Transplantatie
Transplantatie, Overplanting; vroeger verstond men daaronder het overplanten van stukken huid naar defecte plekken, bijvoorbeeld slecht genezende zweren, brandwonden, of verminkingen na ongelukken. Ook bij troebelheid van het hoornvlies werden wel gezonde stukjes hoornvlies overgeplant. Ging het daarbij om transplantatie van weefsel, tegenwoordig worden in toenemende mate hele organen overgeplant, die de functie van een ziek orgaan overnemen.
Het opnemen van een orgaan wordt sterk bemoeilijkt door de zogenaamde immunologische barrière, dat wil zeggen de afweerreactie van het organisme van de ontvanger tegen de vreemde eiwitten van de donor, wat leidt tot afstoting en alleen met ingrijpende maatregelen kan worden overwonnen. Om de afweer van het lichaam te verminderen wordt gebruikgemaakt van bepaalde medicamenten (bijvoorbeeld corticosteroïden). Daarbij wordt voordat tot een transplantatie wordt overgegaan een zogenaamde hla-typering (zie hla) uitgevoerd, waarbij onderzocht wordt welk van de beschikbare donororganen het beste past bij een ontvanger. Hoe meer overeenkomsten in de hla-typering, des te minder kans op afstoting. De beste resultaten zijn geboekt bij niertransplantaties; ook hart-, long-, lever- en beenmergtransplantaties worden veelvuldig uitgevoerd.
Een autologe transplantatie is een transplantatie waarbij weefsels of organen gebruikt worden afkomstig van het individu zelf of van een eeneiige tweelingpartner.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.