Ontlasting

Ontlasting is het uit de darm verwijderde massa, voornamelijk bestaande uit onverteerde voedselresten, afgestoten darm-wandcellen, darmsappen, galbestanddelen en water.

Bij te grote beweeglijkheid van de darmen verblijft de darminhoud er te kort in om voldoende te worden ingedikt. De ontlasting is dan dun (diarree). Bij te geringe beweeglijkheid of kramptoestanden wordt de darminhoud te langzaam verplaatst waardoor er in de dikke darm te veel water aan wordt onttrokken en de ontlasting zeer hard wordt (obstipatie).

De darmlediging is in principe een reflex van dezelfde aard als een blaaslediging. Bij de jonge zuigeling ledigt zich de endeldarm, zodra er een zekere rekkingstoestand van dit darmgedeelte, en daarmee een zekere druk in zijn binnenste, is bereikt. De wand van de endeldarm trekt zich dan samen en de sluitspieren ontspannen zich, zodat de darminhoud wordt uitgeperst.

Evenals zulks bij de blaas het geval is, leert het kind later een zekere controle op zijn darmlediging uit te oefenen, door de ontspanning van de buitenste sluitspier te onderdrukken.

De aars bezit twee kringspieren. De binnenste bestaat uit glad spierweefsel dat alleen reageert op prikkels van het autonoom zenuwstelsel en de buitenste sluitspier bestaat uit dwarsgestreept spierweefsel dat onder de wil gebracht kan worden. Anderzijds leert het kind actief mee te persen, dit is het verhogen van de druk in de buik door het middenrif in de inademingsstand te houden en de buikspieren samen te trekken.

De ontlasting bestaat, ondanks het feit dat in de dikke darm veel water is teruggewonnen, nog voor een groot gedeelte uit water. Als alle verterings en opslorpingsprocessen goed verlopen, bevat hij vrijwel niets meer dat nog voor het lichaam bruikbaar is. Een belangrijke aanwijzing omtrent een aandoening van het maag-darmstelsel is de aanwezigheid van bloed in de ontlasting. Soms is het bloed als rode vloeistof zichtbaar op of gemengd door de ontlasting, soms is het alleen maar met een scheikundige reactie aan te tonen. De kleur van de ontlasting met bloed is afhankelijk van de hoeveelheid bloed die per tijdseenheid wordt verloren, de plaats van herkomst van het bloed en de snelheid waarmee het bloed het maag-darmkanaal passeert. Reeds een hoeveelheid van 50-100 ml kan aanleiding geven tot een zwarte kleur van de ontlasting (melaena of gladde ontlasting met een teerzwarte kleur).

Als regel geldt dat zwarte ontlasting een teken is van bloeding uit hogere delen van het maag-darmkanaal, terwijl een rode kleur voor lagere herkomst pleit. Deze regel geldt alleen bij overigens normale ontlasting. Bij een bloeding uit de endeldarm ziet men het bloed aan de buitenkant van de ontlasting, bij bloedingen uit een hoger deel van de dikke darm is het bloed met de ontlasting vermengd. Na een zgn. hoge bloeding blijft de ontlasting soms nog wel drie a vier dagen donker gekleurd, terwijl nog geruime tijd daarna sporen bloed door middel van een scheikundige reactie zijn aan te tonen.

Rood bloed bij de ontlasting is in de regel afkomstig van aambeien (uitgezette aders van de aars), aarsfistels (pijpzweren afkomstig van ontstekingen in het gebied om de aars) en aarskloven en verder van kwaadaardige gezwellen in de endeldarm en de dikke darm. Donkere ontlasting, waarin dus slechts met scheikundige methoden bloed kan worden aangetoond, is meestal afkomstig van maagzweren en twaalfvingerige-darmzweren.


Relevante artikelen
1 reacties
  1. Ik heb al een paar dagen geen ontlasting en heb wel drang maar er komt een klein beetje en dan zit er slijm bij.wel kramp wat kan ik er doen.m.v.g mevr.van eck

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

MEDISCH VOORBEHOUD

De informatie op Menselijk Lichaam is géén medisch advies. Neem bij twijfel over gezondheid, behandeling of medicijnen altijd contact op met een arts, specialist of apotheker.

Meer informatie

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Met het laatste nieuws en gezonde tips