Ademhalingsorganen
De ademhalingsorganen zijn verantwoordelijk voor de zuurstof voorziening van het bloed en de uitscheiding van afvalgassen uit het lichaam, waarvan koolzuurgas de grootste component is. De bovenste delen van het ademhalingsstelsel werken samen met de reuk- en smaakzintuigen in de neusholte en de mond en de spijsverteringorganen van de mond- tot de keelholte. Bij de keelholte gaan de gespecialiseerde ademhalingsorganen over in de trachea of luchtpijp. De larynx of het strottenhoofd bevindt zich aan het begin van de trachea. De trachea loopt naar beneden en gaat over in de bronchi, die zich bij de trachiale bifurcatie vertakken en de hilus van de beide longen ingaan.
In de longen bevinden zich de bronchioli die lucht vervoeren naar de longblaasjes, de functionele eenheid van de longen. Daar wordt in de duizenden kleine blaasjes, via het vlies van de wanden van de longblaasjes, zuurstof overgebracht naar de bloedcellen in decapillairen. Op deze manier worden ook de afvalgassen uit de bloedcellen overgebracht naar de lucht in de longblaasjes. Deze gassen worden vervolgens door de longen uitgescheiden. Het middenrif, een grote dunne spier onder de longen en de tussenrib- en buikspieren zijn samen verantwoordelijk voor het vergroten en verkleinen van de borstholte, waardoor ademhaling mogelijk wordt gemaakt. De ribben bieden een stevige bescherming voor de gehele thorax. De borstvliezen smeren de ademhalingsorganen zodat ze tijdens de in- en uitademing nergens langsschuren.
Cilia
Cilia zijn microscopisch kleine trilhaartjes op de binnenkant van slijmvliezen en komen in het hele lichaam voor. Deze haartjes helpen bij het verwijderen van stof en infectiebronnen uit de ingeademde lucht voordat deze in de luchtwegen komt. De cilia vervoeren deze deeltjes doorlopend naar de neuskeelholte, vanwaar ze naar de maag afgevoerd worden. Deze trilhaartjes komen voor op de slijmvliezen in de neusholte, keelholte, luchtpijp en bronchi.
Hartholte
Tussen de longen is ruimte voor het hart, de hartholte. Deze ruimte bevindt zich meer aan de kant van de linkerlong, die enigszins bolrond is, dan aan de kant van de rechterlong. Het hartzakje ligt tegen het borstvlies van de longen aan en zit vast aan het centraal gelegen peesachtige deel van het middenrif.
Hartzakje
Het pericardium of hartzakje is het buitenste vlies dat de hartspier omsluit. Het maakt contact met het longvlies en is door peesachtige vezels verbonden met het middenrif.
Pulmonaire pleura
De pleura van de thorax bestaan uit de sereuze vliezen die het bovenste deel van de borstholte omsluiten. De pulmonaire pleura (pleura pulmonalis of visceralis) omsluit de longen en zorgt ervoor dat ze niet tegen de wand van de thorax schuren. De pleura costalis of parietalis is de buitenste laag van het longvlies en wordt ook wel aangeduid met borstvlies. Het bevat een sereuze vloeistof die werkt als een glijmiddel. Het borstvlies is verbonden met de wand van de thorax, het mediastinaal membraan en het middenrif.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.