Beenmergtransplantatie

Beenmergtransplantatie biedt hoop aan ernstig zieke mensen. Beenmergtransplantatie maakt het mogelijk hogere doses cytostatica te gebruiken waardoor de celdodende werking toeneemt.

Vormen van transplantatie

Syngeen
De donor van een syngeen transplantaat (ook wel isogeen transplantaat genoemd) is de identieke (eeneiige) tweelingbroer of -zus van de ontvanger. Identieke tweelingen hebben dezelfde erfelijke eigenschappen waardoor de ontvanger niet het risico loopt van een ernstige reactie op het transplantaat; de ’graft-versus-host-reactie’ (’transplantaat tegen gastheer’) genoemd, of van afstoting van het transplantaat. Slechts weinig mensen hebben echter een identieke tweelingbroer of -zus.

Allogeen
De donor is een broer, zus of ouder van de ontvanger. Om vast te stellen of het beenmerg van donor en ontvanger verenigbaar is wordt HLA-onderzoek gedaan. Hierbij worden de HLA’s (humane lymfocyten antigenen) onderzocht. Dit zijn zes eiwitten die zich op het oppervlak van de witte bloedcellen en de meeste andere cellen van het lichaam bevinden. De kans op een HLA-overeenkomst van donor en ontvanger is ongeveer 25 procent als er twee broers of zusters in een familie onderzocht worden, maar neemt toe tot ongeveer 75 procent als dat er zes zijn.

Autoloog
Bij autologe beenmergtransplantatie wordt beenmerg van de patiënt zelf afgenomen, waarna hij wordt onderworpen aan hoge doses cytostatica en eventueel bestraling. Na deze behandeling wordt het beenmerg aan de patiënt teruggegeven. Bij autologe beenmergtransplantatie is er geen kans op de graft-versus-host-reactie.

Niet-verwante donoren

Bij dit type beenmergtransplantatie wordt gebruik gemaakt van niet-verwante donoren voor allogene beenmergtransplantatie. Deze donoren worden geselecteerd op grond van het feit dat hun HLA-systeem identiek of vrijwel identiek is aan dat van de ontvanger. Er is een Europese Beenmerg Registratie opgezet om HLA-overeenkomstige beenmergdonoren te helpen vinden.

Hoe verloopt beenmergtransplantatie?

Beenmerg afstaan is ingewikkelder dan bloed afstaan. Het beenmerg wordt in het ziekenhuis onder algehele narcose afgenomen uit het heupbeen van de donor. Dit beenmerg wordt vervolgens ingespoten in een ader van de ontvanger. Vandaar wordt het met de bloedstroom meegevoerd en bereikt het tenslotte de holten in de botten waar het nieuwe cellen aanmaakt. Gedurende de gehele tranplantatieprocedure verblijft de ontvanger in een speciale ziekenhuiskamer die met gefilterde lucht geventileerd wordt om de kans op infectie zo klein mogelijk te houden. Als er geen grote complicaties optreden kan de ontvanger binnen vier tot zes weken het ziekenhuis verlaten.

Bij allogene en syngene beenmergtransplantatie wordt het beenmerg gewoonlijk op dezelfde dag afgenomen van de donor en ingespoten bij de ontvanger. Bij autologe transplantatie wordt het beenmerg in bevroren toestand opgeslagen (deze cellen kunnen maanden tot jaren bevroren blijven) totdat de patiënt de behandeling met hoge doses cytostatica, met of zonder bestraling, heeft afgerond. Dan wordt het opgeslagen beenmerg ontdooid en weer in het lichaam ingespoten. Beenmerg afstaan is een unieke vorm van donorschap omdat het afgestane beenmerg weer wordt aangevuld en het verlies van beenmerg niet noemenswaardig is. Dit is anders bij het afstaan van een nier, waarbij de donor slechts één orgaan overhoudt.

Wanneer is beenmergtransplantatie zinvol?

De beste resultaten na allogene en syngene beenmergtransplantatie zijn tot nu toe verkregen in gevallen van ernstige aplastische anemie, chronische myeloïde leukemie en terugval van acute niet-lymfatische leukemie in remissie. Er is klinisch onderzoek gedaan om de waarde te bepalen van beenmergtransplantatie tijdens remissies van acute niet-lymfatische leukemie, acute lymfatische leukemie, lymfomen en neuroblastomen. Mensen met deze ziekten hebben een zeer grote kans om binnen vrij korte tijd te overlijden, tenzij ze een of andere vorm van behandeling krijgen, bijvoorbeeld transplantatie.

Met autologe transplantatie zijn tot nu toe de beste behandelresultaten verkregen bij de ziekte van Hodgkin en non-Hodgkin lymfoom. Op dit moment lijken de mensen bij wie de ziekte op chemotherapie reageert of die opnieuw een complete remissie bereiken na een terugval na chemotherapie de beste kandidaten voor deze vorm van behandeling. Proefstudies onderzoeken de waarde van beenmergtransplantatie bij andere tumoren zoals borstkanker.

Wat zijn de risico’s van beenmergtransplantie?

De voornaamste oorzaak van ziekte en dood ten gevolge van beenmergtransplantatie is niet transplantaatafstoting maar de graft-versus-host-reactie. Door deze complicatie kunnen de huid, de lever, het maag-darmkanaal en de longen aangetast worden. Deze reactie is de belangrijkste complicatie bij allogene transplantatie maar komt niet voor bij syngene of autologe transplantatie. Het sterftecijfer door graft-versus-host-reactie bedraagt 25 procent in de eerste honderd dagen na allogene beenmergtransplantatie. Het tweede grote probleem is een vorm van longontsteking die veroorzaakt kan worden door een infectie of door andere complicaties.

De toekomst

Er worden aanvullende technieken ontwikkeld om leukemieën en lymfomen te behandelen. Een ervan is het gebruik van specifieke antistoffen (monoclonale antistoffen) die gericht zijn tegen de kankercellen. Nadat het beenmerg verwijderd is, wordt het behandeld met de monoclonale antistoffen en eventueel met cytostatica, voordat het aan de patiënt wordt teruggegeven. Deze techniek is toepasbaar gemaakt voor autologe transplantatie.


Relevante artikelen

Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.



Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

MEDISCH VOORBEHOUD

De informatie op Menselijk Lichaam is géén medisch advies. Neem bij twijfel over gezondheid, behandeling of medicijnen altijd contact op met een arts, specialist of apotheker.

Meer informatie

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Met het laatste nieuws en gezonde tips