Bloedsuikerspiegel
Het is belangrijk om te beseffen dat ons energieniveau in hoge mate afhankelijk is van het specifieke type suiker dat we regelmatig consumeren. En ons energiepeil is weer de factor die het sterkst onze lichamelijke en geestelijke activiteit beïnvloedt. Het bewaren van een consistent adequate bloedsuikerspiegel is een noodzakelijke voorwaarde voor een gevoel van welbevinden.
Alle overtollige suiker die we consumeren wordt in glycogeen omgezet en in de lever en spieren opgeslagen voor toekomstig gebruik. In het bloed is altijd een zekere hoeveelheid glucose aanwezig om indien nodig de hersenen, spieren en organen snel van energie te voorzien. Een gecompliceerd hormonaal regelmechanisme ziet erop toe dat de bloedsuiker op een redelijk constant peil blijft. In dit mechanisme is een rol weggelegd voor glucoreceptorcellen in de hersenen, die impulsen sturen naar de hypofyse, de ‘opperklier’ in de hersenen. De hypofyse stuurt vervolgens hormonen naar de bijnieren, lever en alvleesklier. De alvleesklier is de laatste bloedsuikerregulator. Wanneer onze bloedsuikerspiegel hoger stijgt dan goed voor ons is, scheidt de alvleesklier insuline af, welk hormoon de overtollige glucose omzet in glycogeen. Een te lage bloedsuikerspiegel leidt tot de secretie van glucagon door de alvleesklier en adrenaline door de bijnieren, twee hormonen die glycogeen weer terug omzetten in glucose.
Wanneer nu dit gecompliceerde mechanisme onophoudelijk te sterk gestimuleerd wordt door enorme golven suiker uit snoepgoed of limonade, kan de alvleesklier geleidelijk aan uitgeput raken, tot op het punt dat de insulinesecretie vermindert of ophoudt – waarmee diabetes haar intrede doet. Een andere mogelijkheid is dat de uitscheidende cellen dermate gevoelig worden, dat ze in een overreactie veel te veel insuline uitscheiden, wat de bloedsuikerspiegel drastisch verlaagt en hypoglycemie veroorzaakt. Bekend is voorts dat excessieve insuline aan arteriosclerose bij draagt.
Een goede bloedsuikerspiegel ligt ergens tussen 90 en 100 mg glucose per 100 cc bloed. Op dit niveau zijn we energiek en voelen we ons goed. Wanneer het peil naar 70 mg daalt, treden honger, vermoeidheid en prikkelbaarheid in. Op lagere niveaus zijn uitputting, duizeligheid, hartkloppingen en misselijkheid veelvoorkomende verschijnselen.
Hoe kunnen we consistent een correcte bloedsuikerspiegel bewaren zonder onze regelende klieren te zwaar onder druk te zetten? Verrassend genoeg niet door meer zoetigheid te eten of meer limonade te drinken. Tafelsuiker is een geconcentreerde vorm van energie, die na inname de bloedsuikerspiegel weliswaar snel doet stijgen, maar het niveau daalt al vlug daarop naar een zelfs nog lagere waarde dan daarvoor. Prikkelbaarheid en vermoeidheid worden aldus verergerd.
bloedsuikerspiegel onderzoek
Er zijn talloze onderzoeken verricht naar de factoren die van invloed op de bloedsuikerspiegel zijn. In één studie bleek een eiwitrijk ontbijt effectief een consistent optimaal niveau te bewaren. In tegenstelling tot de suikerstofwisseling, die snel plaatsvindt, is de eiwitstofwisseling gecompliceerd en resulteert in een veel langzamer vrijkomen van suiker over een veel langere tijdsperiode. Met eiwit kunnen de bijnieren en de alvleesklier de suikerspiegel gemakkelijk onder controle houden, aangezien ze niet hoeven af te rekenen met plotselinge golven suiker. Sommige voedingsdeskundigen, onder wie de bekende naturopathische arts en schrijver dr. Paavo Airola, propageren het eten van veel natuurlijke granen, peulvruchten en zaden. Deze voedingsmiddelen voorzien in een combinatie van eiwit en zetmeel die ervoor zorgt dat de bloedsuikerspiegel consistent op peil blijft. Bovendien worden de bij een excessieve consumptie van dierlijk eiwit loerende gevaren vermeden.
