Anesthesie
Anesthesie, Ongevoeligheid; speciaal de tijdelijke pijnloosheid die door anesthetisch werkende medicijnen wordt veroorzaakt. Er zijn algemeen werkende narcosemiddelen en plaatselijk werkende (lokale anesthesie). Het eerste in de medische wetenschap toegepaste narcosemiddel was ether. De Amerikanen Morton en Jackson bestudeerden in 1840 de geschiktheid van ether voor medische doeleinden. Het gebruik van ether maakte het mogelijk pijnloos te opereren waardoor het de chirurgische wetenschap en operatietechniek een volledige ontwikkelingsmogelijkheid bood en deze tot een van de belangrijkste gebieden van de medische wetenschap maakte.
Meestal ademt de patiënt een mengsel van lucht en verdovende gassen of dampen (lachgas, halothaan etc.) in (inhalatie, zie ook intubatie). Na enige ademhalingen wordt hij bewusteloos, de spieren ontspannen zich en er treedt een toestand in waarbij de patiënt geen pijn ervaart. Andere narcosemiddelen worden in de vorm van injecties, zetpillen of tabletten gegeven.
De narcose is zo belangrijk en in vele gevallen zo gecompliceerd dat deze tegenwoordig meestal door een speciaal opgeleide arts, de anesthesist, wordt gegeven. Hij is gedurende de narcose uitsluitend belast met het waarnemen van de patiënt en de controle van de narcose.
Vormen van anesthesie
De plaatselijke verdoving maakt slechts een begrensd deel van het lichaam pijnloos. De patiënt blijft dan bij bewustzijn, misselijkheid en versuftheid, die dikwijls na de narcose ontstaan, komen dan niet voor. Bij de plaatselijke verdoving worden zenuweinden of gehele zenuwstrengen, die de pijnprikkels geleiden, tijdelijk uitgeschakeld. Typische middelen voor de plaatselijke verdoving zijn novocaïne en cocaïne. Bij de lumbaalanesthesie (spinale anesthesie) worden verdovende middelen in het onderste gedeelte van het wervelkanaal geïnjecteerd. Op deze wijze kunnen gedeelten van het lichaam, bijvoorbeeld onderlichaam en benen, gevoelloos gemaakt worden.
Bij de epidurale anesthesie kunnen over het gehele traject van de wervelkolom lokaal anesthetisch werkende medicamenten ingebracht worden in de zogenaamde epidurale ruimte, waardoor ongevoeligheid ontstaat in het lichaamsgedeelte dat door de betrokken zenuwen verzorgd wordt. Voor het uitschakelen van de pijn bij het trekken van tanden en kiezen of bij andere operaties in de kaak voert de tandarts een plaatselijke verdoving uit.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.