Maagaandoeningen door geneesmiddelen
Geneesmiddelen zijn en blijven een onmisbaar onderdeel van de medische behandeling van veel kwalen. De overheid en de farmaceutische industrie trachten de werkzaamheid en de relatieve veiligheid van de in ons land verkrijgbare medicijnen te waarborgen. Een deel van deze taak betreft het uitzoeken van de mogelijke risico’s van het gebruik van voorgeschreven en vrij verkrijgbare medicijnen.
Het doel van een geneesmiddel is natuurlijk het bereiken van een zo groot mogelijke therapeutische werking met een minimum aan bijverschijnselen. Toch veroorzaken eigenlijk alle geneesmiddelen enige ongewilde effecten.
Uitdrukkingen zoals neveneffecten en ongewenste bijwerkingen worden gebruikt om deze schadelijke bijwerkingen te beschrijven. Om genezing te bereiken, zullen bij het innemen van een geneesmiddel geringe klachten van ongewenste bijwerkingen noodzakelijkerwijs voor lief genomen moeten worden.
Bijwerkingen lopen uiteen van zeer licht tot uitzonderlijk ernstig. Sommige komen veel voor en kunnen aanvaard worden als de voordelen zwaarder wegen dan de nadelen of de veroorzaakte last. Andere zijn zeldzaam en kunnen ernstig genoeg zijn om het leven te bedreigen. De arts kan in geval van zulke ongewenste bijwerkingen de dosering verlagen of besluiten dat het beter is dat u de inname van het geneesmiddel geheel staakt.
Maag- en darmklachten zijn een veel voorkomende bijwerking van menig medicijn. Daartoe behoren zuurbranden, indigestie, hardlijvigheid (constipatie) en diarree. In de meeste gevallen lossen deze problemen zich snel op, maar raadpleeg de huisarts als ze blijven.
De grootste boosdoeners zijn wellicht de middelen tegen ontsteking, waarvan vele voor de behandeling van gewrichtsontsteking (artritis) worden gebruikt. Hiertoe behoren aspirine en een serie medicijnen, bekend als de niet-steroïde anti-ontstekingsmiddelen (Non Steroidal Anti-Inflammatory Drugs, NSAID’s), waaronder onder andere indometacine, ibuprofen, naproxen, tolmetine, sulindac, piroxicam, diflunisal en fenoprofen.
Aspirine (de generieke naam luidt acetylsalicylzuur) is een van de effectiefste en veiligste van de beschikbare middelen wanneer het voorzichtig wordt toegepast. Iemand die echter meer dan twee of drie tabletten per dag inneemt, kan een microscopisch aantoonbare (occulte) maag- of darmbloeding krijgen.
Als u daarvoor ontvankelijk bent, kunnen aspirine en andere anti-ontstekingsmiddelen een oppervlakkige beschadiging (erosie) of een zweer in de maag veroorzaken, ondanks het feit dat er eerder geen sprake is van een maagzweer. Deze geneesmiddelen veroorzaken echter geen zweer in de twaalfvingerige darm.
Het is niet duidelijk hoe aspirine en soortgelijke middelen een maagzweer veroorzaken. Deze medicijnen schijnen de beschermende eigenschappen van het slijmvlies en van het slijm in de maag aan te tasten.
De symptomen van indigestie of een kleurverandering van uw ontlasting gedurende het regelmatig innemen van aspirine of een anti-ontstekingsmiddel kunnen vroege aanwijzingen voor een door geneesmiddelen veroorzaakte maagaandoening zijn. De ontlasting kan zwart worden, kleverig en stinkend. Dit zijn verschijnselen van een bloeding in het bovenste deel van het maag-darmkanaal. In een ander geval kan het ontdekken van een ijzergebreksanemie door de huisarts het eerste teken van bloedverlies zijn.
Behalve het veroorzaken van maag-darmaandoeningen kan aspirine ook de functie remmen van de bloedplaatjes, die een rol spelen in de bloedstolling en nodig zijn wanneer u zich snijdt of een andere verwonding oploopt.
Wegens deze belemmering van de bloedstolling door aspirine zult u voorafgaande aan een operatie, het gebruik hiervan moeten staken. Bovendien moeten zwangeren geen aspirine innemen, omdat aspirine de kans vergroot op een bloeding van betekenis, vooral tijdens de bevalling.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.