Slaapproblemen

Een mens slaapt ongeveer een derde van z’n leven. Alleen al daaruit blijkt hoe belangrijk slaap voor het lichaam is. In die periode herstelt het lichaam van de vermoeienissen van de voorgaande dag en laadt zich op met nieuwe energie. Net als bijvoorbeeld het kloppen van het hart, de ademhaling en het regelmatig opnemen van brandstof in de vorm van voedsel, is een goede slaap van levensbelang. Onder een goede nachtrust wordt niet door iedereen het zelfde verstaan. Ideaal lijkt de situatie om binnen een kwartier in slaap te vallen, acht uur aan één stuk te slapen en ’s ochtends fris wakker te worden. Maar daarbij wordt vergeten dat de behoefte aan slaap voor elk mens verschillend is.

Zo zijn er mensen die van nature weinig slaap nodig hebben zonder dat dit verder kwaad kan. De gemiddelde slaapbehoefte bedraagt ongeveer zes tot negen uur per etmaal. Met het vorderen der jaren neemt die behoefte evenwel af. Bedraagt de gemiddelde slaapbehoefte van een vijfentwintigjarige nog ongeveer acht uur per etmaal, op de leeftijd van vijfenveertig jaar heeft men meestal al aan zeven uur voldoende, terwijl men vanaf het zestigste jaar vaak reeds aan zes uur slaap per etmaal genoeg heeft.

Slapen is een zaak die voornamelijk vanuit de hersenen wordt geregeld. Bijna met de regelmaat van de klok bepalen het waak en het slaapcentrum in de hersenen wanneer het tijd wordt om te gaan slapen en wanneer het moment is gekomen om wakker te worden. Aan dit biologisch ritme nemen ook tal van andere organen en lichaamsprocessen deel. Als aan die ‘inwendige klok’ geen gehoor wordt gegeven, leidt dit gemakkelijk tot het ontstaan van slaapstoornissen. Wordt dus met het dag en nachtritme een loopje genomen, dan zijn de gevolgen al gauw: slecht in slaap komen,

’s nachts wakker worden en ’s morgens moe ontwaken.

Voor het gevoel lijkt het alsof het lichaam tijdens de slaap een aaneengesloten periode van grote rust kent. Dit is zeker niet waar. De slaap is niet de hele nacht even diep; perioden van diepe en van oppervlakkige slaap wisselen elkaar gedurende de nachtrust voortdurend af.

Is de slaap diep, dan ligt het lichaam er volkomen stil bij. Na afloop van deze periode dient de lichte slaap zich aan. Dit is ook de periode dat er wordt gedroomd. Het dromen gebeurt dus meerdere malen per nacht, vaak zonder dat er iets van gemerkt wordt of dat men het zich later herinnert. Tijdens de lichte slaap is het lichaam onrustig: het beweegt op vele manieren en het lijkt ook net alsof de betrokkene dan elk ogenblik wakker kan gaan worden.

Een nachtje slecht slapen is geen ramp. Zeker niet als het een half uurtje langer dan gewoonlijk heeft geduurd voordat de slaap kwam. Een paar maal ’s nachts wakker worden is voor een keer in de regel evenmin erg. Het mag dan soms wel lijken alsof de slaap een halve nacht is weggebleven, in de meeste gevallen is hier zeker geen sprake van.

Omdat slecht slapen een zuiver persoonlijk oordeel is, zal men zich steeds moeten afvragen of dat oordeel wel terecht is. Het vergelijken van de duur van de eigen slaap met die van een ander is volstrekt zinloos, want die ander kan van nature wat meer of minder behoefte aan slaap hebben. Hetzelfde geldt voor de bij velen heersende gedachte dat zodra er maar één been in bed ligt, je al door de slaap moet worden overmand. Deze werkelijkheid is echter maar voor weinigen weggelegd. De biologische klok in het lichaam vervult hierbij een centrale rol, zoals dat ook het geval is bij het te vroeg ontwaken, want dat is niet zelden het gevolg van het (te) vroeg naar bed gaan.

