Fractuur
Een fractuur is een gehele of gedeeltelijke breuk van een of meer beenderen. Botbreuken ontstaan hetzij door inwerking van geweld van buiten, hetzij door een in het bot aanwezige, of naar het bot overslaande, ziekte. In dat geval wordt van een spontane breuk of pathologische fractuur gesproken.
Al naar gelang de oorzaak en de vorm van het bot worden verschillende breuken onderscheiden: wilgentwijgfractuur, bajonetfractuur, spiraalbreuk enz. Bij een ongecompliceerde beenbreuk wordt de huid niet beschadigd; bij een gecompliceerde breuk daarentegen is sprake van een beschadiging van weke delen en huid. Het meest komen rib- en onderbeenbreuken voor; het gevaarlijkst zijn botbreuken aan schedel en wervelkolom.
Bij schedelfracturen kunnen de hersenen beschadigd worden; bij een fractuur van de schedelbasis treden bloedingen op uit mond, oren of neus. Bij wervelkolombreuken worden vaak zenuwen die uit het ruggenmerg komen gekwetst, doordat zij gekneusd of vastgeklemd worden tussen de breukvlakken. Wanneer een gewonde zijn vingers niet kan bewegen heeft men gewoonlijk met een halswervelbreuk te doen en bij verlamming van de benen met een breuk van lendenwervels of heiligbeen.
Eerste hulp is bij fracturen niet eenvoudig. In ieder geval moet alles wat de stand van het gebroken bot kan veranderen achterwege worden gelaten, omdat anders uit een ongecompliceerde een gecompliceerde breuk kan ontstaan of het ruggenmerg kan worden beschadigd. De gewonde moet absoluut rustig en warm liggen. Zonder dringende reden moet hij in geen geval worden vervoerd. Transport kan pas plaatsvinden wanneer de gebroken ledematen, althans provisorisch, gespalkt zijn. Voor verdere details zie eerste hulp.
De drie principes van de behandeling van een botbreuk:
1) de bij de breuk verschoven delen van het bot worden teruggebracht in hun oorspronkelijke positie, dat wil zeggen de breuk wordt gereponeerd (‘gezet’). Dit gebeurt ofwel manueel (met de hand) door de behandelend arts, ofwel operatief;
2) de op hun plaats gebrachte delen van het bot moeten worden gefixeerd totdat zij weer aan elkaar zijn gegroeid. Dat kan een paar weken duren; vaak moeten gedurende deze tijd krammen worden aangebracht en op het gebroken lichaamsdeel een constante trekkracht worden uitgeoefend. Andere middelen ter fixering van het gebroken bot zijn draad, schroeven, metalen platen en natuurlijk gipsverband. Tijdens de behandeling moet gelet worden op het vermijden van complicaties als decubitus en infecties;
3) in de omgeving van de botbreuk moet de spierfunctie op peil worden gehouden of zo nodig later op peil worden gebracht. Om dit doel te bereiken wordt vaak gebruikgemaakt van fysiotherapie.
Bij oudere mensen genezen botbreuken gewoonlijk langzamer dan bij kinderen en jonge mensen. Een zeer ernstige fractuur (bij oudere mensen met een langdurige genezing) is de breuk van de dijbeenhals. Wel bestaat ook hier het vooruitzicht van genezing, maar pas na een zeer langdurige behandeling. Zo mogelijk zal in dit geval gekozen worden voor een operatieve behandeling. Voor een juiste behandeling van een botbreuk is een röntgenopname zonder meer vereist. Telkens wanneer na een sterke inwerking van geweld in de vorm van een stoot of slag gevreesd wordt voor een fractuur, dient een arts geraadpleegd te worden, die desgewenst het gekwetste lichaamsdeel röntgenologisch kan laten onderzoeken (zie röntgenstralen).
Ondersteunende voedingsstoffen bij fractuur
Vitamines
Vitamine C: stimuleert de botaanmaak en bevordert de botcelstofwisseling.
Vitamine D: verhoogt de opname van calcium in de botten.
Mineralen
Borium, magnesium en silicium: verbeteren de calciumopname.
Calcium: nodig voor botherstel.
Zink: belangrijk voor het herstel van de weefsels.
Kruiden
Ginseng: verlicht de pijn tijdens de genezing.
Overige
Glucosamine: verlicht de pijn en is van belang voor botherstel.
Kelp: is rijk aan mineralen voor het botherstel.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.