Middelen tegen de ziekte van Parkinson

De ziekte van Parkinson wordt gekenmerkt door bewegingsarmoede, spierstijfheid en beven. Daarnaast is er een karakteristieke lichaamshouding: het bovenlichaam wat voorovergebogen, de armen tegen het lichaam. Het staan is wat onzeker, het lopen gaat met kleine pasjes en soms heeft men moeite met stoppen. Het gezicht heeft een maskerachtige uitdrukking, de speekselvloed is toegenomen, evenals de talgafscheiding (de huid is vettig). Het geestelijk functioneren is in het begin van de ziekte, die zich doorgaans tussen het 50e en 65e levensjaar openbaart, geheel normaal. De oorzaak van de ziekte is een tot dusver onverklaarbaar toenemend verval van zenuwcellen in een bepaald gedeelte van de hersenen.

Hierdoor wordt het evenwicht tussen twee prikkeloverdrachtsstoffen (neurotransmitters), namelijk acetylcholine en dopamine in hersengedeelten die het vlot verlopen van bewegingen mede bepalen, verstoord. Door gebrek aan dopamine krijgt het acetylcholine de o verhand. De bewegingsstoornissen kunnen eveneens ontstaan na een virusinfectie van de hersenen die in het begin van deze eeuw ook in Nederland heeft geheerst. Ook door vergiftiging met koolmonoxyde (kolendamp) of mangaan en vooral door gebruik van neuroleptica (bij ernstige psychische stoornissen) kunnen dergelijke bewegingsstoornissen optreden. In deze gevallen spreekt men van parkinsonisme. De ziekte van Parkinson heeft een langzaam, sluipend verloop en kan niet worden genezen. De symptomen kunnen worden bestreden met fysiotherapie en ‘in beweging blijven’. Een goed begrip van de aard van de ziekte kunnen familieleden en naasten helpen de patiënt op te vangen en te begeleiden. Vooral omdat de ziekte voortschrijdt ondanks alle behandeling, is dat erg belangrijk. Behalve oefenen en bewegingstherapie kunnen geneesmiddelen helpen de symptomen te onderdrukken. Deze geneesmiddelen vallen in twee groepen uiteen, namelijk de middelen die het tekort aan dopamine aanvullen, en de middelen die de invloed van het acetylcholine tegengaan.

De eenvoudigste manier om de dopaminetekorten aan te vullen is natuurlijk de toediening van dopamine zelf. Helaas heeft dat geen zin omdat het niet tot de hersenen doordringt. Dat is wel het geval met de voorlopermolecule van dopamine, levodopa (Eldopal, Larodopa en Riga kin). Door enzymatische omzetting wordt in de hersenen uit levodopa het gewenste dopamine gevormd. De hiervoor verantwoordelijke enzymen komen echter niet alleen in de hersenen voor, maar onder meer ook in de darmwand. Verreweg het grootste deel van een dosis levodopa wordt dan ook reeds in dopamine omgezet voordat het de hersenen bereikt. Dit maakt het noodzakelijk hoge doses levodopa toe te dienen, hetgeen daardoor soms aanleiding geeft tot bijwerkingen als misselijkheid, hartritmestoornissen en verlaagde bloeddruk (vooral in staande houding). Ook zenuwachtigheid, onrust, verwardheid en psychische stoornissen komen voor. Om het optreden van deze bijwerkingen tegen te gaan begint men met een lage dosis en verhoogt deze geleidelijk. Een andere mogelijkheid de bijwerkingen te verminderen, is het gebruik van levodopa te combineren met dat van een stof die de omzetting van levodopa in dopamine remt, voorzover deze buiten de hersenen plaatsvindt.Aldus ontstonden de combinatiepreparaten Madopar en Sinemet. Levodopa verbetert vooral de spierstijfheid en bewegingsarmoede, in mindere mate het beven. Het duurt echter een aantal weken voordat de verbetering duidelijk wordt.

Het resultaat van de behandeling gaat op den duur soms variëren. Goede en slechte perioden wisselen elkaar af. De urine kan bij gebruik van levodopa donker gekleurd zijn. De stof amantadine (Symmetrel) die bij de antivirusmiddelen reeds werd genoemd, bleek ook op de ziekte van Parkinson een gunstige invloed te hebben. Waarschijnlijk bevordert het de afgifte van dopamine uit de desbetreffende zenuwcellen. Amantadine wordt vaak tezamen met levodopa gebruikt, waardoor met een lagere dosering van deze laatste stof kan worden volstaan. Bijwerkingen zijn: dikke enkels en een marmerachtige tekening van de huid. Zeer zelden komen voor: verwarring, nachtmerries, rusteloosheid en duizeligheid. Amantadine verliest soms na verloop van tijd zijn werkzaamheid. Omdat de werkzaamheid van levodopa soms grillige variaties vertoont, en amantadine soms na enige tijd zijn werkzaamheid verliest, is er immer nog behoefte aan betere stoffen bij de behandeling van de ziekte van Parkinson. Een stof die in dit verband mogelijk enig belang heeft, is bromocriptine (Parlodel). Dezelfde stof wordt gebruikt om na een bevalling (indien nodig!) de borstvoeding stop te zetten. Bromocriptine bootst de werking van dopamine na. Vooral bij mensen die na bepaalde tijd minder goed reageren op levodopa, kan deze stof soms verbetering geven. Helaas is dit geneesmiddel nogal duur. Bijwerkingen als misselijkheid en braken treden vooral in het begin van de behandeling op. Daarnaast kunnen duizeligheid, lage bloeddruk, verstoppingen, hoofdpijn, droge mond, verstopte neus en nog andere verschijnselen vóórkomen.

Behalve door het aanvullen van de dopaminetekorten, kan men de verschijnselen van de ziekte van Parkinson tegengaan door de werking van acetylcholine te verhinderen. Vanouds werd hiervoor atropine, het belangrijkste bestanddeel van de plant Atropa belladonna (wolfskers) gebruikt. Tegenwoordig is er een reeks verwante synthetische stoffen met minder bijwerkingen beschikbaar. Deze geneesmiddelen beïnvloeden vooral de spierstijfheid en veel minder het beven. De bewegingsarmoede wordt daarentegen in het geheel niet verbeterd. Bijwerkingen van deze stoffen zijn: een droge mond, stoornissen van het zien, verwardheid, moeite bij het urineren, verstopping en een snelle polsslag. De belangrijkste van deze anti-acetylcholinestoffen of anticholinergica zijn: benzatropine (Cogentin), biperideen (Akineton), dexetimide (Tremblex), metixeen (Tremaril), orfenadrine (Disipal, Disipaletten en Norflex), procyclidine (Kemadrin) en trihexyfenidyl (Artane en Para lest).

Bij de behandeling van de ziekte van Parkinson wordt meestal een combinatie van enkele van de bovenvermelde geneesmiddelen gebruikt. De instelling van deze therapie moet geleidelijk en zorgvuldig geschieden. Het gebruik moet niet plotseling worden gestaakt of gewijzigd.


Relevante artikelen

Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.



Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

MEDISCH VOORBEHOUD

De informatie op Menselijk Lichaam is géén medisch advies. Neem bij twijfel over gezondheid, behandeling of medicijnen altijd contact op met een arts, specialist of apotheker.

Meer informatie

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Met het laatste nieuws en gezonde tips