Lymfe
Lymfe is een lichaamsvloeistof die de inhoud vormt van het lymfvatenstelsel. De vloeistof is transparant, kleurloos tot geelachtig en bij opname van veel vet, zoals in de darmen, melkwit. Lymfe heeft dezelfde samenstelling als de bloedvloeistof (plasma), maar bevat minder eiwitten, nl. ca. 3 procent. De lymfevloeistof bevat verder o.a. lymfcellen (lymfocyten), een soort witte bloedlichaampjes die een belangrijke rol spelen bij de afweer tegen lichaamsvreemde stoffen en ziektekiemen.
De functie van de lymfe en het lymfvatenstelsel betreft zowel het transport van stoffen als afweermechanismen.
1. Afvoer van eiwit uit de weefsels.
Eiwitten uit de bloedvloeistof passeren in geringe mate de haarvaten van het bloedvatenstelsel. Deze eiwitten komen terecht in de weefselvloeistof en veroorzaken hierin een colloïd-osmotische druk. Indien geen afvoer van eiwitten zou plaatsvinden dan zou door deze colloïd-osmotische druk vochtophoping in de weefsels plaatsvinden. Dank zij het lymfvatenstelsel worden de eiwitten echter tijdig afgevoerd. Bij afsluiting van een of meer vaten treedt echter snel vochtophoping (oedeem) op.
Ook de eiwitten die in de levercellen worden gemaakt worden dank zij de lymfvaten in de bloedbaan gebracht. De voedingsstoffen die de wand van de haarvaten niet of zeer moeilijk passeren, zoals de vetten, worden uit de darm opgenomen door de lymfe en vervolgens via het lymfvatenstelsel
naar de bloedbaan getransporteerd.
2.Afweermechanismen.
De werking van het lymfvatenstelsel bij de afweer tegen infecties berust op verschillende werkingsmechanismen (zie Immuniteit). Allereerst is er sprake van directe afweer tegen binnengedrongen bacteriën die uit de weefsels via de lymfvaten in de lymfklieren terecht kunnen komen. Op indirecte wijze wordt door het lymfstelsel een bijdrage aan de afweer geleverd door de produktie van antistoffen.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.