Huisartsen
Huisartsen kunnen zelfstandig gevestigd zijn en/of werken bij een gezondheidscentrum waar ook andere huisartsen en gezondheidsdisciplines zijn ondergebracht. Daarnaast zijn er apotheekhoudende huisartsen, dat wil zeggen dat zij een bepaald assortiment aan medicijnen in hun praktijk voorradig hebben. Zij hebben niet de opleiding tot apotheker moeten volgen, maar wel een aanvulling gehad op hun artsenopleiding. Zij mogen dan ook zelf medicijnen klaarmaken, de zogenoemde magistrale bereiding.
Het beroep van huisarts is beschermd; het is een van de acht beroepen die op basis van de Wet BIG een beschermde titel voeren. De beroepsgroep van artsen is de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst (KNMG). Verder zijn vrijwel alle huisartsen in Nederland aangesloten bij de Districts Huisartsen Vereniging (DHV) in hun regio. De Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) vormt hiervan het overkoepelende orgaan.
Wat mag u van uw huisarts verwachten? Uiteraard dat hij uw patiëntenrechten op grond van de WGBO respecteert, dus uw recht op privacy, op informatie en zo verder. En natuurlijk hoort hij u correct te behandelen. Een beoordeling van zijn werk is lastig, omdat er geen vaste maatstaven zijn waaraan zijn handelen zou moeten voldoen. Er is in de geneeskunde meestal geen sprake van een beslissing die altijd en onder alle omstandigheden de juiste is. Een arts moet die manier van behandelen kiezen, die waarschijnlijk het beste resultaat oplevert. Wel kan hij daarin voor veel voorkomende ziekten en kwalen steun vinden bij de ‘standaarden’ die de NHG heeft opgesteld. Deze standaarden geven aan hoe een arts het best handelt, maar een huisarts is niet verplicht zich eraan te houden.
Dit betekent dat hij geen onnodige onderzoeken mag doen (‘voor de zekerheid’), dat diagnose en behandeling rechtstreeks met elkaar in verband moeten staan, en ook dat behandelingen volgens de huidige stand van de medische wetenschap moeten worden uitgevoerd. Kortom, de huisarts moet zijn zaakjes kennen en zijn vakkennis op peil houden.
Kosten. Uw huisarts mag niet zomaar een bepaalde prijs aan een consult of een behandeling hangen. De tarieven die hij in rekening brengt, worden door het Centraal Orgaan Tarieven Gezondheidszorg (COTG, zie par. 2.1) vastgesteld en zijn aan een maximum gebonden. U zult er niet veel van merken, want de kosten van uw huisarts worden veelal door uw ziektekostenverzekering gedekt. Wel kan het zo zijn dat u als particulier verzekerde voor een eigen risico heeft gekozen en dat u de nota moet voorschieten.
Klagen. Huisartsen vallen onder de Wet BIG en behoren tot de acht beschermde beroepen. Zij vallen dus onder het wettelijk tuchtrecht. Dat betekent dat u een klacht kunt voorleggen aan een Regionaal Tuchtcollege. U kunt hiervoor modelbrief 25 gebruiken.
Verder horen huisartsen volgens de Wet klachtrecht cliënten zorgsector (WKCZ, zie par. 1.4.1) aangesloten te zijn bij een klachtencommissie. De DHV-Utrecht heeft hiertoe in samenwerking met de Stichting Ondersteuning Klachtopvang Gezondheidszorg (SOKG) en het Provinciaal Patiënten/Consumenten Platform (PP/CP) een modelklachtenregeling opgezet. Dit model voorziet in advies en ondersteuning door een Informatie- en Klachtenbureau Gezondheidszorg en daarna een bemiddeling of een behandeling door de klachtencommissie. U kunt er terecht met klachten over de manier waarop hij zijn praktijk organiseert, de behandeling of bejegening door de huisarts, over de waarnemer of personen die voor hem werken (bijvoorbeeld de praktijkassistente). In het laatste geval is de huisarts verantwoordelijk voor de werkzaamheden, en dient de klacht dus tegen hem te worden ingediend. Schadeclaims worden niet door de klachtencommissie behandeld; daarvoor zult u naar de civiele rechter moeten. De commissie kan bij haar uitspraak aanbevelingen doen, maar geen sancties opleggen. De uitspraak van de commissie is niet bindend.
Veel DHV-en hebben hun reglement op dit ‘Utrechtse’ model geënt, maar niet allemaal. Als uw huisarts bij een gezondheidscentrum werkt, is het heel goed mogelijk dat hij zich heeft aangesloten bij de klachtenregeling van dat centrum. U kunt modelbrief 15 gebruiken om uw klacht bij de klachtencommissie in te dienen.
