Pleuravocht
Het borstvlies (pleura parietalis) is een glad vlies. Het bekleedt de binnenkant van de ribben, het middenrif en het mediastinum (de ruimte tussen de beide longen). Het longvlies (pleura pulmonalis) ziet er hetzelfde uit. Het bekleedt de buitenkant van de longen. Beide vliezen beschikken over talrijke gevoelige zenuwen. Tussen de beide vliezen bevindt zich een smalle ruimte. Deze wordt de pleuraholte genoemd die bij gezonde mensen is gevuld met een laagje vloeistof. Daardoor blijven de longen tegen de borstwand aanzitten en kunnen tevens alle bewegingen van de borstkas volgen. Bij verschillende ziekten hoopt zich een meer dan normale hoeveelheid vocht in de pleuraholte op. Er is dan sprake van pleuravocht.
Wat is de oorzaak van pleuravocht?
Men onderscheidt twee typen pleuravocht: transsu daat en exsudaat. Trans sudaat ontstaat bij ernstige aandoeningen van hart en nieren, bij een verminderde werking van de schildklier en bij een aantal zeldzame ziekten. Het is een soort oedeem (ophoping van water in de weefsels) zoals ook in andere delen van het lichaam aanwezig kan zijn, bijvoorbeeld in de buik of de benen.
Exsudaat is vocht dat veroorzaakt wordt door een ontsteking of plaatselijke prikkeling. Het ontstaat bij tuberculose, tumoren, longen borstvliesontstekingen alsook bij verwondingen in de buurt van de borstkas; verder bij een longinfarct, ontstekingen van de alvleesklier en bij schimmelinfecties van de longen. Een bijzondere vorm van pleuravocht is de zogenoemde chylothorax. Daarbij komt er lymfe vanuit het maag darmkanaal via de lymfe vaten in de pleuraholte terecht. Dit wordt veroorzaakt door tumoren in de buik of door verwondingen.
Hoe wordt pleuravocht behandeld?
Omdat pleuravocht altijd een symptoom is van een onderliggende ziekte, hangt het succes van de behandeling grotendeels af van de therapie van deze ziekte. Het pleuravocht zelf zal altijd met behulp van een canule afgezogen worden, omdat het de longen beknelt en de ademhaling belemmert. Slechts in uitzonderingsgevallen mag men daarbij tijdens één behandeling meer dan een liter weghalen. Uitzonderingen op die regel zijn ernstige ademnood of de situatie dat het hart, de grote bloedvaten, de thymusklier, de luchtpijp of de slokdarm in de knel zitten.
Het afzuigen van pleuravocht mag uitsluitend door een arts worden gedaan. Zolang de onderliggende aandoening niet genezen is, zal het pleuravocht steeds weer terugkomen. Dit betekent dat afzuigen alleen maar een tijdelijke verlichting geeft. Een nadeel is bovendien dat de patiënt met het pleuravocht veel eiwit verliest.
Wat kan men er zelf aan doen?
Het is niet mogelijk deze aandoening zelf te behandelen.
Wanneer moet men de huisarts raadplegen?
Moeilijkheden bij het ademhalen, pijn of een beklemd gevoel maken een bezoek aan de huisarts noodzakelijk.
Wat doet de dokter?
De arts onderzoekt of er aanwijzingen zijn voor het bestaan van pleuravocht door naar de longen te luisteren en de borstkas met de vingers te bekloppen. Vindt hij pleuravocht dan zal hij de patiënt meestal doorverwijzen naar het ziekenhuis. Daar wordt het pleuravocht gepuncteerd en in het laboratorium nader geanalyseerd. Transsudaat is helder en licht van kleur, bevat relatief weinig eiwit en heel weinig cellen. Exsudaat is, al naar gelang de oorzaak, troebel, bloederig, bruin of melkachtig. Het bevat veel eiwit en leucocyten, erytrocyten of tumorcellen.
Ziekteverloop
De pleuraholte kan meerdere liters vocht bevatten. Dit drukt op de longen en veroorzaakt ademnood. Bij druk op het mediastinum komen het hart en de grote bloedvaten in de verdrukking, zodat er, wanneer er geen punctie wordt verricht, uiteindelijk gevaar bestaat voor het leven. Meestal treedt er alleen in het beginstadium pijn op.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.