Gehoor
Je gehoor is een van je belangrijkste zintuigen. Je gebruikt het tijdens het communiceren, om televisie te kijken, te genieten van muziek en om belangrijke waarschuwingen mee waar te nemen. Hoe werkt het gehoor eigenlijk?
Geluid is een trilling van moleculen die zich bijvoorbeeld via het water of de lucht voortbewegen. De trillingen kunnen worden veroorzaakt door onder meer een radio, televisie, een vogel, een blaffende hond, een alarm, een remmende brommer of iemand die praat.
Hoe werkt het gehoor?
Je oorschelp (het buitenoor) vangt geluidstrillingen op. Het trommelvlies en de gehoorbeentjes (het middenoor) krijgen deze trillingen weer door. Daarna komen de trillingen in het slakkenhuis (het binnenoor) terecht. Dit is een opgerolde buis met vloeistof en duizenden trilhaartjes. De haartjes geven de trillingen weer door aan de gehoorzenuw. Aan het begin van het slakkenhuis worden de hoge tonen verwerkt en verder in het slakkenhuis worden de lage tonen verwerkt. Vervolgens geeft de gehoorzenuw weer een signaal door aan de hersenen waar het geluid wordt herkend.
Hoe is het oor opgebouwd?
Via je oren vang je geluiden op. Het oor is een mooi, maar ook zeer complex orgaan. Het bestaat uit drie delen:
- Het buitenoor
- Het middenoor
- Het binnenoor
Het buitenoor
Het buitenoor is het zichtbare gedeelte van het oor. Dit gedeelte bestaat uit de oorschelp, de gehoorgang en het trommelvlies. Het buitenoor vangt de trillingen op en stuurt deze naar het middenoor. De trillingen worden via de gehoorgang naar het trommelvlies geleid waar ze worden omgezet in het mechanische trillingen.
Het middenoor
Het middenoor begint bij het trommelvlies en bestaat uit de volgende gehoorbeentjes: de hamer, de stijgbeugel en het aambeeld. Het middenoor versterkt geluidstrillingen en geeft deze door aan het binnenoor.
Het binnenoor
Het binnenoor bestaat uit het slakkenhuis, de gehoorzenuw en het evenwichtsorgaan. Het binnenoor zet de geluiden om in elektrische pulsjes. De gehoorzenuw stuurt deze pulsjes weer naar de hersenen.
Wat is doofheid?
Als je gehoor helemaal niet functioneert ben je doof. Bij doofheid hoor je heel slecht of helemaal niets. Iemand is doof als hij of zij 90 decibel of meer gehoorverlies heeft. Er zijn twee soorten doofheid: prelinguaal en postlinguaal.
Prelinguaal doof
Prelinguaal betekent ‘voor de taal’. Iemand die prelinguaal doof is, was al doof voordat de ontwikkeling van gesproken taal op gang kwam. Vaak zijn deze mensen dus doof geboren of ze worden doof voordat ze kunnen praten. Voor mensen die prelinguaal doof zijn, is leren praten vaak erg moeilijk. Ze leren dit door te kijken en door te voelen. Ze kunnen zichzelf niet horen.
Postlinguaal doof
Postlinguaal betekent ‘na de taal’. Postlinguale doven zijn doof geworden nadat ze konden praten. Je kunt als kind of volwassenen bijvoorbeeld doof worden als gevolg van een ongeluk of een hersenvliesontsteking.
Er zijn meer mensen postlinguaal doof dan prelinguaal doof. Tot de groep postlinguale doven behoren ook mensen die plotseling doof of laatdoof zijn. Mensen die postlinguaal doof zijn krijgen vaak sneller een cochleair implantaat dan mensen die prelinguaal doof zijn. Dit implantaat biedt mensen de mogelijkheid om weer iets te horen.
Gebarentaal
Veel dove mensen communiceren met elkaar door middel van gebarentaal. Ze horen geen klanken, waardoor gesproken taal minder toegankelijk voor ze is. In gebarentaal wordt gecommuniceerd met de handen, het gezicht en de ogen.
Wat is gehoorverlies?
Bij gehoorverlies komt het geluid niet goed binnen of wordt het niet goed waargenomen. Er zijn twee vormen van gehoorverlies: geleidingsverlies en percepties verlies.
Geleidingsverlies
Bij geleidingsverlies wordt het geluid niet goed naar het binnenoor geleid. Vaak is de oorzaak iets onschuldigs, zoals een propje oorsmeer in de gehoorgang, vocht achter het trommelvlies, een gaatje in het trommelvlies, een probleem met de gehoorbeentjes of vocht achter het trommelvlies na een gehoorontsteking. Vaak kan geleidingsverlies worden opgelost met een ingreep, zoals schoonmaken, opereren of het plaatsen van buisjes.
Perceptief verlies
Perceptief gehoorverlies is soms aangeboren, maar ontstaat meestal door lawaai, ouderdomsslijtage of medicijngebruik. Er treedt permanente gehoorschade op. Een hoortoestel kan dan een uitkomst bieden. Er is dan sprake van een probleem in het binnenoor, de gehoorzenuw of de hersenen. Het gaat dan mis met de waarneming van het geluid. De haarcellen in het slakkenhuis functioneren dan niet goed en de hoge tonen vallen weg.
Wat is gehoorschade?
Er zijn 1,6 miljoen mensen in Nederland die slechthorend zijn en 2 miljoen mensen die last hebben van tinnitus. Bij gehoorschade zijn de trilharen in het binnenoor beschadigd. De oorzaak kan ouderdom zijn, maar ook te veel blootstelling aan harde geluiden. Je voelt gehoorschade niet altijd aankomen. Wel kan het soms in één keer gedaan zijn met je gehoor en de schade is dan onherstelbaar.
Wanneer kun je gehoorschade oplopen?
Heb je na het luisteren van muziek, een feestje, concert of uitgaan een piep of een ruis in je oor? Dan is dit een teken dat je oren te zwaar belast zijn. Geluid kan schadelijk zijn vanaf 80 decibel. De trilhaartjes in het middenoor raken dan overbelast door de geluidsdruk en gaan kapot. Dat kan in één keer gebeuren, maar bij de meeste mensen gebeurt het als ze te vaak of te lang worden blootgesteld aan hard geluid.
Beschadigde trilhaartjes geven geen informatie meer door aan de oorzenuw. Hierdoor hoor je slechter. Het kan ook dat de haartjes verkeerde informatie doorgeven, zoals een ruis of een piep.
Wat zijn de signalen van gehoorschade?
De piep is een eerste signaal van gehoorschade. Het kan overgaan in een blijvende piep en dit wordt tinnitus of oorsuizen genoemd. Verder kun je bij gehoorschade ook overgevoelig raken voor bepaalde geluiden. Dit wordt hyperacusis genoemd. Twee andere vormen van gehoorschade zijn diplacusis en distortie. Bij diplacusis hoor je met elk oor een ander geluid. Bij distortie hoor je de geluiden hervormd.
Wat kun je doen om gehoorschade te voorkomen?
Het belangrijkste is om je gehoor optimaal te beschermen. Dit kan door:
- Het volume iets zachter te zetten: een klein verschil kan het risico op gehoorschade al verminderen.
- Oordopjes te dragen als je uitgaat of een concert bezoekt.
- Een geluidsbegrenzer op je telefoon in te stellen of het volume op maximaal 2/3 te zetten.
- Ver van de speakers af te staan: sta op een buitenlocatie 10 meter van de speakers en op een binnenlocatie 2 meter.
- Je oren regelmatig ‘pauze’ te geven: ga even naar buiten, zet de koptelefoon af.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.