Voordat we u vertellen waar veel klachten over huisartsen betrekking op hebben, behandelen we een paar belangrijke aspecten in de relatie met uw huisarts.
Zoals u in kunt lezen, bent u in principe vrij in uw keuze van een (huis)arts. Die keuze is belangrijk, want voor veel mensen is de huisarts ook een belangrijke vertrouwenspersoon. U moet dus een huisarts hebben die bij u past. Voor een goede beslissing helpt het als u eerst een paar punten op een rijtje zet. Zo kan de afstand naar de praktijk belangrijk voor u zijn, of het geslacht of de leeftijd van de huisarts. Wellicht wilt u weten of er een inloopspreekuur is of dat alles op afspraak gaat. Hoe de waarneming is geregeld, kan ook een rol spelen, en hoe hij denkt over homeopathie en andere alternatieve geneeswijzen, over nieuwe behandelmethoden en over euthanasie. En misschien kunt u erachter komen hoeveel patiënten hij heeft en hoeveel tijd hij per patiënt neemt, of hij snel medicijnen voorschrijft of eerst liever afwacht. Ook kan het nuttig zijn te weten of hij extra vaardigheden of kennis heeft, zoals op het terrein van verloskunde, ouderdomskwalen of suikerziekte.
Aan de hand van uw persoonlijke vragenlijstje kunt u proberen antwoorden te krijgen bij bijvoorbeeld uw oude huisarts, buurtbewoners, familie en kennissen, het ziekenfonds of rechtstreeks bij de huisarts die u op het oog heeft.
Vraag, voordat u echt beslist, eerst een kennismakingsgesprek met de beoogde huisarts aan. U maakt hem dan persoonlijk mee en ziet hoe de wacht- en spreekkamer eruitzien. Tegelijk bespreekt u dan de zaken die u belangrijk vindt. Veel huisartsen vinden het zelf ook plezierig om eerst kennis met u te maken. Een kennismakingsgesprek kost de huisarts tijd. Als hij daarvoor kosten in rekening brengt, is dat niet onredelijk.
Vergeet niet uw ziekenfonds of particuliere ziektekostenverzekeraar op de hoogte te brengen als u een nieuwe huisarts heeft gevonden. En u hoort uw oude huisarts te vertellen dat u zult veranderen en waarom. U kunt hem dan gelijk vragen uw dossier naar de nieuwe arts op te sturen. Vindt u het vervelend om dit persoonlijk met hem af te handelen, dan kunt u dit ook via een brief doen.
Weigeren
Zoals u in vorige berichten kunt lezen, is uw recht op vrije keus van een (huis)arts in de praktijk lang niet altijd te realiseren. Een huisarts mag u namelijk als nieuwe patiënt weigeren als u te ver weg (meer dan 15 minuten bij een spoedgeval) woont, als zijn praktijk vol is en als hij u gedurende het laatste halfjaar nog hulp heeft verleend als waarnemer van uw oude huisarts (tenzij de ‘oude’ en de ‘nieuwe’ huisarts hiertegen geen bezwaar hebben). Dit laatste staat in de gedragsregels voor artsen en is bedoeld om de indruk te vermijden dat een patiënt tijdens een waarneming is ‘afgetroggeld’.
Vooral in kleine plattelandsgemeenten met maar een paar huisartsen, is de vrije huisartsenkeus in de praktijk een groot probleem. De LHV heeft daarom samen met de NP/CF ter oplossing een aantal aanbevelingen en suggesties opgesteld. Zo wordt de huisartsengroepen geadviseerd een overzicht te geven van de praktijken die ‘vol’ zijn en de praktijken waar nog ruimte is voor het opnemen van nieuwe patiënten. Een IKG kan dan een goed advies geven bij een gewenste verandering van huisarts. De regel dat een huisarts alleen binnen zijn waarnemersgroep patiënten overneemt, zou soepeler toegepast moeten worden. Hetzelfde geldt voor de gedragsregel om geen patiënten over te nemen die de huisarts als waarnemer in de laatste zes maanden heeft behandeld. Ook hoort de manier waarop iemand is verzekerd (en bij wie) geen rol te spelen bij het accepteren van een patiënt in de praktijk.
Vindt u dat een arts u onterecht weigert, dan moet u hem eerst laten weten dat er sprake is van een niet-toegestane afspraak. Zit u in het ziekenfonds, dan kunt u vragen of dit voor u wil bemiddelen. Ook kunt u de zaak voorleggen aan de klachtencommissie van de huisarts of contact opnemen met de Inspectie voor de gezondheidszorg.
