Wanneer geen medicijnen
Hieronder besteden we aandacht aan groepen gebruikers bij wie de arts in de regel voorzichtiger met medicijnen zal omgaan. Achtereenvolgens komen aan de orde het gebruik van medicijnen bij kinderen, bij ouderen en bij zwangeren en zogenden.
In bijsluiters zult u vaak een rubriek waarschuwingen aantreffen. U leest daarin onder andere wanneer u het geneesmiddel beter niet of met een zekere voorzichtigheid kunt gebruiken. Mensen bij wie de lever bijvoorbeeld niet goed functioneert, kunnen bepaalde geneesmiddelen niet gebruiken omdat die middelen in de lever chemisch moeten worden omgezet. De chemische omzetting kan nodig zijn om het lichaam in staat te stellen het middel uit het lichaam te verwijderen. Een andere waarschuwing geldt voor mensen met een beperkte nierwerking. Door een slechte nierwerking is het lichaam onvoldoende in staat bepaalde geneesmiddelen uit het lichaam te verwijderen.
Een belangrijke reden om een geneesmiddel niet te gebruiken, is wanneer u er overgevoelig voor bent. Als u overgevoelig bent voor een bepaalde stof, kan dat ook gelden voor stoffen die daar sterk op lijken. Bent u dus overgevoelig voor een penicilline, dan bent u dat ook voor alle andere penicillinen.
Bovenstaande redenen om een geneesmiddel niet of met voorzichtigheid te gebruiken, noemen we ook wel een contra-indicatie.
Kinderen
Kinderen reageren soms heel anders op medicijnen dan volwassenen. In de bijsluiter van diverse geneesmiddelen staan daarom speciale kinderdoseringen. Soms zijn ze afgeleid van het gewicht van het kind, soms zijn ze relatief hoger, soms relatief lager dan wat je zou verwachten.
Sommige geneesmiddelen mogen door kinderen niet worden gebruikt omdat ze juist in de kindertijd bijzondere bijwerkingen hebben. Voorbeelden daarvan zijn de antibiotica tetracycline en doxycycline, die invloed hebben op de bot- en tandvorming. Een gevolg van het gebruik van deze middelen is onder andere dat de tanden geel worden. Ook als van een bepaald geneesmiddel niet bekend is wat het effect van het middel bij kinderen is, zal het niet worden gebruikt. Bij zeer jonge kinderen, vooral bij pasgeborenen, zal de arts extra voorzichtig zijn, omdat de organen van deze kinderen nog niet optimaal werken.
Het is erg belangrijk dat u de bijsluiter goed leest voor u uw kind een medicijn geeft. Dat geldt vooral voor geneesmiddelen die u zonder recept heeft gekocht. In de bijsluiter wordt de dosering aangegeven en vanaf welke leeftijd het middel mag worden gebruikt. Ook staan er soms speciale waarschuwingen in. Zo mag acetylsalicylzuur (Aspirine, Acetylsalicylzuur) of carbasalaatcalcium (calciumzout van acetylsalicylzuur: Carbasalaatcalcium, Ascal) niet worden gebruikt als uw kind griep of de bof heeft. Als u een middel op recept heeft gekregen, zal het ook voorzien zijn van een etiket. De dosering die daarop wordt vermeld, kunt u vergelijken met de bijsluiter. Bij verschillen kunt u uw arts of apotheker raadplegen. Uw arts kan een goede reden hebben om een hogere of lagere dosering voor te schrijven. Ook de bijsluiter van receptgeneesmiddelen moet u natuurlijk goed lezen. Bij onduidelijkheden moet u uw arts of apotheker raadplegen. Wij adviseren u om niet op eigen houtje de medicatie voor uw kind te veranderen of te stoppen met het gebruik, maar dat alleen te doen na overleg met degene die het middel heeft voorgeschreven.
Het blijkt soms erg moeilijk om een kind een geneesmiddel toe te dienen; soms vanwege de smaak, de tabletvorm of de bedreigende zetpil of oogdruppel. Lukt het niet het geneesmiddel bij uw kind naar binnen te krijgen, vraag dan advies in de apotheek. Diverse drankjes of poeders mogen namelijk worden gemengd met yoghurt, melk, vla, warm eten of appelmoes. Sommige tabletten mag u fijnmaken en er zijn capsules die u mag openen. U kunt in overleg met uw arts ook een andere toedieningsvorm kiezen. Zo kunt u in plaats van een tablet een zetpil of misschien wel een drankje proberen. In sommige gevallen kan de apotheek een speciale toedieningsvorm voor uw kind bereiden.