Niet uitgeslapen wakker worden is eigenlijk het enige criterium waaraan slaapproblemen kunnen worden opgehangen. Maar zelfs dat is slechts betrekkelijk, want moe wakker worden kan zowel het gevolg zijn van te lang hebben geslapen als van te kort hebben geslapen. Het niet fit ontwaken is meestal geen prettige situatie. Het kan leiden tot een verminderd geestelijk en lichamelijk prestatievermogen en tot klachten over sufheid, duizeligheid, neerslachtigheid en prikkelbaarheid. De belangrijkste klachten over de slaap zijn in twee groepen onder te brengen. De grootste groep wordt gevormd door problemen met het inslapen: slecht inslapen. De andere groep bestaat uit klachten over het eens of meermalen wakker worden tijdens de slaap, dus moeilijkheden met het doorslapen.

De tijd die nodig is om in slaap te komen, is niet alleen van mens tot mens maar ook van keer tot keer verschillend. Duurt het bij de meesten gemiddeld een kwartier tot een half uur om in te slapen, met het ouder worden, en dan vooral bij vrouwen, wordt die tijd vaak aanmerkelijk langer. Zo duurt het bij één op de drie vrouwen van ouder dan zestig jaar meer dan anderhalf uur alvorens de slaap zijn intrede doet. Ten dele is dit een gevolg van het met de leeftijd minder worden van de slaapbehoefte. Lang wakker liggen leidt er nogal eens toe dat men zich erover gaat opwinden. Een opwinding leidt weer tot slecht inslapen, zodat de cirkel daarmee wordt gesloten.

Veel mensen menen dat ze na een slechte nacht de volgende avond extra vroeg naar bed moeten. Bij erge vermoeidheid is dat nog wel te begrijpen maar als die vermoeidheid niet bestaat, is het abnormaal vroeg naar bed gaan niet nodig, want het biologisch ritme vertelt het lichaam precies wanneer dé slaap kan komen. Vaak betekent het extra vroeg naar bed gaan dan ook dat het lichaam nog niet aan de slaap toe is. Met als gevolg: wakker liggen, zich opwinden, wakker blijven en weer een slechte nachtrust. Belangrijk om te onthouden is dat een slechte nacht door het lichaam niet per se hoeft te worden ingehaald met een volgende extra lange nacht. Inhalen doet het lichaam vanzelf wel, gewoon door een diepere slaap gedurende de volgende nacht. Gaat men daarbij op de normale tijd naar bed, dan is er verder niets meer aan de hand.

Behalve door te vroeg naar bed te gaan en door de met de leeftijd afgenomen slaapbehoefte, kunnen er nog tal van andere zaken een rol spelen bij het slecht inslapen. Veel voorkomende oorzaken zijn bijvoorbeeld emoties en andere al dan niet bewust beleefde spanningen. Het gevolg daarvan is vaak piekeren, enz. Is de slaapkamer te koud, te warm of te benauwd of is er te veel licht, dan kan hierdoor het in slaap komen eveneens nadelig worden beïnvloed. Hetzelfde geldt voor een lawaaiige omgeving. Een lege maag of het gebruik van koffie, thee, cola of chocola is ook niet bevorderlijk voor het snel in slaap vallen. Vanzelfsprekend kunnen lichamelijke klachten ook de slaap buiten de deur houden. Vooral klachten over pijn, jeuk, hoesten, benauwdheid en rusteloze benen zijn wat dat betreft berucht. Wat veel mensen niet weten, is dat zelfs het gebruik van slaapmiddelen tot het moeilijk in slaap komen kan leiden. De kans op dit tegengestelde effect bestaat met name als de voorgeschreven dosis wordt overschreden, bijvoorbeeld door in plaats van één twee tabletjes in te nemen.

Slaapproblemen door slecht doorslapen

het midden in de nacht ontwaken uit de slaap, is een
normale zaak. Iedereen doet het, mannen alleen wat vaker dan vrouwen. Soms gebeurt het maar één keer, na het veertigste jaar echter wel een keer of vijf of nog meer. Omdat dit wakker worden in het algemeen nooit langer duurt dan enkele seconden, is men het gebeurde ’s ochtends doorgaans allang weer vergeten. In een aantal gevallen duurt het ontwaken tijdens de nacht langer dan een paar seconden. Dit wordt dan natuurlijk wel opgemerkt. Deze onderbreking van de slaap kan behalve door lawaai in de omgeving door verkeer, onweer of een snurkende partner en dergelijke ook worden veroorzaakt door een volle blaas die noodzaakt tot het opzoeken van het toilet, door hoesten of door het gebruik van een te grote hoeveelheid alcohol. Want hoewel één glas alcohol goed kan zijn om de slaap te vatten, eindigen meerdere glazen doorgaans in een ondiepe en onrustige slaap.

