Voeding voor uw baby
Het doel van het voeden van een pasgeborene is hem in het juiste tempo te laten groeien en tekorten waardoor de gezondheid gevaar loopt te vermijden.
Een pasgeboren baby heeft, anders dan een wat ouder kind, geen gevarieerd menu. Als een baby borstvoeding krijgt, dan wordt hij alleen met moedermelk gevoed. Als hij flesvoeding heeft, dan krijgt hij kant en klare zuigelingenvoeding, die meestal bestaat uit speciaal bewerkte koemelk, verrijkt met vitaminen en mineralen en aangemaakt met water. Flesvoeding benadert zoveel mogelijk de natuurlijke samenstelling van moedermelk.
Waarvoor u ook kiest, borstvoeding of flesvoeding en water (als uw baby tenminste water wil drinken), is alles wat een gezonde pasgeboren baby nodig heeft om te groeien.
Het basismenu voor een pasgeborene bevat de volgende bestanddelen, waarbij het niet uitmaakt of hij borstvoeding krijgt of flesvoeding.
Water is absoluut noodzakelijk voor het menselijk leven. Een pasgeborene bestaat voor 70 tot 75 procent van zijn lichaamsgewicht uit water, bij een volwassene is dat 60 tot 65 procent. Om gezond te blijven moet een zuigeling in verhouding meer water opnemen per eenheid lichaamsgewicht dan een volwassene.
De dagelijkse hoeveelheid water die een zuigeling nodig heeft ligt tussen de 10 en 15 procent van zijn lichaamsgewicht, terwijl de behoefte van een volwassene tussen de 2 en 4 procent ligt.
Gelukkig is het aandeel van water zowel bij borstvoeding als bij flesvoeding erg hoog. Sommige baby’s willen ook graag tussen twee voedingen in nog een flesje water drinken, hoewel dat meestal niet echt nodig is tenzij het kind koorts of diarree heeft of de omgevingstemperatuur erg hoog is. Als een zuigeling goed zijn voedingen opdrinkt, wordt in de behoefte aan water in voldoende mate voorzien.
Een calorie is de eenheid van energie van voeding. Alles wat we eten en veel van wat we drinken bevat calorieën. De verdeling van calorieën is zowel bij borstvoeding als bij flesvoeding gelijk: tussen 8 en 10 procent van de calorieën is afkomstig van de eiwitten, 40 tot 47 procent van de koolhydraten en 45 tot 50 procent van vetten.
Eiwitten zijn nodig voor de groei en voor het herstel van cellen. De meeste grote organen in ons lichaam bestaan hoofdzakelijk uit eiwitten. Als het lichaam niet voldoende eiwit opneemt met de voeding, gaat het voorzien van de hersenen van eiwitten en het maken van enzymen ten koste van de spieren. Als een zuigeling, of wie dan ook, gedurende een bepaalde periode geen eiwit krijgt dan wordt hij heel traag, krijgt hij een opgezette buik en oedeem. Uiteindelijk gaat hij er aan dood.
Koolhydraten voorzien in een groot deel van de energiebehoefte van het lichaam. Als de voeding onvoldoende koolhydraten bevat, wordt de energie geleverd door eiwitten en vet. Koolhydraten liggen opgeslagen in de lever en in de spieren. De koolhydraatreserve van een zuigeling is vergeleken met de reserve van een volwassene, maar gering.
Vetten vormen een zeer geconcentreerde bron van energie. Ze dienen tevens als bescherming van inwendige organen, bloedvaten en zenuwen, hebben een functie als isolatielaag bij temperatuursveranderingen, dienen als transportmiddel bij de opname van bepaalde vitaminen en vertragen de ontledigingstijd van de maag en zorgen zodoende voor een ’vol’ gevoel. Voor volwassenen geldt wees matig met vet.
Zuigelingen en peuters hebben een dergelijke vetbeperking in hun menu niet nodig.
Mineralen zijn van groot belang voor de bouw en werking van vrijwel alles in ons lichaam. Kalk en fluor zijn bijvoorbeeld nodig voor de vorming van sterke beenderen en tanden, koper en ijzer zijn nodig voor de vorming van rode bloedlichaampjes en natrium speelt een grote rol bij het handhaven van een goede waterbalans in ons lichaam.
Vitaminen zijn stoffen die het lichaam in zeer kleine hoeveelheden nodig heeft om alle organen goed te laten functioneren. Tot deze noodzakelijke vitaminen behoren onder meer vitamine A, nodig voor de ogen en om het slijmvlies van de luchtwegen, de urinewegen en het maagdarmkanaal gezond te houden; vitamine C, nodig voor de ontwikkeling van de beenderen, de tanden, de bloedvaten en andere weefsels; en vitamine D, eveneens noodzakelijk voor de ontwikkeling van de beenderen en de tanden.
Het is heel nuttig als u als ouders enige kennis heeft van voeding. De voeding van een jonge baby is heel eenvoudig. Als uw kind borstvoeding krijgt, dan krijgt hij daarmee de meest complete voeding die we kennen. Als u voor flesvoeding kiest, zal u een zuigelingenvoeding worden aangeraden die voorziet in alle voedingsbehoeften van uw kind. Wel kan het nodig zijn om, bij borstvoeding (en flesvoeding), bepaalde vitaminen (D en K) extra te geven of fluor tabletjes om tandbederf te voorkomen.
Ouders willen graag weten hoe je nu kunt zien of een baby genoeg voeding krijgt. Het beste daarvoor is op je kind te vertrouwen. Hij weet hoeveel voeding hij nodig heeft. Als u hem de borst geeft of een fles, drinkt hij zoveel als hij nodig heeft, ongeacht hoeveel er dan nog overblijft. Als hij het weer tijd vindt om te gaan eten, dan huilt hij.
Als een baby niet genoeg te eten krijgt, merkt u dat vlug genoeg. Hij gaat huilen tot u hem meer voeding geeft. Als een zuigeling behoefte heeft aan meer eten dan hij krijgt, wordt hij ’s nachts vaker wakker en zal de tussentijd tussen twee voedingen eerder korter worden dan langer. Bovendien drinkt de zuigeling dan alle voeding tot de laatste druppel op en lijkt hij daarna nog steeds niet verzadigd. Mogelijk gaat hij dan nog op zijn vuist liggen sabbelen.
Sommige ouders begaan de fout hun baby te veel eten te geven. Ook dit kind zal net zo veel drinken als hij nodig heeft. Als hij stopt met drinken, dring dan niet verder aan met de voeding zelfs al hebt u het gevoel dat hij niet genoeg gehad heeft.
Het beste bewijs dat uw baby alle noodzakelijke voeding krijgt is het aankomen in gewicht. De ene baby groeit wat langzamer, de andere baby veel sneller. Soms is slecht groeien een gevolg van een bepaalde ziekte, maar meestal is er niets aan de hand. Wel is het goed als een trage groeier extra gecontroleerd wordt op het consultatiebureau of door uw huisarts om er zeker van te zijn dat er niets mis is. Soms gaan deze kinderen beter groeien als ze vaker gevoed worden.
In de regel worden baby’s in de eerste drie levensmaanden ongeveer 7 à 8 ons per maand zwaarder. Bij de geboorte wegen de meeste baby’s ongeveer 3300 gram (het gemiddelde gewicht van een pasgeborene) en is dit gewicht verdubbeld als ze 5 maanden oud zijn.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.