Een andere effectieve manier om een lage bloedsuiker te voorkomen is regelmatig kleine maaltijden eten. Dit is niet alleen vriendelijker voor uw alvleesklier, maar verbetert tevens de stofwisseling en helpt u uw dieet vol te houden doordat zo dat hongergevoel vermeden wordt.
Een te grote consumptie van geraffineerde suiker en meelproducten is een van de grootste gezondheidsgevaren van onze tijd. Niettegenstaande alle waarschuwingen van voedingsdeskundigen, tandartsen en artsen neemt de gemiddelde consumptie nog steeds jaarlijks toe. Mensen vinden het moeilijk te geloven dat zulke lekkere dingen zulke nare eigenschappen kunnen hebben. Liever omhelzen ze de geadverteerde notie dat suiker nodig is als energieleverancier. Professor Yudkin merkt op: ‘Als slechts een fractie van wat reeds bekend is over de effecten van suiker geopenbaard zou worden met betrekking tot enig ander voedingsadditief, dan zou dit materiaal prompt verboden worden.’
Om daarop door te gaan: een hele rits onafhankelijke wetenschappers heeft onderzoeken verricht die suiker in verband brengen met een eindeloze lijst van narigheden voor de mens. Dr. William Ishmael, van de University of Oklahama, heeft bijvoorbeeld aangetoond dat jicht, diabetes, arteriosclerose en zwaarlijvigheid gerelateerd zijn aan voedingssucrose. Voedingsdeskundigen als Dale Alexander, Carlton Fredericks en anderen hebben opgemerkt dat tandbederf niet voorkomt bij primitieve etnische groepen in geïsoleerde regio’s van de wereld die geen geraffineerde suiker gebruiken. De grote consumptie van witte suiker is de gesel van de beschaafde wereld.
bloedsuikerspiegel gevaren
De gevaren van geraffineerde suiker herhalen zich in het geval van geraffineerde complexe koolhydraten. In plaats van ons lichaam te voeden met natuurlijke, gezonde zetmeeldragers, zoals volkorenbrood en hele granen, bananen, aardappelen, bruine rijst (zilvervliesrijst) en peulvruchten, proppen we ons vol met een overstelpend scala van producten die geraffineerd zetmeel bevatten, zoals wit brood en kadetjes, geslepen rijst en pasta’s van wit, geraffineerd meel. Ontdaan als ze zijn van zemel en kiem, de levensdragers in het graan, zijn wit meel en geslepen rijst levenloze voedingsmiddelen. We eten een koolhydraat dat van zijn voedingsstoffen beroofd is en ons merendeels lege kcalorieën levert.
Ongeraffineerde complexe koolhydraten zijn daarentegen de geschiktste koolhydraten voor een gezonde voeding. Volkorenbrood en pasta’s, bruine rijst, aardappelen en yams in de schil, bonen en kiemen zouden onze hoofdbron van kcalorieën moeten vormen. Het hoge aandeel aan ruwe vezels in deze voedingsmiddelen stilt honger met minder kcalorieën. Hun energievoorraad komt gemakkelijk beschikbaar, wat de behoefte aan vet vermindert en dus de cholesterolspiegel verlaagt. Ze zijn voorts rijk aan kalium, vitaminen en mineralen. In tegenstelling daarmee moedigt een vezelarme, calorie- en suikerrijke voeding honger en schrokken aan.
Een dergelijke voeding bevordert de consumptie van veel meer kcalorieën voordat er verzadiging wordt bereikt. Geen wonder dan ook dat zwaarlijvigheid nauwelijks voorkomt in de meeste primitieve culturen die zich met natuurlijke stapelproducten voeden. Of wat dat betreft: experimentele onderzoeken met dieren bevestigen dat een vezelrijke voeding zwaarlijvigheid voorkomt, terwijl een vezelarme voeding deze in de hand werkt. Bovendien voelen mensen op een rijk dieet met veel ongeraffineerde complexe koolhydraten zich beter, aangezien deze voedingsmiddelen het lichaam energie leveren op de minst stressvolle manier.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.