Chronische ontsteking van de alvleesklier
De symptomen bij chronische ontsteking van de alvleesklier verschijnen periodiek in de loop der jaren, als terugkerende acute aanvallen. Dit type ontsteking van de alvleesklier (pancreatitis) verschilt van de acute vorm, doordat die zich over een periode van jaren ontwikkelt. Iemand met chronische ontsteking van de alvleesklier heeft periodieke aanvallen van acute pancreatitis gehad die de klier beschadigd hebben; veel mensen met chronische alvleesklierontsteking hebben een voorgeschiedenis van alcoholmisbruik of van galstenen.
Bij sommigen is de oorzaak onbekend. Chronische alvleesklierontsteking kan acute aanvallen vertonen die de behandeling bemoeilijken. Bij iemand met een chronische alvleesklierontsteking is de alvleesklier uiteindelijk minder in staat de enzymen af te scheiden, die voor een goede vertering en absorptie van vetten nodig zijn. Dit onvermogen om goed te functioneren wordt exocriene insufficiëntie genoemd en is het voornaamste kenmerk van een chronische alvleesklierontsteking. Onder volwassenen is alcoholisme de meest gebruikelijke oorzaak van exocriene insufficiëntie van de alvleesklier; bij kinderen is dat de taai-slijmziekte.
De pijn bij acute ontsteking van de alvleesklier is onveranderlijk en aanhoudend, maar de pijn bij de chronische vorm kan zich met tussenpozen voordoen of is in een enkel geval geheel afwezig. In de meeste gevallen echter lijkt de pijn op die van acute alvleesklierontsteking. Insufficiëntie van de pancreas (de stoornis in het afscheiden van enzymen die nodig zijn voor de vertering en opname van voedselbestanddelen) heeft gewichtsverlies, lichte ontlasting (deze bevat vet, een afwijking die steatorroe wordt genoemd) en andere verschijnselen van gebrekkige opname tot gevolg. Bij ernstige verlittekening van de pancreas kan ook suikerziekte ontstaan.
Behalve steatorroe, is het kenmerkende teken van chronische ontsteking van de alvleesklier de vorming van kleine, harde neerslagen in het weefsel of in de afvoerbuis. Deze zogenaamde calcificaties in de alvleesklier zijn op röntgenfoto’s te zien. Vooral bij een alvleesklierontsteking die met alcoholmisbruik te maken heeft, zijn deze calcificaties veelal waar te nemen. Drinken kan beduidende calcificaties in de alvleesklier tot gevolg hebben.
Klachten en verschijnselen:
– Intense buikpijn die voortduurt en uitstraalt naar de rug en borst.
– Koorts.
– Ontlasting die weinig compact is en drijft op water.
– Misselijkheid en braken.
– Gewichtsverlies.
– Klamme huid.
– Opgezette buik.
– Optreden van suikerziekte.
Diagnose.
Om de diagnose van chronische alvleesklierontsteking te bevestigen zal de arts bloed afnemen voor onderzoek en ook uw ontlasting laten nakijken. Mensen met chronische alvleesklierontsteking hebben vaak een hoog vetgehalte van hun ontlasting, omdat vet niet door de darm opgenomen kan worden. Bloedanalyse toont niet altijd hetzelfde hoge gehalte aan bepaalde enzymen, zoals kenmerkend is voor een acute alvleesklierontsteking, maar de arts zal in het bloed zoeken naar andere afwijkingen die bij een chronische alvleesklierontsteking passen.
U kunt een endoscopische retrograde cholangiopancreatografie moeten ondergaan (ERCP) voor eventuele aanwijzingen voor een afsluiting van de afvoerbuis van de alvleesklier of van de galbuis. De arts kan u ook een injectie met een pancreasstimulerend middel toedienen en dan het vermogen van de alvleesklier meten om secreet in de twaalfvingerige darm uit te scheiden. Deze, zogenaamde stimulatietest is belangrijk om te bepalen of de alvleesklier de oorzaak is van de malabsorptie en het gewichtsverlies.
Behandeling.
De behandeling van chronische ontsteking van de alvleesklier richt zich meestal op twee problemen: pijn en malabsorptie.
Geneesmiddelen.
Als u steeds terugkerende pijn hebt, hebt u een pijnstiller nodig (analgeticum). Om te vermijden dat verslaving optreedt, is het belangrijk slechts zoveel van dat middel te slikken als werkelijk nodig is.
Dieet.
Het zal worden aangeraden vet voedsel en alcohol te vermijden. Daarnaast zal de malabsorptie moeten worden behandeld met pancreasvervangende therapie. Dit houdt in dat u een enzympreparaat moet innemen met elke maaltijd. Dit preparaat vervangt de enzymen die niet door de alvleesklier in de twaalfvingerige darm kunnen worden uitgescheiden. Vaak zijn grote doses van die enzymen nodig; soms wel negen enzymtabletten per maaltijd (drie voor, gedurende en na het eten) en drie tabletten als u tussendoor wat eet.
Operatieve behandeling.
Wanneer de pijn niet door medicijnen verlicht kan worden, kan een operatie noodzakelijk zijn om het beschadigde pancreasweefsel te verwijderen of om de betreffende pijnzenuwen uit te schakelen.
pijn in de linkerzij onder de ribben , is de ene dag meer dan de andere ,in een goede stoel heb ik weinig last in bed meer, ik heb geen koorts – geen hoge bloeddruk- geen slappe ontlasting eerder hardere- val niet af,kom niet aan- geen van de klachten die genoemd. Na ’n dag totale rust is het minder,en na
een dag met veel inspanning meer.