Degeneratie

Degeneratie of ontaarding is een achteruitgang in de werking van weefsels en organen, die bijna steeds gevolgd wordt door veranderingen in de bouw (structuur) van die organen. Degeneratie kan overgaan in versterf (necrose) maar vaak is nog terugkeer tot de normale werking en bouw van het orgaan mogelijk. In het laatste geval spreekt men van een omkeerbare (reversibele) degeneratie. Men onderscheidt o.a. troebele zwelling, vetophoping, eiwitstapeling en verglazing.

1.Troebele zwelling. Dit proces betreft een omkeerbare ontaarding van de celei witten. De celinhoud, die normaal fijn gekorreld is, wordt door samenklontering van de eiwitten grofkorrelig. Door het opnemen van vocht worden de cellen groter. Troebele zwelling komt in de cellen van vele organen voor bij infectieziekten zoals longontsteking, maagdarmontstekingen en kinderziekten (mazelen, rodehond, roodvonk). Bij alle ziekten die met koorts gepaard gaan treedt troebele zwelling op van de cellen van de nierbuisjes. Dit verschijnsel gaat gepaard met de uitscheiding van eiwit in de urine. Bij een snel optredende zwelling kunnen organen die zich in een kapsel bevinden, zoals nieren en lever, onder druk komen te staan. Het gevolg is dat de aders en haarvaten worden dichtgedrukt waardoor, meestal tijdelijk, een tekort aan zuurstof ontstaat. Na genezing van het ziekteproces verdwijnen de veranderingen van de cellen na korte of lange tijd geheel.

2.Vetophoping. Onder normale omstandigheden is in de lichaamscellen geen vet aantoonbaar. Elke cel bevat ca. vier procent vet dat aan eiwit is gebonden. Dit maakt deel uit van een vaste hoeveelheid orgaanvet, die door het lichaam gelijk wordt gehouden. Dit gedeelte vet is echter zo gering dat het met de gewone weefselkleurtechnieken in cellen niet aantoonbaar is en dus ook, wanneer een weefselprepa-raat onder de microscoop bekeken wordt, niet kan worden gezien. Alleen na een vetrijke maaltijd hopen zich in de cellen van de lever druppeltjes vet op(vetinfiltratie). Ook wanneer bijvoorbeeld bij ernstige bloedarmoede de snelheid van de stofwisselingsprocessen in het lichaam afneemt vindt er soms een onvoldoende verbranding van voedingsstoffen plaats, waardoor vetophoping in de cel kan optreden. Ook bij overmatig alcoholgebruik, waarbij weinig arbeid wordt verricht, wordt in gezonde cellen vetophoping waargenomen. Als deze toestand lange tijd aanhoudt kan versterf van de cellen optreden.

Wanneer een cel in contact komt met schadelijke stoffen, zoals de giftige produkten die door sommige bacteriën worden uitgescheiden, dan kan ernstige beschadiging het gevolg zijn. Een van de kenmerken van dit proces is dat het vet in de cellen, dat deel uitmaakt van het vaste orgaanvet, bij bestudering door de microscoop zichtbaar blijkt te zijn geworden in de vorm van kleine druppeltjes (vetfanerose). Herstel van de cel is dan nog goed mogelijk. Bij een langer durend contact met de schadelijke stoffen ontstaat vetophoping in de cellen, die dan ook abnormaal gaan werken. Op den duur zal de achteruitgang van de cellen overgaan in weefselversterf. De genoemde degeneratieprocessen kunen gemakkelijk in elkaar overgaan: van troebele zwelling tot ophoping en versterf.

3.Eiwitstapeling. Bij dit proces vertonen niet de cellen achteruitgang, maar vindt een stapeling van onvolwaardig eiwit in de tussenstof plaats (amyloïde degeneratie, zo genoemd omdat dit onvolwaardige eiwit net als zetmeel amylum sterk blauw kleurt met jodium). Het onvolwaardige eiwit wordt vooral afgezet in de wand van kleine bloedvaten. De uitwisseling van voedingsstoffen en afbraakprodukten tussen de bloedvaten en de weefsels wordt daardoor ernstig belemmerd. De cellen van een dergelijk weefsel gaan achteruit in werking, meestal worden ze ook kleiner. De inhoud van het orgaan kan echter wel groter worden door de afzetting van grote hoeveelheden onvolwaardig eiwit. Eiwitstapeling wordt gekenmerkt doordat het orgaan vast, bleek en glazig is. Op den duur wordt het orgaan geel ten gevolge van vetophoping.

4.Verglazing. Hierbij hoopt zich in de weefsels een structuurloze, glazige stof op die sterk lijkt op kraakbeen (hyaline), echter ook eiwitachtige delen (fibrine) bevat. Deze (zgn. hyalienfibrinoïde) degeneratie komt vaak in bindweefsel voor. Dit verschijnsel lijkt verband te houden met bepaalde gewrichtsaandoeningen.

degeneratie

degeneratie psychose

Een vrij zeldzaam voorkomende ernstige geestesziekte (psychose), die wordt gekenmerkt door intense gevoelens van geluk en eigenaardige, waanachti-ge voorstellingen. Deze ziekte treft nogal eens artistiek begaafde mensen. Meermalen gaat er een lichamelijk lijden (infectieziekte, operatie) of een geestelijke spanningstoestand aan vooraf. Het komt echter altijd, na enige weken of maanden, tot een volledig herstel. De naam degeneratiepsychose is misleidend. Deze stamt uit de tijd waarin men het ontstaan van de aandoening toeschreef aan een sterke erfelijke belasting, waarvan men de uitingen soms ook in geringe lichamelijke afwijkingen (zgn. de-generatieve stigmata) meende te zien. Later bleek dit in de meeste gevallen niet aantoonbaar te zijn.


Relevante artikelen

Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.



Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

MEDISCH VOORBEHOUD

De informatie op Menselijk Lichaam is géén medisch advies. Neem bij twijfel over gezondheid, behandeling of medicijnen altijd contact op met een arts, specialist of apotheker.

Meer informatie

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Met het laatste nieuws en gezonde tips