Urine

Urine is een door de nier uit de bloedvloeistof gevormde vloeistof, waarmee de in water oplosbare, voor het lichaam onbruikbare of schadelijke eindprodukten van de stofwisseling worden verwijderd.

Wil de samenstelling van de weefselvloeistoffen binnen nauwe grenzen constant blijven, dan is hiervoor allereerst noodzakelijk, dat de eindprodukten van de stofwisseling van alle lichaamscellen, dus de produkten van de voortdurende zelfafbraak van de levende stof, aan die vloeistof worden onttrokken.

urine

Deze produkten zullen uit de aard der zaak in het algemeen kleine, betrekkelijk eenvoudige moleculen hebben. Verscheidene ervan hebben een zuur karakter, hun ophoping in het lichaam heeft daarom een voor de cellen schadelijke invloed. Een van de belangrijkste eindprodukten van de stofwisseling het koolzuurgas wordt voor het grootste deel door de longen verwijderd.

De overige, vooral de stikstof en zwavelverbindingen die bij de afbraak van eiwitten ontstaan, zijn in het algemeen in water oplosbaar of kunnen althans in een in water oplosbare vorm worden gebracht. Zij worden dan ook voor het grootste deel in een waterige oplossing de urine uit het lichaam verwijderd. Water zelf is ook een eindprodukt van de stofwisseling, maar de vorming van het zgn. verbrandingswater weegt in het algemeen zelfs niet op tegen het verlies aan water via de luchtwegen. Per dag wordt ongeveer 350 ml verbrandingswater gevormd en gemiddeld 400 ml als waterdamp uitgeademd. Bovendien gaat onder normale omstandigheden langs de huid nog ongeveer 500 ml per dag verloren en met de ontlasting ca. 100 ml per dag.

In totaal komen deze onvermijdelijke verliezen op ongeveer 1 liter per dag. Anderzijds bevat het dagelijks voedsel gemiddeld ongeveer 850 ml water. Samen met het per dag gevormde verbrandingswater komt men dus tot een voorlopige waterwinst van 1200 ml. Zou er verder geen water verloren gaan, dan zou er dus per dag ca. 200 ml water overblijven. Om echter de onbruikbare, deels zelfs zeer schadelijke afbraakprodukten als waterige oplossing te kunnen verwijderen is veel meer water nodig dan het overschot van 200 ml. De dagelijkse urinehoeveelheid verdraagt namelijk ongeveer liter, zodat men meer dan een liter water als drank moet innemen, om de waterhuishouding in evenwicht te houden.

Het water en de andere dranken die men tot zich neemt, verlaten het lichaam in een geheel andere samenstelling. Zij maken eerst gedurende korte of lange tijd deel uit van de vloeistof in en om de cellen. Afhankelijk van allerlei omstandigheden, zoals de sterkte van de stofwisseling in een bepaald weefsel, de voeding die men tot zich neemt en vele andere factoren, komt het water met afvalstoffen beladen in het bloed en via de bloedbaan in de nieren. Voor een juist begrip van de urinevorming is de vergelijking tussen bloedvloeistof en urine van grote betekenis.

Enkele stoffen bijvoorbeeld natrium hebben in beide ongeveer dezelfde sterkte van oplossing (concentratie), maar terwijl men in normale urine, in tegenstelling tot de bloedvloeistof, geen suiker, geen eiwit en geen vetten aantreft, zijn er andere stoffen, in het bijzonder de eindprodukten van de stofwisseling, die in de urine in veel grotere hoeveelheden voorkomen dan in de bloedvloeistof. Ten slotte zijn er stoffen die alleen in de urine voorkomen en die dus blijkbaar in de nier worden gemaakt. Het blijkt dus al dat de nier veel meer is dan een eenvoudig filter, dat sommige stoffen wel en andere met grotere moleculen niet doorlaat.

Door enkele eenvoudige waarnemingen kan men al iets over de vorming van de urine en dus ook over de nierwerking te weten komen.


Relevante artikelen

Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.



Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

MEDISCH VOORBEHOUD

De informatie op Menselijk Lichaam is géén medisch advies. Neem bij twijfel over gezondheid, behandeling of medicijnen altijd contact op met een arts, specialist of apotheker.

Meer informatie

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Met het laatste nieuws en gezonde tips