Ontwikkeling van het gehoor bij uw baby
U kunt als ouder op verschillende tekenen in de ontwikkeling van uw kind letten waaruit u kunt opmaken of uw kind normaal hoort.
Gehoor bij een baby
Als een gehoorstoornis niet meteen na de geboorte wordt ontdekt dan kan het wel tot ver na de eerste verjaardag duren voordat duidelijk wordt dat de spraakontwikkeling vertraagd verloopt. Uw kind heeft dan al een belangrijke periode in zijn spraakontwikkeling, de zogeheten kritische fase, gemist. Onder normale omstandigheden wordt een kind met een goed gehoor geboren en kan een kind ook al voorkeur hebben voor bepaalde geluiden. Een kind van 1 maand oud ligt vaak opeens stil en lijkt te luisteren naar een plotseling geluid. Als hij 2 maanden is luistert hij naar zijn vader en zijn moeder. Als hij 3 maanden is reageert hij op stemgeluid door zelf te kirren en andere geluiden te maken en door te kijken in de richting van degene die praat. Hij behoort te schrikken als iemand binnen een meter afstand in zijn handen klapt.
Een kind van 4 maanden oud hoort het verschil tussen vrolijke en boze stemmen en reageert hierop verschillend. Een baby van 5 maanden gaat geluiden nadoen en reageert op zijn naam. Als hij 6 maanden oud is gaat hij luidkeels protesteren en krijst hij voor zijn plezier. Een kind van deze leeftijd probeert de plaats te vinden waar geluid vandaan komt of waar iemand spreekt en draait dan met zijn ogen en zijn hoofd.
Op de leeftijd van 7 maanden beginnen de meeste baby’s geluiden te maken die op woordjes lijken en reageren ze met bewegingen op eenvoudige woorden als dag-dag. Uw baby van 8 maanden stopt misschien met spelen als u zijn naam noemt. Met 9 maanden stopt hij met een bepaalde handeling als u “nee” zegt en met 10 maanden zegt hij misschien al wel zijn eerste woordjes. En als hij 1 jaar oud is moet hij in staat zijn op eenvoudige vragen een antwoord te geven door het genoemde voorwerp aan te wijzen (Waar is je neus? Waar is je haar?).
Er is natuurlijk enige spreiding in de ontwikkeling van het horen tussen het ene kind en het andere, maar als u bang bent dat het gehoor van uw baby zich abnormaal langzaam ontwikkelt moet u uw arts daarover raadplegen.
Sommige pasgeborenen hebben een grotere kans op gehoorverlies. Daartoe behoren: pasgeborenen die niet spontaan ademhalen in de eerste tien minuten na de geboorte; pasgeborenen met een Apgarscore lager dan 6, pasgeborenen die met een bepaalde infectie worden geboren, zoals rode hond, syfilis of herpes; pasgeborenen met een defect aan hoofd of nek, met een ernstige geelzucht of met een familiair voorkomen van gehoorverlies op de kinderleeftijd en pasgeborenen die veel te vroeg zijn geboren. Het voorkomen van een dubbelzijdig ernstig gehoorverlies ligt bij pasgeborenen met een van de bovenstaande aandoeningen tussen de 2 en 5 procent. Er zijn bij zuigelingen en peuters vier soorten gehoorverlies te onderscheiden:
Geleidingsdoofheid hetgeen inhoudt dat er iets mis is met de geleiding van het geluid door het uitwendige oor of vanuit het uitwendige oor naar het binnenoor. De meest voorkomende oorzaken van een geleidingsdoofheid zijn oorontsteking en aangeboren afwijkingen van het oor. Deze vorm van gehoorverlies kan vaak behandeld worden met bepaalde medicijnen of door een operatie.
Perceptiedoofheid, een gehoorverlies ten gevolge van afwijkingen aan het slakkenhuis of van de gehoorzenuw. Meer dan 50 procent van de gevallen van ernstig perceptieverlies berust op erfelijke aanleg, andere oorzaken zijn ernstige geelzucht, infecties in de baarmoeder en bepaalde bacteriële infecties van het keel- neus en oorgebied en geneesmiddelen. Perceptiedoofheid is meestal van blijvende aard.
Gemengde doofheid, waarbij er zowel geleidingsdoofheid als perceptiedoofheid bestaat. Dit kan tot een ernstig gehoorverlies leiden. Medicijnen en/of een operatie kunnen mogelijk het gehoorverlies van het kind gedeeltelijk herstellen.
Centrale doofheid is een gevolg van problemen met het centrale gehoorsysteem, dat is de verbinding van de gehoorzenuw met de hersenen. Kinderen met een dergelijke gehoorstoornis horen wel geluid maar dan in de vorm van een mengelmoes van lawaai.
Bij het eerste onderzoek van een pasgeborene wordt nagegaan of hij op geluid reageert. Bij de verdere controles op het zuigelingenconsultatiebureau wordt telkens aandacht besteed aan het horen van het kind. Als een baby 9 maanden oud is, wordt een speciaal onderzoek verricht volgens de methode van Ewing. Het kind krijgt daarbij hem vertrouwde geluiden aangeboden van een gestandaardiseerde geluidssterkte. Een goed horend kind reageert hierop door naar de bron van het geluid om te kijken, de oriëntatiereflex. Een enkele maal komt het nog wel eens voor dat het gehoorverlies pas ontdekt wordt als het kind al 18 tot 24 maanden oud is en de ouders zich zorgen maken dat hun peuter zo laat is met praten. Op die leeftijd is al een belangrijke kritische periode voor de spraakontwikkeling verloren gegaan. Het is van belang dat ook een gering gehoorverlies zo vroeg mogelijk wordt ontdekt, zodat de juiste maatregelen kunnen worden getroffen om de gevolgen van het gehoorverlies op te vangen.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.