Einde relatie
Uw huisarts mag zijn relatie met u beëindigen als hij bijvoorbeeld met zijn praktijk ophoudt, of als hij (of u) vindt dat de vertrouwensrelatie tussen u beiden ernstig verstoord is. Hij moet er dus wel een goede reden voor hebben. Als hij de relatie wil afbreken, moet hij u hiervan tijdig op de hoogte brengen, zodat u tijd heeft om een nieuwe huisarts te vinden. Zonodig moet hij u daarbij behulpzaam zijn. Totdat u een nieuwe huisarts heeft gevonden, moet hij u medische hulp blijven geven.
Huisbezoek
Als u te ziek bent om naar het spreekuur van uw huisarts te gaan, komt hij naar u toe. Dat heet een huisbezoek of visite. Meestal zal hij dit zelf aanbieden als hij telefonisch uw verhaal heeft gehoord, maar u kunt natuurlijk ook zelf om een visite vragen. U moet wel weten dat uw huisarts niet verplicht is op zo’n verzoek in te gaan. Als hij een huisbezoek niet nodig vindt, zal hij alleen telefonisch advies geven of medicijnen voorschrijven, of u toch naar de praktijk laten komen.
Omgekeerd komt het ook weleens voor dat een huisarts ongevraagd bij u langskomt en deze visite in rekening brengt.
Waarneming
Ziek worden beperkt zich niet tot kantooruren. U moet ook ’s nachts en in het weekend een arts kunnen bereiken als dat nodig is. Daarom moet een huisarts voor waarneming zorgen als hij afwezig is. Vaak werken meer artsen samen in een waarneemgroep en rouleren zij hun avond- en weekenddiensten.
Een geruststellend idee, maar het vergt van uw kant ook enige discipline.
Een waarnemer moet u alleen inschakelen in een ernstig geval dat niet kan wachten tot het volgende spreekuur van uw huisarts. Het is niet de bedoeling dat u hem ’s avonds om een recept vraagt waarvoor u ’s ochtends geen tijd had om het aan uw eigen huisarts te vragen.
Bedenk dat een waarnemer u en uw situatie meestal niet kent. Zorg er dus voor dat u belangrijke zaken die hij hoort te weten (medicijngebruik, allergie, duur van de klachten, wel of geen koorts enzovoort) op een rijtje heeft staan voordat u hem belt.
Wees duidelijk in wat u van de waarnemer verwacht. Wilt u dat hij langskomt of vindt u telefonische uitleg voldoende?
De waarnemend huisarts is zelf verantwoordelijk voor zijn handelen. U kunt uw eigen huisarts daarop niet aanspreken. Wel hoort hij zijn waarnemer zorgvuldig uit te kiezen. Hij mag daarvoor bijvoorbeeld niet een student aanwijzen.
Verder mag u verwachten dat hij in ernstige gevallen over gegevens van patiënten kan beschikken en dat hij op de hoogte hoort te zijn welke patiënten extra zorg nodig hebben.
Het kan gebeuren dat een waarnemer niet wil komen, terwijl u ervan overtuigd bent dat er acuut medische behandeling nodig is. Ga dan zelf met de auto of een taxi naar hem of naar een EHBO-afdeling van een ziekenhuis toe. Als u denkt dat er werkelijk gevaar is, kunt u een ambulance bellen.
Verwijzing
U bent altijd vrij om een bepaalde specialist of instelling te raadplegen. Wilt u de kosten daarvan vergoed krijgen en bent u ziekenfondsverzekerd, dan heeft u een verwijzing van de huisarts nodig. Dat geldt ook voor sommige particuliere verzekeringsmaatschappijen. Uw huisarts beoordeelt of een verwijzing medisch noodzakelijk is. Als hij u een verwijzing weigert, zal hij duidelijk moeten uitleggen waarom.
Weigert hij en bent u het daar niet mee eens, dan kunt u beter eerst proberen tot een compromis te komen. Spreek bijvoorbeeld met hem af dat u alsnog een verwijzing krijgt als uw klachten na een bepaalde periode nog niet zijn verdwenen. Of u vraagt hem uw verzoek met een collega te bespreken.
Levert dit niets op, dan kunt u in theorie zonder verwijzing naar de specialist stappen. Maar in de praktijk weigeren veel specialisten een consult als er geen verwijzing is. En vindt u er wel een, dan draagt u in principe zelf de kosten. U kunt ook bemiddeling of toestemming van uw ziekenfonds vragen om een specialist te consulteren: hiertoe neemt u contact op met de adviserend geneeskundige van het ziekenfonds of van uw particuliere ziektekostenverzekeraar.
U kunt ook overwegen uw relatie met uw huisarts te verbreken en een andere te zoeken die u wel wil verwijzen.
U heeft recht op inzage in uw medische gegevens, en daar behoort uw verwijsbrief ook toe. U mag dus weten wat er in staat. Bespreek dit even met uw huisarts, dan kan hij meteen uw vragen over de verwijsbrief beantwoorden.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.