Tot slot willen we u waarschuwen dat kleine kinderen geneesmiddelen gemakkelijk aanzien voor iets dat ze kunnen opeten. Vergiftigingen met geneesmiddelen komen bij kinderen dan ook regelmatig voor. Berg uw medicijnen en die van uw kind dus buiten het bereik van grijpgrage vingertjes op. Dat geldt ook voor ogenschijnlijk simpele medicijnen als vitamine A en D en voor fluortabletjes.
Ouderen
Met het ouder worden neemt de kans op kwaaltjes en ziekten toe, en daarmee ook het gebruik van geneesmiddelen. Vaak gebruiken ouderen meer dan één geneesmiddel.
Als een arts een geneesmiddel aan oudere mensen voorschrijft, zal hij nog alerter zijn dan bij een jonge volwassene. Waar let hij dan zoal op?
Als iemand ouder wordt, kan zijn lichaam anders reageren op een geneesmiddel. Door het verouderingsproces kan bijvoorbeeld de werking van de nieren verminderen. Men schat dat dat bij ongeveer twee derde van de oudere mensen het geval is. Een geneesmiddel dat door de nieren moet worden uitgescheiden, zal daardoor langer in het lichaam blijven. Als de dosis gelijk blijft, stijgt de concentratie van de stof in het lichaam, met als gevolg meer kans op bijwerkingen.
Vaak wordt al een ander geneesmiddel, soms voor een andere kwaal, gebruikt. De vraag is dan of het nieuwe middel goed samengaat met het reeds gebruikte middel.
Ouderen kunnen extra gevoelig zijn voor bepaalde geneesmiddelen, en ook voor de bijwerkingen. Het is niet altijd duidelijk hoe dat komt. Bepaalde medicijnen hebben ook juist een averechts effect, dus in plaats van kalmering ontstaat onrust.
Sommige bijwerkingen kunnen bij oudere mensen eerder nare gevolgen hebben. Zo kunnen slaap- en kalmeringsmiddelen spierverslapping veroorzaken. Oudere mensen vallen gemakkelijker; dit risico wordt door deze middelen versterkt. Een losliggend kleedje of lichtheid in het hoofd bij het opstaan, kan dan al gauw tot een gebroken heup leiden.
Als u oud bent, heeft u meer last van vergeetachtigheid. Het komt regelmatig voor dat bijvoorbeeld een tablet of inhalatie wordt overgeslagen. Dat kan de werkzaamheid van de therapie sterk verminderen. Een medicijndoos met een week- of dagaanduiding, en een verdeling per dag met de tijdstippen van inname, kan nuttig zijn. Ook hulp van familie of anderen kan nodig zijn. Net als bij jongere mensen is begrip van de medicijnen van groot belang. Waar zijn ze voor en waarom moet ik ze gebruiken zoals staat voorgeschreven? Een goede mondelinge en zelfs schriftelijke uitleg van de arts en een goed leesbare bijsluiter uit de apotheek zijn dan nuttige hulpmiddelen. Een voorbeeld: het gebruik van het sterkwerkende plasmiddel furosemide wordt nog wel eens een paar dagen gestopt omdat de gebruiker even niet steeds naar de wc wil gaan. Niet onlogisch als je familie over de vloer hebt of naar een gezellige bijeenkomst gaat. Maar mogelijk aanwezig hartfalen kan daardoor ernstig verslechteren, soms met spoedopname in het ziekenhuis als gevolg.
Het is nuttig regelmatig het gebruik van uw geneesmiddelen te bespreken. Wat voor last heeft u bijvoorbeeld van het nieuwe medicijn? Soms verdwijnt een bijwerking na een simpele wijziging in het tijdstip van innemen of in de toedieningsvorm. Niet alleen bijwerkingen kunnen in zo’n gesprek aan de orde komen. De arts zal ook af en toe de effectiviteit van een middel willen beoordelen en met u nagaan of het middel nog nodig is en of het nog wel voldoet.
Kortom, als oudere loopt u grote kans een geneesmiddel te moeten gebruiken en vaak meer dan één. In goed overleg met uw arts, en waar nodig met uw apotheker, moet uw geneesmiddelengebruik (steeds opnieuw) zorgvuldig worden beoordeeld en begeleid.
