Trombolyse
Bloedstolsels ontstaan in bloedvaten op plekken, waar de binnenwand van een vat aangetast is. Door bloedstolsels kunnen bloedvaten plotseling helemaal worden afgesloten. Wanneer dit zich in het hart of de hersenen voordoet, dan kan dit zeer gevaarlijk zijn, er dreigt dan een beroerte of een hartinfarct.
In dergelijke noodgevallen kan de arts proberen om met behulp van een medicament het bloedvat weer doorgankelijk te maken. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van medicijnen die bloedstolsels kunnen oplossen. Deze worden oftewel gemaakt uit menselijke urine (urokinase) of uit de bacteriesoort streptococcen (streptokinase).
Deze methode een bloedvat weer doorgankelijk te maken, wordt trombolyse genoemd. Trombolyse is weliswaar ook een proces dat op natuurlijke wijze in ons lichaam plaatsvindt, maar door urokinase of streptokinase wordt het vele malen versneld.
Hoe wordt een trombolyse gedaan?
Er zijn twee manieren om het medicijn op de plaats te krijgen waar het zijn werking moet ontplooien. In de meeste gevallen wordt het via een ader in het lichaam gespoten. Het wordt daarna gelijkmatig via de bloedsomloop verdeeld en bereikt de plek waar de vaataf-sluiting zit. Deze methode wordt systemische trombolyse genoemd.
Het nadeel van deze methode is dat daarbij een grote hoeveelheid van het medicijn nodig is en dat het in het hele vaatstelsel werkzaam is.
Daarom probeert men ook wel om het medicijn heel gericht met behulp van een catheter naar de plaats van de afsluiting te brengen. Artsen spreken in dit geval van een selectieve trombolyse.
Deze methode is echter erg duur en draagt bepaalde risico’s in zich. Het kan alleen gedaan worden wanneer men gelijktijdig röntgencontrastbeelden maakt. Dit heet ‘percutane transluminale catheterangiografie’ (PTCA). De route van de catheter door de bloedvaten wordt daarbij gevolgd op een monitor onder constante röntgendoorlichting.
Wanneer wordt een trombolyse toegepast?
In principe kan trombolyse bij allerlei soorten vaatafsluiting worden toegepast. Afsluitingen in de aderen die het bloed naar het hart toe vervoeren worden op dezelfde manier opgeheven als afsluitingen in slagaderen die het bloed van het hart afvoeren.
Een kenmerkende en veel voorkomende toepassingsmogelijkheid is het hartinfarct. Maar ook bij een long-embolie, bij een afsluiting van de centrale arterie achter de oogbol of bij een trombose in de beenaderen wordt nogal eens van deze methode gebruik gemaakt.
Wanneer is een trombolyse niet mogelijk?
Er bestaat een groot aantal aandoeningen waarbij geen trombolyse mag worden toegepast. De medicijnen die bij een trombolyse worden gebruikt, zouden bij een verhoogde bloedingsneiging of hoge bloeddruk bloedingen kunnen veroorzaken.
Hetzelfde geldt bij een maagzweer, kanker en bij arteriosclerose van de hersenarteriën. Over het algemeen wordt voor systemische trombolyse een leeftijdsgrens aangehouden van 75 jaar.
In het systeem van de bloedstolling heerst een kwetsbaar evenwicht tussen de vorming van bloedstolsels en het oplossen daarvan. Voortdurend worden bloedstolsels gevormd en weer afgebroken. Microscopisch kleine wondjes in de vaatwand moeten door bloedstolsels worden dichtgemaakt. Daarom kan men bijvoorbeeld na een operatie beslist geen trombolyse toepassen, omdat er dan zeker nabloedingen van de operatiewond zouden optreden.
Is een trombolyse gevaarlijk?
Ja, de criteria van uitsluiting voor een trombolyse laten duidelijk zien welke gevaren er aan deze behandelingsmethode verbonden zijn.
Om deze reden zal men trombolyse alleen toepassen wanneer de tijd daarvoor rijp is en wanneer de vaatafsluiting echt dramatisch verloopt, bijvoorbeeld bij een hartinfarct.
Bij de selectieve trombolyse van een kransslagader is het risico op bloedingen aanzienlijk kleiner. Daartegenover staan echter risico’s zoals hartritme stoornissen, verwondingen aan het hart of het opnieuw optreden van een vaatafsluiting.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.