Afasie

Afasie is het onvermogen om juist te spreken, hoewel de spiertjes, nodig voor het uitvoeren van de spreekbewegingen, en hun zenuwvoorziening intact zijn. Veelal uit de afasie zich doordat het spreken langzaam en moeilijk geschiedt, waarbij de woorden misvormd worden en de zinsbouw eenvoudig van constructie is. Vele woorden worden bij het spreken weggelaten; vaak is ook het schrijven gestoord. Het is een ernstige aandoening van het zenuwstelsel omdat een stoornis in de mondelinge overbrenging van de taal in belangrijke mate ingrijpt in het contact van de mens met anderen. Het mededelen van gedachten en gevoelens door middel van klanken (mogelijk gemaakt door een combinatie van verschillende functies en organen: ademhaling, strottenhoofd, keel, tong, lippen) is een vermogen dat specifiek menselijk is.

Een gestoorde spraak treedt vooral op wanneer een bepaald gebied van de schors van de grote hersenen is uitgevallen. Maar niet elke spraakstoornis behoeft een afasie, dwz. een gestoorde spraak met intacte spieren en zenuwvoorziening te zijn, er kan ook gebrekkige klankvorming (articulatie) optreden bij overigens normaal taalgebruik. Deze vorm van gestoorde spraak (dysartrie) kan het gevolg zijn van een verlamming van de spieren van mond, tong of keel, van een stoornis in de zenuwbedrading (innervatie) van die spieren of een uiting zijn van een stoornis van hetcoördinatievermogen. Een verlamming van de genoemde spieren kan acuut optreden bij een aandoening van het vaatstelsel of bij bepaalde spierziekten. De stoornis in de klankvorming kan echter ook een chronisch karakter hebben, zoals bij een vooral bij oudere mensen voorkomende bloedvataandoening (atherosclerose) van de hersenen. De aandoening kan variëren van een totaal onvermogen tot spreken en tot woordbegrip, tot zeer lichte vormen van benoemingsstoornissen of stoornissen in het beheersen van de grammatica.

De twee groepen spraakstoornissen, met intacte en beschadigde zenuwvoorziening, zijn doorgaans gemakkelijk te onderscheiden. Bij kinderen is de diagnose niet altijd even eenvoudig te stellen, doordat spraakstoornissen ook kunnen berusten op geestelijke onvolwaardigheid en doofheid, of combinaties van de verschillende mogelijke oorzaken.

Een heel aparte categorie in dit opzicht wordt gevormd door kinderen die worden geboren met een gestoord vermogen om te leren lezen (dyslexie). Deze kinderen hebben in het algemeen een normale intelligentie en hebben ook geen aantoonbare beschadigingen van het centraal zenuwstelsel (de hersenmassa), maar ze kunnen bijzonder moeilijk leren lezen en schrijven. Karakteristiek bij deze kinderen is het verwisselen van medeklinkers of lettergrepen of het veranderen van de volgorde van de zin.

Vormen van afasie.

Er zijn vele typen spraakstoornissen en vergelijkbare stoornissen en evenzovele mengvormen beschreven, maar in wezen zijn er slechts twee hoofdvormen: de vorm die wordt veroorzaakt door een centrale stoornis van de zenuwvoorziening (motorische of expressieve afasie) en de vorm waarbij het verband tussen de waarneming en de besturing van de uitvoering van de spraak of handeling ontbreekt (sensorische of perceptieve afasie). In het eerste geval begrijpt de patiënt alles wat hij hoort of ziet, maar kan wat hij denkt of waarneemt niet onder woorden brengen. Het gevolg is dat hij niet spontaan kan spreken en ook niet hardop kan lezen. In het tweede geval van de gestoorde waarneming kan de patiënt wel degelijk spontaan de naam van een voorwerp of persoon noemen, maar als hij diezelfde naam hoort komt deze hem volkomen onbekend voor.