Vooral bij mensen die snurken is het niet abnormaal als gedurende de perioden van diepe slaap er soms vrij lange pauzes bij het ademhalen optreden. Het is mogelijk dat men van deze stokkende ademhaling ’s nachts wakker wordt. Dit dan als gevolg van een daling in het zuurstofgehalte in het bloed. Eveneens niet ongewoon is het optreden van plotselinge spiertrekkingen ’s nachts. Ook door dit verschijnsel kan men uit een diepe slaap worden gehaald.

Slaapproblemen door een stokkende ademhaling

het tijdens de slaap af en toe ophouden van de ademhaling, is geen ongewoon verschijnsel. Naar schatting komt het bij ongeveer de helft van alle mannen voor, en dan met name in de perioden dat de slaap heel diep is. Het zou daarbij vooral ook om mannen gaan met een te groot lichaamsgewicht en die tijdens de slaap nogal eens snurken. Bij vrouwen komt het verschijnsel ook wel voor, maar dan toch wel minder vaak.

De pauze tussen twee keer ademhalen kan ongeveer vijftien tot vijfentwintig seconden duren. Angst dat de ademhaling niet vanzelf op gang komt, hoeft er niet te zijn. Door het dalen van het zuurstofgehalte en het stijgen van het koolzuurgehalte in het bloed zal het ademhalingscentrum in de hersenen namelijk vanzelf worden gestimuleerd. Omdat de eerste ademhalingsteug na zo’n pauze vaak erg diep is, kan dit een plotselinge snurkbeweging veroorzaken. Het is mogelijk hiervan door de schrik wakker te worden. Het is niet duidelijk wat die adempauzes gedurende de nacht te betekenen hebben. Maar omdat het verschijnsel zo vaak voorkomt, zal het naar alle waarschijnlijkheid op niets bijzonders wijzen.

Spiertrekkingen ’s nachts, plotselinge, schokkende bewegingen van de benen, zijn een volkomen normaal verschijnsel tijdens de slaap. Vooral tijdens het inslapen kunnen die bewegingen optreden. Maar ook later in de nacht kunnen ze ontstaan. Zelfs de armen en de aangezichtsspieren kunnen die oncontroleerbare bewegingen maken. Meestal zijn de spiertrekkingen slechts gering, zodat er ook niets van wordt gemerkt. Maar het is ook mogelijk er ineens van wakker te worden, vooral als de spierbewegingen krachtig zijn. De oorzaak van de spiertrekkingen ligt in een verhoogde elektrische activiteit van de hersenen tijdens de slaap. Die activiteit dient tot herstel van de hersenen, enigszins vergelijkbaar met het opladen van een accu. Aangezien tijdens de slaap alle spieren van het lichaam, behalve die van het hart en de spieren die de ademhaling op gang houden, volkomen verslapt zijn, zal de verhoogde hersenactiviteit in het algemeen niet tot allerlei spierbewegingen leiden. Als dan een enkele keer toch een paar spieren gaan trekken, heeft dat op zich niets te betekenen.

Dromen doet iedereen wel een keer of vier, vijf per nacht. Een droom duurt ongeveer twintig minuten. Veel mensen denken dat ze niet hebben gedroomd als ze zich er ’s ochtends weinig of niets van kunnen herinneren. Tijdens de droomperiode is de slaap licht en is het gemakkelijk, bijvoorbeeld door geluiden uit de omgeving, om wakker te worden. Op zo’n moment weet men vaak wel dat men heeft gedroomd, en dikwijls kan dan nog vrij precies de inhoud van de droom worden verteld. Was het een prettige droom, dan slaapt men in de regel weer gauw in, om de volgende dag toch weer alles vergeten te zijn. Was de droom echter zeer onprettig, dan is het mogelijk om goed wakker te schrikken. Van de droom kan men zich dan nog erg bewust zijn, terwijl het meteen weer inslapen erdoor wordt bemoeilijkt. Zo’n meestal beangstigende droom wordt een nachtmerrie genoemd.

