Middelen tegen misselijkheid, braken en reisziekte
Misselijkheid en braken zijn symptomen van een aantal zeer verschillende aandoeningen. Deze aandoeningen hebben met elkaar gemeen dat ze alle op de een of andere wijze het braakcentrum in de hersenstam prikkelen. Aldus kan de oorzaak van braken zijn gelegen in ‘iets verkeerds gegeten hebben’, overmatig gebruik van alcohol, een maagdarminfectie, zwangerschap, overprikkeling van het evenwichtsorgaan, bestraling, zenuwachtigheid, bepaalde geneesmiddelen al dan niet in te hoge dosering, nier of leverziekten, een hartinfarct, vergiftiging, maagzweer, enzovoorts. Het spreekt natuurlijk vanzelf dat de beste behandeling altijd bestaat in het wegnemen van de oorzaak. Wanneer iets ‘verkeerd gevallen’ is, kan braken flink opluchten. Niet altijd is het echter mogelijk de oorzaak weg te nemen. In dat geval kan vermindering van misselijkheid en/of braken noodzakelijk zijn, zoals bij zeer heftig zwangerschapsbraken of vlak na operaties in de buik.
Heftig en aanhoudend zwangerschapsbraken kan het leven van moeder en kind bedreigen. Braken vlak na operaties kan complicaties in de nog verse wond veroorzaken. Ook wanneer het bestrijden van misselijkheid medisch gezien niet noodzakelijk is, kan een antibraakmiddel (antiëmeticum) het algeheel gevoel van welzijn (reisziekte) of het goed innemen van bepaalde geneesmiddelen (bijvoorbeeld de ‘morning-after-pil’) bevorderen. De behandeling van misselijkheid en/of braken behoeft niet altijd in de eerste plaats op gebruik van antibraakmiddelen te berusten. Bij zuigelingen heeft Johannes brood-boompittenmeel nog weleens succes. Ook bij volwassenen hebben dieetmaatregelen bij maagdarminfecties vaak goede resultaten. Als gebruik moet worden gemaakt van antibraakmiddelen, dan is het belangrijk het goede middel voor de persoon in kwestie te kiezen. Niet alle middelen zijn namelijk bij iedere vorm van misselijkheid even werkzaam. Wanneer braken moet worden voorkomen, dan kan het antibraakmiddel het beste door de mond worden ingenomen. Is de misselijkheid of het braken reeds aanwezig, dan is het geven van een zetpil of injectie praktischer.
Braken als gevolg van maagdarmstoornissen, leverziekte (geelzucht) en reisziekte kan worden bestreden met cyclizine (Marzine) of meclozine (Postafène, Suprimal en Emesafène) of dimenhydrinaat (Amosyt, Dramamine en Epha). Bij reisziekte kunnen ze het beste ongeveer een half uur voor het begin van de reis worden ingenomen en daarna volgens de gebruiksaanwijzing. In geval van zwangerschapsbraken worden deze middelen (voornamelijk cyclizine) pas als laatste redmiddel toegepast. Braken in de zwangerschap komt voornamelijk voor in de eerste drie maanden. Dit is juist de periode waarin de vrucht het gevoeligst is voor de nadelige werkingen van geneesmiddelen. Bijwerkingen van deze middelen zijn slaperigheid, sufheid, huiduitslag, een versnelde polsslag en darmkrampen. Ook een droge mond en moeite met scherp zien komen voor; na overdosering kunnen spierkrampen en hallucinaties voorkomen. Door middelen met een kalmerend effect (slaapmiddelen en dergelijke) en door alcohol kan de werking worden versterkt.
Soms is de werking van deze antibraakmiddelen niet sterk genoeg, zoals na bestraling, gebruik van geneesmiddelen tegen kanker, na operaties of ernstige maagdarminfecties. Het kan dan nodig zijn metoclopramide (Pimperan) of domperidon (Motilium) te gebruiken of middelen die bij ernstige psychische stoornissen worden toegepast. Sommige van deze middelen uit laatstgenoemde groep zijn zeer werkzaam als antibraakmiddel. De meest gebruikte zijn prochloorperazine (Stemetil) en thiëthylperazine (Torecan), maar ook chloorpromazine (Largactil), metopimazine (Vogalène), promethazine (Phenergan), droperidol (Dehydrobenzperidol) en haloperidol (Haldol) worden als zodanig toegepast. In verband met de mogelijke bijwerkingen genieten deze stoffen echter niet de eerste keus.
misselijkheid en braken van verschillende oorsprong (maagdarmstoornissen, geneesmiddelen, na operaties, kwaadaardige aandoeningen, nierziekten en bestraling) worden gebruikt en zijn goed werkzaam. De maagontlediging wordt door deze middelen tevens bevorderd. Metoclopramide kan als bijwerkingen slaperigheid, sufheid, diarree, soms verstopping en vooral bij kinderen onwillekeurige bewegingen (trekken met de mond of tong, grimassen maken en dergelijke) veroorzaken. Van het nog tamelijke nieuwe domperidon is alleen bekend dat het soms aanleiding geeft tot darmkrampen.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.