Zwangerschap
Om allerlei redenen kan er iets mis gaan bij de vorming van een kind in de baarmoeder. Veel is daarover niet bekend. Een klein deel van de stoornissen die na de bevalling of soms veel later duidelijk worden, is het gevolg van geneesmiddelengebruik. Uit onderzoek blijkt dat we in de regel voorzichtig omgaan met geneesmiddelen tijdens de zwangerschap. Dat is maar goed ook, want van diverse geneesmiddelen is bewezen dat ze slecht zijn voor het ongeboren kind. De ouderen onder ons zal de Softenon-affaire nog vers in het geheugen liggen. Dit geneesmiddel kwam omstreeks 1960 op de markt als slaapmiddel, maar bleek bij gebruik door zwangeren bij de ongeboren kinderen zeer ernstige afwijkingen aan de ledematen te veroorzaken. Van lang niet alle geneesmiddelen is precies bekend welk risico de ongeboren vrucht loopt. Wel weten we wat ze bij dieren doen, omdat daarmee in laboratoria proeven zijn gedaan. Maar een proef met een dier zegt weinig over de effecten bij de mens. Voordat een geneesmiddel op de markt komt, is er wel veel onderzoek gedaan, onder andere bij vrijwilligers en bij zieke mensen die daarvoor toestemming hebben gegeven.
U zult begrijpen dat het niet verantwoord is ongeboren kinderen aan nieuwe geneesmiddelen bloot te stellen. Maar hoe komen we dan aan informatie over deze middelen? Incidenteel worden toch geneesmiddelen tijdens de zwangerschap gebruikt waarvan de effecten niet altijd bekend zijn. Bijvoorbeeld omdat de vrouw niet weet dat ze zwanger is, of soms omdat ze er niet zonder kan. Het is belangrijk dat de daaruit voortvloeiende informatie in medische tijdschriften wordt gepubliceerd, zodat artsen en andere deskundigen hiervan kennis kunnen nemen. In de loop van de jaren is er op die manier een informatiesysteem over geneesmiddelen bij zwangerschap opgebouwd, dat in de dagelijkse praktijk wordt gebruikt. Geneesmiddelen zijn in dit systeem ingedeeld in klassen die een idee geven van de betrekkelijke veiligheid van zo’n middel. Dit systeem kan de arts bijvoorbeeld vinden in het Farmacotherapeutisch Kompas. Goed geautomatiseerde apotheken passen dit systeem, of een afgeleide daarvan, toe.
Als u zwanger bent, kunt u dat aan uw apotheker doorgeven, die vervolgens controleert of u geen geneesmiddelen met risico krijgt voorgeschreven. Ook de bijsluiter van de fabrikant geeft informatie over het risico van een geneesmiddel tijdens zwangerschap. Het komt soms voor dat de informatie in de bijsluiter afwijkt van die in het genoemde systeem. Overleg dan met arts of apotheker om meer duidelijkheid te krijgen. De bijsluiter, uw apotheker en uw arts zijn ook informatiebronnen als u op eigen initiatief een geneesmiddel wilt aanschaffen terwijl u zwanger bent.
Een goed uitgangspunt is om alleen geneesmiddelen te gebruiken die strikt noodzakelijk zijn. Is dat het geval, dan zal uw arts een zo veilig mogelijk middel kiezen. Dat laatste blijkt helaas niet altijd mogelijk, bijvoorbeeld als de kwaal erger is dan het middel. Dat geldt bijvoorbeeld bij epilepsie. Als epilepsie niet wordt behandeld, is de kans op misvormingen van het ongeboren kind groter dan door behandeling met middelen tegen epilepsie. Ook kan het middel simpelweg noodzakelijk zijn voor de moeder.
Tot slot willen we u op het hart drukken dat u ook al in de periode dat u zwanger probeert te worden, moet handelen alsof u zwanger bent. Juist in de eerste dagen van de zwangerschap worden al essentiële organen aangelegd, of althans een begin daarvan. Vooral de aanleg van het zenuwstelsel is in de eerste zwangerschapsweken zeer belangrijk. Dus ook als u nog niet zeker weet of u zwanger bent, moet u er rekening mee houden dat geneesmiddelen een negatieve invloed kunnen hebben.
Borstvoeding
Over de invloed van geneesmiddelen op de borstvoeding en op de baby is eigenlijk nog minder bekend dan over de invloed tijdens de zwangerschap. Wat we wel weten, is weer terug te vinden in een informatiesysteem over geneesmiddelen bij borstvoeding. Dit kan de arts raadplegen in het Farmacotherapeutisch Kompas. Net als bij een zwangerschap zal de arts alleen geneesmiddelen voorschrijven als die echt nodig zijn. Als zo’n middel maar kort gebruikt hoeft te worden, kan de melk worden afgekolfd. Het kind krijgt dan tijdelijk de fles. Het liefst gebruikt de arts geneesmiddelen die niet overgaan in de moedermelk, of geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze veilig zijn voor de pasgeborene. Soms ontkomt de arts er niet aan een (mogelijk) minder veilig geneesmiddel voor te schrijven. Overleg dan met uw arts of u met de borstvoeding wilt doorgaan.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.