Over de betekenis van een droom hebben al jaren veel deskundigen zich het hoofd gebroken. Hoewel men er nog niet uit is, is het wel duidelijk dat de gezondheid op zich niets met een droom heeft te maken. Ook is bekend dat in perioden van spanningen en depressies de inhoud van een droom daardoor kan worden gekleurd. Onvoldoende verwerkte emoties kunnen zich ’s nachts als nachtmerries ontladen, maar ook de meeste slaapmiddelen kunnen het optreden van nachtmerries bevorderen.

Snurken is een probleem waarmee meer dan tien procent van de bevolking op een of andere manier regelmatig te maken heeft. Omdat ongeveer driekwart miljoen mensen in ons land ’s nachts snurken, zijn er naar schatting net zoveel mensen die uit hun slaap worden gehouden door het gesnurk van een ander. Soms willen een paar lelijke woorden of een por in de zij wel even helpen, maar dikwijls zit er bij gebrek aan beter niets anders op dan een slaapmiddel te nemen of naar een andere kamer te vertrekken. Hooglopende ruzies zijn er niet zelden het gevolg van. Snurken wordt dus meestal als uiterst irritant ervaren. Snurken kan ook positief worden benaderd. Het is immers een teken van een gezonde, diepe slaap. En aan sommigen geeft het een gevoel van veiligheid en geborgenheid.

Eigenlijk bestaan er twee vormen van snurken. Zo zijn er mensen die met de mond dicht snurken. Het meestal niet zo erg luide gesnurk bij deze mensen wordt veroorzaakt doordat, als men op de rug ligt, de tong wat achterin de mond zakt. Zowel bij het in als bij het uitademen kan het achterste deel van de tong dan wat gaan trillen. Luidere snurkgeluiden ontstaan met de mond open. Met name tijdens het inademen kan het gesnurk behoorlijk zijn. In dat geval wordt het zachte verhemelte achterin de keel door de lucht in trilling gebracht. De achterliggende oorzaak kan zijn dat de mond bij het liggen op de rug gewoon wat openzakt. Maar het kan ook echt noodzakelijk zijn dat er via de mond wordt geademd, bijvoorbeeld omdat men een verstopte neus heeft.

Levert het snurken van iemand met de mond dicht bij herhaling veel hinder op, dan zijn er verschillende maniertjes om wat aan het probleem te doen. Veelal is het voldoende de persoon in kwestie voorzichtig een duwtje te geven zonder dat die daarvan wakker wordt. De bedoeling hiervan is dat de betreffende persoon in plaats van op de rug wat meer op een zij of op de buik komt te liggen. Sommige mensen hebben de oplossing gevonden door voor het slapen gaan een stuk elastiek om de kin te doen, waarmee wordt verhinderd dat de mond tijdens het slapen openzakt. Ook het van achteren aandoen van een beha met in een van de cups een (tennis)bal kan handig zijn. Zo wordt namelijk voorkomen dat men op de rug gaat liggen.

Ligt de oorzaak van het snurken met open mond in een verstopte neus, dan kan het verstandig zijn om kort voor het slapen gaan neusdruppels te gebruiken. Het gebruik van neusdruppels op lange termijn moet evenwel worden afgeraden. Dan is het verstandiger de huisarts te raadplegen. Klachten over slecht slapen zijn dikwijls met het opvolgen van enkele slaapbevorderende leefregels goed te verhelpen. Zo is het allereerst van groot belang om regelmatig te leven. Door op een vaste tijd naar bed te gaan, wordt het eventueel verstoorde biologisch ritme van het lichaam hersteld. Gebruik kort voor het slapen in elk geval geen zware maaltijd, koffie, thee, cola, chocola of veel alcohol en rook in het laatste uur niet.


Relevante artikelen

Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.



Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

MEDISCH VOORBEHOUD

De informatie op Menselijk Lichaam is géén medisch advies. Neem bij twijfel over gezondheid, behandeling of medicijnen altijd contact op met een arts, specialist of apotheker.

Meer informatie

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Met het laatste nieuws en gezonde tips