Leverziekte

Leverziekte zijn wijdverbreid. Het bekendste symptoom van een leverziekte is geelzucht (icterus), die evenwel soms ook secundair door een ziekte van het hart, de galblaas of de pancreas veroorzaakt kan worden. Een leverziekte kan zich al ver ontwikkeld hebben, voordat men er last van krijgt. Tot de leverziekten behoren onder andere levercirrose, leveratrofie (schrompeling), hepatitis (leverontsteking, veroorzaakt door verschillende micro-organismen , wormen of virussen), de vettige degeneratie van de lever en de stuwingslever. De lever is een groot orgaan die door gewelddadige aanraking van de buikholte verwond kan raken.

Bepaalde geneesmiddelen beschadigen de lever eveneens, vooral chloroform, arseen en fosforverbindingen. Er zijn nog een hoop andere stoffen, die geïnhaleerd of ingenomen de lever beschadigen. Bij levercirrose gaan de levercellen kapot en worden door hard, littekenachtig bindweefsel vervangen. De oorzaken voor het ontstaan van een levercirrose zijn niet geheel en al opgehelderd. Infecties, gifstoffen (toxine) en voedselgebrek spelen hierbij mogelijk een rol. Alcoholmisbruik is de meest voorkomende oorzaak. Een hepatitis (leverontsteking) is meestal het gevolg van een infectie, en wel óf in het kader van een algemene infectie óf door een infectie die betrekking heeft op de lever alleen. De meest voorkomende complicatie van tropenziekten (malaria, gele koorts en dysenterie) is hepatitis, waarbij zelfs abcesvorming mogelijk is. Virushepatitis is een virusinfectie van de lever.

Onderscheiden worden hepatitis A, B, C, D en E. De laatste drie werden tot voor kort niet afzonderlijk onderscheiden en werden samengevoegd onder het begrip hepatitis non-A, non-B. Hepatitis A wordt ook wel epidemische hepatitis genoemd, de incubatietijd bedraagt 2 tot 6 weken. De ziekteverwekker (het hepatitis A-virus) wordt via verontreinigd voedsel of water overgedragen; een zorgvuldige hygiëne, waaronder handen wassen, is dan ook belangrijk om besmetting te voorkomen. Geelzucht is het karakteristieke symptoom. Daaraan vooraf gaan meestal een algehele moeheid, misselijkheid, braken en gebrek aan eetlust.

Vaak is de lever vergroot en pijnlijk. In het algemeen zal een volledig herstel plaatsvinden, meestal na een week of zes, soms na enkele maanden. Bij reizen naar landen waar hepatitis A veel voorkomt kan ter preventie een injectie met gammaglobuline gegeven worden (bescherming gedurende enkele maanden) of een vaccinatie (bescherming gedurende vele jaren). Identiek qua symptomen is hepatitis B, ook wel serumhepatitis (transfusiehepatitis) genoemd. Deze wordt in het algemeen veroorzaakt door bloedcontact of seksueel contact met iemand die drager is van het virus (het hepatitis B-virus komt voor in bloed, sperma, vaginaal vocht en soms in speeksel). Overdracht van het virus kan ook plaatsvinden door niet-steriele naalden (drugsgebruikers, acupunctuur, het aanbrengen van tatoeages, prikongevallen bij personeel in de gezondheidszorg). De incubatietijd bedraagt 4 tot 25 weken.

Meestal vindt een volledig herstel plaats, bij 5-10% van de patiënen ontwikkelt zich echter een chronische hepatitis, met als mogelijke complicatie het ontwikkelen van levercirrose en leverkanker. Bij 1% van de patiënten vindt een dusdanige beschadiging van de lever plaats dat men hieraan overlijdt. Bij velen geneest hepatitis B ogenschijnlijk volledig, echter zij blijven wel drager van het virus en blijven aldus besmettelijk voor anderen. Een vaccinatie tegen hepatitis B is mogelijk; deze wordt toegepast bij risicogroepen, zoals personeel in de gezondheidszorg, seksuele partners van dragers en pasgeborenen van moeders die besmet zijn. Hepatitis C is een vrij ernstige leverontsteking. In de meeste gevallen ontstaat een chronische vorm van deze ontsteking. De ziekteverschijnselen zijn vergelijkbaar met die van hepatitis B.

