Bloedcirculatie
Bloed is het belangrijkste transportmiddel van het lichaam. Om alle delen of cellen van het lichaam te kunnen verzorgen, heeft het een eigen efficiënte transportbaan nodig: de bloedsomloop met zijn duizenden kilometers lange bloedvatbanen. De bloedsomloop slaagt erin dit te doen met behulp van het hart. Het hart is een zuig-pers-pomp. Aan de ene kant perst het hart het bloed in de grote slagaders, aan de andere kant, zuigt het hart het bloed uit de grote aders in de boezems. Arteriën of slagaders zijn de bloedvaten, die het bloed van het hart wegvoeren.
Om de organen te kunnen voorzien van wat ze nodig hebben, vertakken ze zich in hun verloop.
De Bloedcirculatie:
Arteriën hebben een dikke wand, die bestaat uit elastisch bindweefsel. Ze nemen de hoge begindruk, die van het hart uitgaat, op en veranderen die zo, dat in de kleinere arteriën en capillairen een gelijkmatig vloeiende bloedstroom heerst. Het zenuwstelsel controleert de spiercellen in de slagaderwand. Wanneer ze zich samentrekken wordt de doorsnede van de slagaders kleiner en stroomt er minder bloed door. Daardoor wordt de bloedvoorziening van alle delen van het lichaam veiliggesteld, bijvoorbeeld warmteopslag en aanvoer bij kou, verhoogde bloedtoevoer bij inspanning etc. De slagaders splitsen zich op in arteriolen en vertakken zich verder tot capillairen. Deze kleinste bloedvaten bevinden zich overal in het weefsel. Hierin vindt de uitwisseling met de cellen plaats.
Voedingsstoffen worden aangevoerd, stofwisselingsproducten afgevoerd. Deze uitwisseling van stoffen gaat via de zeer dunne capillairwanden, die voor de meeste stoffen geen hindernis vormen. Na de capillairen worden de bloedbanen weer groter en gaan in de venolen over, die zich eerst tot kleinere, dan tot grote aders verenigen. De grote aders voeren het bloed weer naar het hart. Het verschil tussen aders en slagaders ligt aan de ene kant in de dikte van de wand. De wanden van de aders zijn dunner. Aan de andera kant zit het verschil in de bloeddruk. Die is in de aders wezenlijk lager, hoewel het volume van het bloed aanzienlijk groter is dan dat van de slagaders.
De kleur van het bloed heeft zich intussen veranderd van felrood (zuurstofrijk) tot donkerblauwrood (zuurstofarm, verrijkt met weefsel en koolstofdioxide) en het bloed stroomt langzamer.
Op basis van de opdeling van het hart in een “rechter” en een “linker hart” onderscheiden we twee circulaties, de kleine of longcirculatie en de grote of lichaamscirculatie. De grote en de kleine circulatie zijn in de vorm van een 8 achterelkaar geschakeld.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.