Cocaïne

Cocaïne en crack
Cocaïne is een alkaloïde drug die gewonnen wordt uit de bladeren van de coca-plant. Het stimuleert het centrale zenuwstelsel zodat er een gevoel van euforie ontstaat. Crack is een krachtige drug. Het is een soort cocaïne die goedkoop en overal verkrijgbaar is. Het wordt verhandeld in kleine brokjes die op zeep lijken. Crack wordt vaak aangeduid als ‘rock’, ‘freebase’ of ‘white tornado’. In deze tekst zullen alle cocaïnevormen aangeduid worden met de term cocaïne.

Tachyphylaxis of gewenning aan de effecten van cocaïne treden vaak op. Dit veroorzaakt onder vele gebruikers de neiging om de doses te verhogen. Cocaïne wordt gesnoven, geïnjecteerd of gerookt. Het wordt vaak vermengd met andere, goedkopere, stoffen. Crack wordt gemaakt door cocaïne te koken met bakpoeder. Het wordt meestal in een waterpijp gerookt. Crack is de meest verslavende vorm van cocaïne.

Cocaïne werd in 1844 voor het eerst in pure vorm geïsoleerd. Aanvankelijk werd er weinig aandacht aan besteed. Een Duitse legerarts, Theodor Aschenbrandt, kreeg een hoeveelheid cocaïne in zijn bezit en deelde het uit onder Beierse soldaten die hun herfstoefeningen hielden. Hij rapporteerde een verhoging in het vermogen van de soldaten om vermoeidheid te weerstaan.

Een gretig lezer van dr. Aschenbrandts verslagen was een arme, 28-jarige Weense neuroloog, dr. Sigmund Freud. Een aantal bevindingen van Freud inzake cocaïne als psycho-actieve drug werden bevestigd door latere onderzoeken. Verder onderzoek bracht aan het licht dat herhaald gebruik van grote doses cocaïne een typische paranoïde psychose veroorzaakt bij bijna alle gebruikers en dat de neiging om te veel cocaïne te gebruiken of te misbruiken veel voorkomt. Het waanbeeld dat mieren, insecten of slangen over of onder de huid rondkruipen is een typisch kenmerk van deze psychose.

In 1890 was de verslavende en psychose-oproepende werking van cocaïne algemeen bekend. Cocaïne werd vaak gebruikt als plaatselijke verdoving. In Amerika werd cocaïne gebruikt in coca-cola, tonicums en andere gepatenteerde geneesmiddelen. In 1914 werd het gebruik van cocaïne in Amerika verboden. Cocaïne leidt tot vermindering van het opzetten van slijmvliezen en het verwijden van de luchtwegen. Hierdoor ontstond het snuiven van cocaïne, dat tot op de dag van vandaag gedaan wordt. Cocaïne is een stimulant dat het zenuwgestel, de hartslag en ademhaling doet versnellen.

Cocaïneverslaving verschilt op ten minste twee punten van andere verslavingen. Zelfs na het langdurig gebruik van grote hoeveelheden cocaïne zal een gebruiker die stopt nauwelijks last hebben van afkickverschijnselen als een alcoholische delirium tremens of afkickverschijnselen die bij het stoppen van het gebruik van opium ptreden. De fysieke afkickverschijnselen zijn minimaal. De afkickverschijnselen lijken zich te beperken tot depressies, die alleen opgeheven kunnen worden door het gebruik van cocaïne. De neiging weer cocaïne te gaan gebruiken is zeer groot. Overdoses kunnen leiden tot stuiptrekkingen en zelfs tot de dood.

Bovendien kan cocaïneverslaving leiden tot ernstige psychoses tijdens het gebruik. Dit in tegenstelling tot het ontstaan van afkickverschijnselen, die meestal uren of dagen na het stoppen optreden. Grote doses pure cocaïne leveren duidelijke gevoelens van spanning en grote agitatie op. Cocaïnegebruikers hebben ontdekt dat deze gevoelens onderdrukt kunnen worden door de cocaïne te mengen met morfine of heroïne. Morfine- en heroïnegebruikers ontdekten dat het mengsel het effect van hun eigen drug vergrootte. Dit mengsel staat bekend onder de namen ‘speed’ of ‘crack’.


Relevante artikelen

Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.



Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

MEDISCH VOORBEHOUD

De informatie op Menselijk Lichaam is géén medisch advies. Neem bij twijfel over gezondheid, behandeling of medicijnen altijd contact op met een arts, specialist of apotheker.

Meer informatie

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Met het laatste nieuws en gezonde tips