Röntgenonderzoek slokdarm
Door middel van radiodiagnostiek met barium kan het bovenste deel van het maag-darmkanaal in beeld gebracht worden om de aanwezigheid van zweren, gezwellen, vernauwingen en andere afwijkingen aan te tonen. Ook kunnen stoornissen in de peristaltiek van de slokdarm, maag en dunne darm zichtbaar worden gemaakt en eventuele reflux (terugvloeiing) van de maag naar de slokdarm worden beoordeeld.
Een zogenaamde inloop (klysma, klisteer of enema) met bariumpap geeft op röntgenfoto’s een beter beeld van de wand van de endeldarm, de dikke darm en van het laatste gedeelte van de dunne darm (kronkeldarm of ileum), hetgeen bijdraagt tot de diagnostiek van ziekten, zoals dikke darmkanker, de ziekte van Crohn, colitis ulcerosa en poliepen.
Voorbereiding
Vanaf de avond voor het onderzoek moet u vasten. In de kalkachtige, pappige vloeistof die u te drinken krijgt zit barium. Meestal is aan deze vloeistof een smaakje toegevoegd om het innemen prettiger te maken.
Als coloninloopfoto’s (inloopfoto’s van de dikke darm) moeten worden gemaakt, moet u de dag hiervoor laxeermiddelen innemen om de dikke darm te ledigen. Vlak voor het onderzoek zal u ook een reinigend klysma worden toegediend.
Bij een bariumklysma laat de arts de pap in de endeldarm (rectum) lopen. U zult aandrang krijgen om naar het toilet te hollen, maar het is het belangrijk dat u de bariumpap binnenhoudt, zodat de röntgenfoto’s gemaakt kunnen worden.
Werkwijze
Röntgenstralen kunnen niet door de bariumpap heendringen. Zodra het mengsel de binnenwand van het spijsverteringskanaal heeft bekleed en de holten gevuld zijn, geeft de röntgenfoto een heldere afbeelding van de vorm en de toestand van de betreffende organen.
Op een fluorescentiescherm dat de röntgenstralen in zichtbaar licht omzet, kan de arts het beeld bekijken en de momenten bepalen waarop de röntgenfoto’s moeten worden genomen.
Tegenwoordig is deze methode bijna overal vervangen door een methode die slechts zeer zwakke röntgenstralen nodig heeft (dit geeft minder risico voor patiënt en radioloog). Het niet waar te nemen beeld wordt elektronisch versterkt en kan daarna op een monitor worden bekeken.
Nadat de bariumpap is ingeslikt, daalt die af in de slokdarm, komt in de maag en van daar in de dunne darm. De radioloog kan dit hele proces op de monitor gadeslaan. Een versmalling van de bariumkolom in de slokdarm betekent dat de doorgang daar vernauwd is door een strictuur, een gezwel of door spataders. Als de vorm van de zuil abnormaal lijkt te zijn, is dat een aanwijzing voor een musculaire stoornis (spierstoornis) van de slokdarmwand. Als er contrast uit de slokdarm lekt, betekent dit dat de slokdarm doorboord is, hetgeen een zeer ernstige zaak is.
Om een nog beter beeld van de maag te krijgen, kunt u eventueel een poeder of pil krijgen die in de maag gas afgeeft. Het gas doet de maag uitzetten, waardoor een nog gedetailleerder beeld verkregen wordt.
Het onderzoek kan vele uren duren als de dunne darm ook moet worden bekeken (een onderzoek van het bovenste deel van het maag-darmkanaal, dat alleen betrekking heeft op de slokdarm, maag en twaalfvingerige darm, neemt ongeveer vijftien minuten in beslag). De extra tijd komt doordat de aanvullende röntgenfoto’s van de dunne darm met tussenpozen van vijftien tot dertig minuten worden genomen.
Voor röntgenfoto’s van de dikke darm laat de radioloog de bariumpap onder enige druk in de endeldarm (rectum) lopen. Hij zal u in verschillende houdingen plaatsen als de bariumpap door de dikke darm stroomt tot, zo mogelijk, in de dunne darm. Zo nu en dan zal de radioloog wat lucht in de dikke darm blazen om een betere uittekening van de fijnere structuur van de wand te krijgen. Dit is vooral effectief voor het ontdekken van bepaalde veranderingen, zoals bij colitis ulcerosa of bij de ziekte van Crohn of voor het vinden van zeer kleine poliepen. De radioloog zal waarschijnlijk ook een röntgenfoto maken, nadat de bariumpap er weer uit is om te zien hoe de dikke darm zich geleegd heeft.
Bijverschijnselen
De bariumpap wordt met de ontlasting uitgescheiden en zal in het algemeen geen vervelende gevolgen geven. Meestal wordt na een röntgenonderzoek van de dunne darm geadviseerd een laxeermiddel in te nemen om een vlotte passage van de bariumpap te verzekeren. Het is van een bariumklysma echter bekend dat dit een colitis ulcerosa kan verergeren of zelfs de aanleiding kan zijn tot een perforatie van de dikke darm. Dit onderzoek moet daarom niet licht opgevat worden.
Gedurende enkele dagen na het onderzoek zal de ontlasting er lichtroze of wit uitzien. U zult direct na het onderzoek weer normaal kunnen eten, maar u moet gedurende de rest van die dag veel drinken.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.