Borstkanker
Borstkanker is bij vrouwen de meest voorkomende kankersoort. Volgens de cijfers uit 1990 krijgt één op de tien Nederlandse vrouwen borstkanker, ongeveer negenà tienduizend nieuwe patiënten per jaar. Nu er sinds 1990 een landelijk bevolkingsonderzoek op borstkanker (voor vrouwen tussen de 50 en 70 jaar) van start is gegaan, zal door deze vroegtijdige opsporing de sterfte ten gevolge van borstkanker waarschijnlijk afnemen. In 1994 stierven in Nederland 3.555 vrouwen aan borstkanker. Bij mannen komt borstkanker amper voor; in Nederland krijgt ongeveer 1 op de 2000 mannen deze ziekte en is het aantal sterfgevallen voor mannen met borstkanker dan ook erg laag, ongeveer 20 per jaar.
De kans op genezing is afhankelijk van het stadium waarin de ziekte wordt ontdekt. Vroegtijdige ontdekking betekent dat de tumor nog klein is, niet meer dan 2,5 cm in doorsnede, en/of dat er nog geen sprake is van lymfeklieruitzaaiingen vlak bij de borst. Als een tumor 1 of 2 cm dik is, bevat deze al 1 tot 2 miljard kankercellen die er al vier tot acht jaar aanwezig kunnen zijn geweest. Sommige tumoren kunnen erg groot worden zonder uit te zaaien, maar meestal geldt dat hoe groter de tumor, des te groter de kans is dat de kwaadaardige cellen de lymfeknopen al bereikt hebben en zich zo verspreiden over het hele lichaam. Volgens internationaal onderzoek staat slechts 20% van de tumoren van minder dan 1 cm in doorsnede in verband met kankercellen in de lymfeknopen in de oksel (axillaire lymfeknopen). Bij tumoren van 2 tot 3 cm zijn de kwaadaardige cellen in 45% van de gevallen aanwezig in de lymfeknopen, en bij tumoren van meer dan 5 cm doorsnede is in 70% van de gevallen sprake van lymfeknoopuitzaaiingen. Als de borstkanker dus in een vroeg stadium ontdekt wordt, kan de uitzaaiing van ten minste een aantal gezwellen worden voorkomen.
De belangrijkste drie manieren om borstkanker vroegtijdig te ontdekken zijn: tijdens zelfonderzoek, bij onderzoek door een arts en door middel van een mammogram (röntgenfoto van de borst). Meestal is het de vrouw zelf die de symptomen van borstkanker ontdekt. Zelfonderzoek zou dan ook minstens eens per maand moeten worden gedaan. Bij zelfonderzoek moet u op de volgende zaken letten: een bobbel of verdikking in de borst of axilla (oksel), kuiltjes of rimpels in de huid, ingetrokken tepel, huidschilfering bij de tepel of tepelafscheiding, of een verandering in de grootte, de ronding of de vorm van de borst.
Onderzoekers menen dat de hoge graad van borstkanker onder vrouwen verband houdt met de hormonen. Onderzoek heeft uitgewezen dat er meer borstkanker voorkomt bij: vrouwen die al op vroege leeftijd begonnen te menstrueren en ongewoon laat in de overgang kwamen, bij vrouwen die kinderloos zijn gebleven of pas op latere leeftijd (vanaf 27 jaar of ouder) hun eerste kind kregen, en bij degenen met borstkanker in de familie.
Men meent dat goede voeding en een vetarm dieet de kans op borstkanker kan verkleinen. Borstkanker komt namelijk in Japan, waar een vetarm voedselpatroon gewoon is, amper voor. Maar onder de in de Verenigde Staten woonachtige Japanse vrouwen met Amerikaanse, meestal vetrijke, eetgewoonten, komt borstkanker net zoveel voor als bij andere Amerikaanse vrouwen. Vroegtijdige ontdekking is ook een doorslaggevende factor voor de kans op genezing en/of bestrijding van uitzaaiingen. Kan de behandeling in een vroeg stadium plaatsvinden, dan is de kans heel groot dat de vrouw definitief geneest of dat ze langer zonder terugkerende symptomen kan leven.
Dit is de meest voorkomende kwaadaardige aandoening bij de vrouw in de westerse samenleving. In het algemeen ontstaat deze vorm van kanker uit een kwaadaardige woekering van het klierweefsel. Borstkanker kan zich alhoewel zeldzaam ook bij de man manifesteren. De ziekte kan zich uiten als pijnloze zwellingen in de borst, kleurverandering van de huid, zweren, tepelverandering of een ongewone afscheiding uit de tepel.