 

De overdracht van het hepatitis C-virus vindt hoofdzakelijk plaats via bloedcontact. Ook bij hepatitis C kunnen levercirrose en leverkanker ontstaan. Een behandeling kan ingesteld worden met alfa-interferon, een stof die het lichaam op natuurlijke wijze aanmaakt ingeval van een virusinfectie. Deze vorm van behandeling kan ook, met wisselend succes, toegepast worden bij hepatitis B. Hepatitis D wordt veroorzaakt door het hepatitis D-virus, ook wel Delta-virus genoemd. Hepatitis D komt uitsluitend voor in combinatie met hepatitis B omdat het hepatitis D-virus voor zijn ontwikkeling afhankelijk is van het hepatitis B-virus. De overdracht van het virus is eender als bij het hepatitis B-virus. De symptomen en complicaties zijn vergelijkbaar met die welke voorkomen bij hepatitis B; de chronische vorm gaat echter in de regel met een ernstiger ziektebeeld gepaard. Hepatitis E wordt veroorzaakt door het hepatitis E-virus. De symptomen en overdracht van het virus zijn vergelijkbaar met die bij hepatitis A.

Een stuwingslever ontstaat ten gevolge van een nauwe verbinding van de bloedcirculatie in de lever met die van het rechtergedeelte van het hart en de longen. Wanneer de toevoer van het bloed in het rechtergedeelte van het hart belemmerd wordt, zal het bloed in de lever stuwen. De lever zwelt hierbij, maag- en darmklachten kunnen ontstaan, eventueel zal zich vocht ophopen in de buikholte (ascites). De behandeling van deze vorm van leverziekte is voornamelijk gericht op de genezing van de hart- en/of de longziekte die de oorzaak vormt van de leverstuwing. Bij leververvetting wordt in de levercellen vet gestapeld. Dit kan een aanwijzing zijn voor een chronische vergiftiging (bijvoorbeeld met fosfor, chloroform, tetrachloorkoolstof), overvoeding bij weinig lichaamsbeweging, chronisch alcoholmisbruik of vele andere factoren. Leververvetting kan leiden tot niet-karakteristieke klachten in de rechterbovenbuik en een vergroting van de lever; pijn en geelzucht zijn hierbij niet gebruikelijk.
In de lever kunnen diverse soorten goedaardige en kwaadaardige tumoren ontstaan (zie kanker en tumor). De lever is tevens een orgaan waar metastasen kunnen voorkomen, onder andere afkomstig van kwaadaardige tumoren in het maagdarmstelsel.

Er zijn directe en indirecte onderzoeksmethoden van de lever. Directe zijn: de palpatie van de lever door de buikwand, het bekijken van de lever via de laparoscoop, zie laparoscopie, of via echografie en microscopisch onderzoek van een door punctie weggenomen stukje van de lever. Het aantal indirecte onderzoeksmethoden is heel wat groter, en wel omdat ze alle min of meer op het testen van afzonderlijke functies van de lever afgestemd zijn. Omdat de lever een groot aantal verschillende en gecompliceerde taken vervult, moet het aantal verschillende testmethoden daarmee in overeenstemming zijn.


Relevante artikelen

Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.



Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

MEDISCH VOORBEHOUD

De informatie op Menselijk Lichaam is géén medisch advies. Neem bij twijfel over gezondheid, behandeling of medicijnen altijd contact op met een arts, specialist of apotheker.

Meer informatie

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Met het laatste nieuws en gezonde tips