Narcose

De anesthesist komt meestal de dag voor de operatie bij u en bespreekt uw conditie. Als het goed is, legt hij ook uit welke vorm van narcose zal worden toegepast. Tegenwoordig zijn er vele mogelijkheden, die alle voor- en nadelen hebben. Bij sommige operaties staat de vorm van narcose eigenlijk vast. Bij andere is er een mogelijkheid om te kiezen.

De vormen van narcose die in onze landen worden toegepast zijn de volgende:

Plaatselijke verdoving.

U krijgt een injectie in de buurt van de plaats waar geopereerd gaat worden. Het voordeel van deze vorm van narcose is dat u nauwelijks een nawerking van de verdoving ondervindt. Wel ’maakt u alles mee’. Sommigen vinden dat een voordeel, anderen een nadeel.

Algehele narcose.

Hierbij wordt u in slaap gebracht, waarna u tijdens de gehele operatie in een soort coma verkeert. Gedurende die tijd wordt u beademd. Bij de meeste van de grote operaties (in de buik- of borstholte en in het hoofd-halsgebied) wordt deze vorm van narcose gebruikt. Het nadeel is dat u doorgaans wat beroerd bent van de narcose. U bent enige tijd bedwelmd geweest met stoffen die het lichaam in principe niet goed verdraagt. Voor deze vorm van narcose moet u dan ook een redelijke conditie hebben. Vanzelfsprekend ervaart u niets van wat er tijdens de operatie gebeurt.

De volgende vorm is als het ware een ’tussenvorm’ tussen een plaatselijke en een algehele narcose:

Regionale anesthesie.

Hierbij wordt een groot gebied rond de operatieplaats verdoofd en lam gelegd. Het grote voordeel boven de algemene narcose is dat uw hart en longen geen nadeel van de anesthesie ondervinden. Het voordeel boven de plaatselijke narcose is dat het pijngevoel ook weg is in de diepere lagen van het lichaam en dat het lichaamsdeel verlamd is. Daardoor kunnen ook grotere operaties worden uitgevoerd, bijvoorbeeld het inzetten van een kunstheup. U bent tijdens de operatie helemaal wakker, hoewel u altijd wel een kalmeringstablet krijgt en daardoor mogelijk slaperig bent. Dit soort van anesthesie wordt veel toegepast bij operaties aan armen en benen.
Er zijn verschillende vormen van regionale anesthesie. Deze verschillen in de plaats waarop het verdovend middel wordt ingespoten: in het ruggenmerg, vlak in de buurt daarvan of iets verder op in het verloop van een zenuw. Van een ruggenprik kunt u misschien naderhand enige hoofdpijn krijgen. Een prik in het verloop van een zenuw geeft wat tintelingen. De verschillen zijn verder vooral technisch en afhankelijk van de soort operatie en de ervaring van de anesthesist.

De twee vormen waartussen u soms mag kiezen zijn algemene narcose en regionale anesthesie. Als u erg nerveus bent en denkt dat u het niet aankunt de hele operatie mee te maken, kunt u vragen of algemene narcose in plaats van regionale verantwoord is. Omgekeerd kan een slechte ervaring met algemene narcose (flink beroerd zijn achteraf of lang concentratieverlies) voor u reden zijn met de anesthesist de mogelijkheid van regionale anesthesie te bespreken.


Relevante artikelen

Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.



Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

MEDISCH VOORBEHOUD

De informatie op Menselijk Lichaam is géén medisch advies. Neem bij twijfel over gezondheid, behandeling of medicijnen altijd contact op met een arts, specialist of apotheker.

Meer informatie

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Met het laatste nieuws en gezonde tips