Nederland telt het hoogste percentage gevallen in de wereld. Het is wenselijk dat de ziekte in een zo vroeg mogelijk stadium wordt opgespoord. De zwellingen kunnen zelf opgespoord worden door het regelmatig bijvoorbeeld één keer per maand systematisch aftasten van de borsten met de vingertoppen van de vlakke hand. Het onderzoek kan worden uitgebreid door middel van een mammografie of het onderzoek van een stukje weefsel van de borst. Hoe eerder de ziekte opgespoord en behandeld wordt, hoe beter de prognose ten aanzien van overleving is.
Oorzaken van borstkanker
• De juiste oorzaak is niet bekend, maar de volgende factoren hebben te maken met een hoger voorkomen van borstkanker:
• Leeftijd. De kans op borstkanker wordt na het 50e jaar steeds groter.
• Familiegeschiedenis. Vrouwen die iemand in de directe familie — moeder of zuster — hebben die borstkanker heeft (gehad), lopen een verhoogd risico, vooral als de ziekte op jonge leeftijd optrad.
• Kinderen krijgen op latere leeftijd, of kinderloosheid. Vrouwen zonder kinderen, of vrouwen die na hun dertigste hun eerste kind krijgen of nooit borstvoeding hebben gegeven, zijn gevoeliger voor borstkanker.
• Vroeg (voor het elfde jaar) menstrueren.
• Late menopauze, dat wil zeggen als de menopauze kort na het 50e jaar nog niet is begonnen.
• Goedaardige cysten en gezwellen in de borsten.
• Voeding die rijk is aan dierlijk vet.
• Giftige stoffen in het milieu (mogelijk).
Preventie
Met een mammogram kunnen tumoren worden ontdekt die men nog niet kan voelen. In Nederland worden vrouwen tussen 50 en 70 jaar iedere twee jaar onderzocht op borstkanker. Aangeraden wordt om na het 35e jaar geregeld te laten controleren op borstkanker met mammografie in overleg met de huisarts. Iedere vrouw moet jaarlijks een borstonderzoek laten doen door huisarts of specialist.
Iedere vrouw moet maandelijks zelfonderzoek op borstkanker doen. De beste tijd daarvoor is 2 tot 3 dagen na de menstruatie. Normaal borstweefsel is wat bobbelig en ongelijk van structuur, dus is het belangrijk om de normale contouren en texturen van de borsten te leren kennen.Veranderingen in textuur en contour zijn dan beter op te sporen.
Zelfonderzoek borstkanker
• Ga voor een spiegel staan en bekijk de borsten zorgvuldig op veranderingen in vorm en grootte. Kijk of er rimpels of kuiltjes in de huid voorkomen, of de huid schilfert of de tepel ingetrokken is en of er vocht uitkomt.
• Hef beide handen boven het hoofd en controleer op dezelfde manier. Buig, met de handen stevig op de heupen gedrukt, een stukje naar voren en duw schouders en ellebogen naar voren. Bekijk de borsten goed; door verandering van houding kunnen ongewone kuiltjes of bobbeltjes te zien zijn.
• Hef de linkerarm. Maak met de 3 vingers van de rechterhand zachte ronddraaiende bewegingen over de linkerborst. Begin aan de buitenkant en ga in concentrische kringen naar de tepel. Let vooral goed op het gebied onder de arm. Controleer op knobbels of ongewone zwelling onder de huid. Knijp zacht in de tepel.
• Doe hetzelfde voor de rechterborst.
• Ga plat op de rug op bed liggen met een kussentje onder de schouder en herhaal de laatste twee punten.
behandeling
Een borsttumor moet operatief worden verwijderd. De patiënt zal mogen kiezen voor direct ingrijpen, tegelijk met de biopsie, of operatie op een later tijdstip. Afhankelijk van de omvang van de kanker wordt alleen het gezwel of de hele borst (mastectomie) weggenomen; in beide gevallen kan men de aangrenzende lymfklieren verwijderen. Als de tumor het spierweefsel onder de borst heeft aangetast wordt een radicale mastectomie aangeraden, waarbij de borst met het onderliggende spierweefsel wordt verwijderd. Na de operatie kan bestraling nodig zijn om verspreiding van de kanker te voorkomen, vooral als de lymfklieren aangetast zijn.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.