Coördinatie
De soepele bewegingen van een atleet laten zien hoe de menselijke hersenen de honderden spieren in het lichaam reguleren. Om een dergelijke ingewikkelde reeks handelingen te kunnen uitvoeren hebben de menselijke hersenen een ingewikkeld controle en geleidingssysteem ontwikkeld, waar onze computer primitief bij lijkt.
Een baby wordt geboren met veel reflexen. Denk maar eens aan de snelheid, waarmee iemand zijn hand bij een hete pan vandaan trekt. Voor deze eenvoudige reflexhandeling zijn bewegingen nodig die door de hersenen worden gecontroleerd. Voor elke uitgevoerde beweging zijn er spieren nodig die zich samentrekken en spieren die zich ontspannen. Andere blijven samengetrokken om het lichaam te stabiliseren. Het proces, waardoor alle spieren gelijktijdig worden gestuurd, heet coördinatie.
Hoe werkt coördinatie?
Om dit te begrijpen kunnen we het beste een alledaagse handeling als voorbeeld nemen, zoals over een tafel leunen om een kop koffie op te pakken. Hoe regelen de hersenen deze op het oog eenvoudige handeling.
Eerst moet duidelijk zijn waar het kopje en de hand zich bevinden. Dit betekent dat de hersenen in staat moeten zijn om een beeld van de buitenwereld te hebben, zodat ze de noodzakelijke bewegingen kunnen organiseren. Dit wordt ruimtelijke waarneming genoemd.
Deze ruimtelijke waarneming moet geïnterpreteerd worden door de hersenen om een planning te kunnen maken. Dit actieplan moet daarna vertaald worden in een gedetailleerde serie instructies voor de spieren, zodat ze op het juiste moment zullen samentrekken. Tijdens de bewegingen die in gang worden gezet door de hersenen, komt er een voortdurende stroom aan informatie binnen van alle zenuwen in spieren en gewrichten over hun plaats en hun mate van samentrekking. Al deze informatie moet verzameld en verwerkt worden en eventueel moeten de bewegingen aangepast worden.
Om de hand de kop koffie te laten pakken moet er ook licht voorovergeleund worden. Dit verandert het zwaartepunt van het lichaam. Alle reflexmatige evenwichtsmechanismen moeten gereguleerd worden om te zorgen voor de juiste veranderingen in de spanning van de spieren, die ervoor zorgen dat de beweging over de tafel kan worden gemaakt. Dit betekent weer dat de spieren op de achtergrond ook gereguleerd moeten worden.
Eerste stadia van coördinatie
Alle bewegingen die we willen maken, moeten eerst geoefend worden. Zelfs zoiets eenvoudigs als lopen is in het begin een probleem voor een kind. Terwijl de hersenen van een kind rijpen en de verbindingen beter worden, worden de primitieve reflexen, waarmee het geboren werd, vervangen door meer gecompliceerde manieren van bewegen.
Dit komt doordat de zintuigen van het kind steeds beter gaan werken. Het kan zijn dat een stuk speelgoed door zijn heldere kleur de aandacht van het oog van het kind trekt, maar dan merkt het dat gewoon de hand uitsteken niet genoeg is om het object te pakken en het zal zich naar het object toe gaan bewegen. De eerste pogingen tot bewegen zijn niet gecoördineerd. Maar de bewegingen geven de nodige hersenverbindingen de kans om te leren wat er moet gebeuren. Zo leren de hersenen de coördinatie, die nodig is om het kind te laten kruipen.
Wanneer het kind ontdekt dat het mogelijk is rechtop te staan, moet het cerebellum een nieuwe serie informatie leren verwerken, die uit het evenwichtscentrum in de hersenstam komt. Lopen is daarna weer iets dat geleerd moet worden. Er is veel oefening voor nodig, waarbij het cerebellum samenwerkt met de motorische schors om de juiste spierbewegingen te leren.
De afzonderlijke delen van elke handeling die op deze manier wordt geleerd, worden vooraf geprogrammeerd naar het ruggenmerg, maar ze moeten op elkaar afgestemd worden om een gecoördineerde handeling te kunnen uitvoeren. Dit is te vergelijken met een dirigent, die alle instrumenten zo op elkaar afstemt dat er een harmonieus geluid ontstaat.
Wanneer deze relatief eenvoudige handelingen goed verlopen, zijn de hersenen zo goed geprogrammeerd dat er geen concentratie meer voor nodig is. De premotorische schors zegt ’loop’ en daarop worden de juiste instructies gegeven ofn de ingewikkelde mechanische handelingen uit te voeren die nodig zijn. Het cerebellum regelt de voortzetting van de handeling, maar dit wordt steeds
minder een bewust proces. Wanneer een nieuw probleem opduikt, bijvoorbeeld een verandering in de houding van de voet door het dragen van hoge hakken, moet er even geherprogrammeerd worden en is er weer even concentratie nodig tot de motorische schors opnieuw geïnstrueerd is.
Geavanceerde coördinatie
Dit houdt in de coördinatie tussen de oogbewegingen en de gezichtscentra in de hersenen en daarna met de bewegingen van de rest van het lichaam.
Het is duidelijk dat dit soort coördinatie, waarvoor een groot deel van de hersenen gebruikt wordt, de laatste is die in de kindertijd rijpt. Hier wordt de basis gevormd voor het leren van de complexe bewegingen die nodig zijn voor bijvoorbeeld het bespelen van een muziekinstrument.
De hersenen van sommige mensen lijken beter uitgerust om zich op een bepaalde manier te ontwikkelen. Maar de mogelijkheid van de mens tot het uitvoeren van comlexe coördinaties hangt voor een belangrijk deel af van de concentratie om deze programma’s op te bouwen.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.