niet verslavend, maar in grote doses gedurende langere tijd zijn deze stoffen in hoge mate verslavend. Bijverschijnselen zijn onderdrukte ademhaling en trage bloedsomloop (vooral bij hoge doses), duizeligheid, misselijkheid, transpireren, ongecoördineerde bewegingen, algehele zwakte en euforie. Gebruik van opiaten vermindert ook de seksuele verlangens.
Als een drug ingespoten wordt met een naald die besmet is doordat deze met anderen is gedeeld, kan de gebruiker ziekten krijgen zoals AIDS, hepatitis, bloedvergiftiging, longstuwing en longontsteking. Als opiaten in combinatie met andere sedativa gebruikt worden, kan de dood optreden.
Geneesmiddelen en zwangerschap.
Veel middelen passeren de placenta en komen bij de vrucht terecht of in de moedermelk. De eerste drie maanden van de zwangerschap is de vrucht het gevoeligst voor geneesmiddelen in het lichaam van de moeder. Houd uw huisarts goed op de hoogte van de medicijnen die u gebruikt. Sommige verslavende middelen kunnen problemen geven wat betreft het voortplantingsstelsel. Marihuana veroorzaakt bijvoorbeeld onregelmatige menstruaties en kan zowel bij mannen als vrouwen tijdelijk de vruchtbaarheid verminderen. Ook kan marihuana een te laag geboortegewicht en vroeggeboorte veroorzaken.
Andere stoffen die vooral tijdens de zwangerschap vermeden moeten worden, zijn tranquillizers en amfetaminen, die aangeboren afwijkingen kunnen geven, en barbituraten, opiaten en cocaïne omdat deze middelen bij baby’s verslaving kunnen veroorzaken.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.