De twee vormen van afasie worden dus beide veroorzaakt door een hersenbeschadiging, maar van verschillende gebieden. Overeenkomstig de functies van de verschillende hersengebieden zoals men die heeft leren kennen, zetelt de gestoorde zenuwvoorziening voornamelijk in de voorhoofdskwab en de gestoorde waarneming in de slaapbeenkwab van de hersenschors. De verschijnselen van afasie treden in het algemeen alleen op bij beschadigingen van de overheersende hersenhelft. Meestal is dit bij rechtshandige mensen de linkerhelft van de hersenmassa en bij linkshandige mensen de rechterhelft. Maar we moeten bedenken dat er een groot aantal hersengebieden betrokken is bij de coördinatie van het voortbrengen van klanken; ook bij beschadigingen van de verbindingen tussen deze gebieden kunnen bovengenoemde stoornissen optreden.

Onderdelen van het onderzoek van een patiënt metafasie

1.spontaan spreken;
2.spontaan schrijven;
3.opvolgen van gesproken bevelen;
4.opvolgen van geschreven bevelen;
5.naspreken van zowel bekende als onbegrijpelijke en niet bestaande woorden;
6.lezen, waarbij bedacht moet worden dat een stukje gelezen wordt waarvan men mag verwachten dat het de patiënt zal interesseren; daarna kan men een onbegrijpelijk of zinloos stukje laten lezen;
7.dictaat schrijven waarbij het hardop herhalen van het gehoorde woord zo mogelijk vermeden dient te worden;
8.benoeming van voorwerpen en kleuren;
9.navertellen van een door de patiënt gelezen verhaaltje;
10.reproduktie van geautomatiseerde rijtjes zoals dagen van de week, maanden van hetjaar, het alfabet, enz.;
11.rekenen uit het hoofd en op schrift;
12.kopiëren en tekenen.

Afasie is waarschijnlijk de belangrijkste stoornis van de hersenfunctie. Er komen echter (in samenhang met de afasie of als afzonderlijke stoornis) nog enkele andere functiestoornissen van de hersenen voor, waarvan hier slechts een korte beschrijving wordt gegeven. Zo kent men het onvermogen tot lezen (alexie), het onvermogen tot schrijven (agrajie), het onvermogen tot doelmatig handelen (apraxie) en een afwijking (agnosie) waarbij wel zintuiglijke prikkels worden opgenomen en doorgegeven naar de grote hersenen, maar daar geen bewuste gewaarwording veroorzaken, doordat de verbindingen tussen bepaalde gebieden van de grote hersenen verbroken zijn. Dit laatste komt voor in een aantal vormen. De ernst van de spraakstoornis kan variëren van een totaal onvermogen tot spreken tot zeer lichte stoornissen in de woordbenoeming. Een stoornis in de zenuwbedrading (motorische afasie) treedt op wanneer bepaalde hersendelen door een letsel, gezwel of bloeding zijn beschadigd. De plaats is in de regel de onderste voorhoofdswinding in de linker hersenhelft. In het algemeen verdwijnt met de genezing van het letsel ook de spraakstoornis. Vooral bij jeugdige personen kan door oefening een gehele of gedeeltelijke genezing optreden. Gestoorde waarneming. Het ziekteproces dat ten grondslag ligt aan spraakstoornissen door gestoorde waarneming (sensorische of perceptieve afasie) moet niet voor maar achter de centrale groeve worden gezocht. In wezen is er geen stoornis in het spreken en ook de articulatie is ongestoord. Veelal maakt het spreken zelfs een ongeremde indruk, maar de woorden worden door elkaar en onjuist gebruikt.

