Donororganen
Als iemand een nier, hart, long, alvleesklier of dunne darm heeft die niet meer goed functioneert of is aangedaan door een ziekte, kan deze vervangen worden door een donororgaan. Een donororgaan is afkomstig van een donor. Deze man of vrouw heeft in het donorcodicil aangegeven dat hij of zij donor wil zijn na overlijden en welke organen bij hem of haar weggenomen mogen worden, om deze naar iemand anders te transplanteren.
Een donororgaan komt niet altijd van mensen af die dood zijn gegaan. Het kan ook dat iemand aan een ziek familielid één van zijn nieren of longen afgeeft. Als de andere nier of long kerngezond is, is dit voor veel mensen namelijk ook voldoende om gewoon mee te kunnen leven. Zo kan er bij levertransplantatie ook een deel van de lever worden afgegeven. Dit orgaan is in staat om weer uit te groeien tot volledige lever, in zowel het oorspronkelijke lichaam als het nieuwe lichaam.
Verder kan het zo zijn dat iemand niet heeft aangegeven dat hij of zij donor wilt zijn, maar de nabestaanden gevraagd wordt of er organen ter beschikking mogen worden gesteld om andere mensen mee te helpen.
Procedure orgaandonatie bij overlijden
- De patiënt overlijdt in het ziekenhuis.
- De arts stelt vast of de patiënt echt doodgaat en dit niet te voorkomen is.
- De arts bekijkt of het orgaan geschikt is voor donatie.
- De arts kijkt in het donorregister of het orgaan gedoneerd mag worden van de patiënt zelf. Zo niet, dan worden nabestaanden om toestemming gevraagd.
- Nabestaanden blijven bij de overleden patiënt tot aan de operatie.
- De computer zoekt welke zieke patiënt het beste past bij het beschikbare orgaan.
- Het orgaan wordt direct getransplanteerd.
Leven met een donororgaan
Als iemand ziek is, maar de kans erg groot is dat hij of zij met een donororgaan nog lang kan leven, komt hij of zij op de lijst te staan voor een orgaandonor. Als er een orgaan beschikbaar komt, wordt deze zo snel mogelijk van de overledene naar de patiënt getransplanteerd. Een orgaan kan namelijk niet zo lang zonder bloed en zuurstof.
Een orgaantransplantatie is een heftige ingreep. De operatie brengt dan ook een aantal risico’s met zich mee. Zo kan het lichaam de orgaandonor afstoten, omdat het registreert dat er een onbekend deel binnengedrongen is. Om deze reden moeten mensen met een donororgaan ook altijd de rest van hun leven medicatie gebruiken, die het afstoten van het nieuwe, vreemde orgaan voorkomen. Het nadeel van deze medicatie is dat het natuurlijke afweersysteem wordt verminderd en een patiënt hierdoor verhoogd risico loopt op ziekte en infecties.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.