In de ernstige gevallen ontstaat zelfs een zgn. woordsalade. In tegenstelling tot de stoornis van de zenuwvoorziening kan een patiënt met een gestoorde waarneming goed schrijven, hoewel voortdurend herhalingen en verwisselingen van woorden voorkomen. Tot de belangrijkste oorzaken moeten ook hier gerekend worden hersengezwellen en vaataan-doeningen waarbij het ziekteproces zich bevindt in een gebied achter de centrale groeve. Bij een gemengde afasie (motorisch en sensorisch) hebben we te maken met een uitgebreid haardproces in de linker hemisfeer, waarbij een aanmerkelijk deel van de hersenschors is aangedaan, zowel voor als achter de centrale groeve. Opmerkelijk is verder dat hersengezwellen vaker aanleiding geven tot waarnemingsstoornissen, terwijl vaataandoeningen veelal leiden tot een gestoorde zenuwvoorziening.

Gestoorde herkenning. Er zijn drie belangrijke aandoeningen die tot dezelfde categorie behoren: het onvermogen om voorwerpen te herkennen, hoewel de zintuigen intact zijn (agno-sie). Onderscheid wordt gemaakt in I. zieleblindheid (optische agnosie), waarbij de patiënt, hoewel er geen sprake is van een stoornis van het oog, toch het getoonde voorwerp niet kan herkennen, en 2. zieledoofheid (akoestische agnosie) waarbij de patiënt, ondanks het feit dat het oor goed functioneert, niet in staat is voorwerpen op hun geluid te herkennen. Bij j. gevoels- (tactiele) agnosie kan de patiënt ondanks het feit dat de zintuigen van de huid en het onderhuidse weefsel goed functioneren, geen voorwerpen op de tast herkennen. Zieleblindheid en zieledoofheid komen in het algemeen voor samen met een spraakstoornis. Zieleblindheid is veelal een gevolg van oppervlakkige beschadiging van de hersenschors van de achterhoofdskwabben, zieledoofheid wordt toegeschreven aan beschadiging van de hersenschors van de slaapbeen-kwab, terwijl gevoelsagnosie karakteristiek is voor een haard in de wandbeenkwab.

Gestoord handelen.

De patiënt is niet in staat bepaalde handelingen te verrichten (apraxie) hoewel er geen verlammingen van de zenuwen en spieren of eoördinatiestoornissen aantoonbaar zijn. Ook hier is sprake van een beschadiging van de schors van de grote hersenen, alhoewel het beschadigde gebied niet bijzonder groot behoeft te zijn.

Bij gestoord handelen wordt nog onderscheid gemaakt tussen een aantal vormen. De patiënten kunnen geen fijne bewegingen maken (innerfactorische apraxie). De bewegingen zijn grof en langzaam en er is een neiging tot meebewegen. Dit verschijnsel is te herleiden tot een beschadiging van de motorische schors van de grote hersenen en komt soms voor bij zwakzinnigen. Bij de andere vorm (idiokinetische apraxie) is het doen-alsof gestoord. Wanneer men bijvoorbeeld de patiënt vraagt te doen alsof hij trompet speelt, of vraagt een andere handeling te verrichten, dan brengt hij daarvan niets terecht. Ook is het mogelijk dat hij in plaats van de opgedragen handeling een geheel andere verricht.

Ten slotte is er nog een derde vorm (ideatorische apraxie). De patiënt is in het algemeen niet in staat tot het maken van gecompliceerde of samengestelde bewegingen, terwijl eenvoudige bewegingen correct worden uitgevoerd. Bekend is de situatie waarin de patiënt wordt gevraagd een sigaret aan te steken. De kans is dan groot dat hij de lucifer in de mond steekt en de sigaret langs het lucifersdoosje strijkt. Een dergelijke vorm kan voorkomen zowel bij beschadiging van bepaalde delen van de hersenen als bij zwakzinnigheid.


Relevante artikelen

Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.



Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

MEDISCH VOORBEHOUD

De informatie op Menselijk Lichaam is géén medisch advies. Neem bij twijfel over gezondheid, behandeling of medicijnen altijd contact op met een arts, specialist of apotheker.

Meer informatie

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Met het laatste nieuws en gezonde tips