Spreekuur

Als u een afspraak wilt maken voor het spreekuur van de huisarts, probeer dan zelf eerst na te gaan wat u de huisarts allemaal voor wilt leggen. Soms is het een duidelijk probleem: een splinter uit uw vinger moet worden verwijderd. Soms is het probleem veel ingewikkelder: u voelt zich niet goed de laatste tijd, maar u hebt geen idee hoe dat komt.

Het is verstandig tevoren zoveel mogelijk zelf te bedenken, waar u precies last van hebt en wat er misschien iets mee te maken zou kunnen hebben. Hoe duidelijker u dat kunt aangeven, hoe beter de huisarts u kan helpen. Schrijf een en ander eventueel op een briefje, zodat u het niet kunt vergeten. Dat geldt ook als u verschillende problemen hebt.

Als u de indruk hebt, dat het bespreken van het probleem meer dan de gebruikelijke consulttijd in beslag zal nemen, zeg dat dan tegen de doktersassistente. Zij kan dan meer tijd voor u reserveren. Ook kunt u de huisarts direct bij binnenkomst het beste meteen zeggen dat u voor meer problemen komt.

Huisartsen krijgen in hun opleiding tegenwoordig les in het voeren van een spreekuurgesprek.

Deze gespreksvoering is er op gericht om ervoor te zorgen, dat:

1. Alles aan bod komt wat eventueel met het probleem te maken kan hebben.
2. U een zo goed mogelijk antwoord krijgt op uw vragen.
3. Het gesprek zodanig ’ordelijk’ verloopt dat geen van tweeën de draad kwijt raakt.

De gesprekspunten die de huisarts gewoonlijk aan de orde stelt, zullen hier worden besproken.

Allereerst zal de huisarts u vragen waar u voor komt. U zult dat in eerste instantie misschien kort beantwoorden, bijvoorbeeld: “ik heb buikpijn”. De huisarts zal u dan vragen om het probleem wat nader toe te lichten in uw eigen woorden.

Daarbij is vooral ook van belang dat u vertelt wat uw eigen gedachten zijn die ertoe geleid hebben dat u de dokter nu bezoekt. Elke mens heeft wel eens buikpijn. Niet altijd leidt dat er toe dat iemand de dokter bezoekt. Er kunnen veel redenen zijn om dat wel te doen. Bijvoorbeeld: de pijn wordt steeds erger, huismiddeltjes helpen niet meer; een familielid is gestorven aan darmkanker en u bent bang dat u dat ook hebt of u moet morgen op vakantie en u wilt niet met buikpijn uren in de auto zitten.

Ook is het belangrijk om aan te geven wat u precies van de huisarts verwacht. Wilt u voor de hoofdpijn gewoon een paar goede pijnstillers of bent u ongerust dat het om een ernstige aandoening gaat en wilt u uitgebreid worden onderzocht. Sommige mensen kijken vreemd op als de huisarts vraagt: “Wat vindt u er zelf van?”. Een veel gehoorde reactie is dan: “U bent toch de dokter, niet ik”. De vraag van de huisarts is vooral bedoeld om te achterhalen of u zelf al verbanden hebt gelegd die voor de huisarts misschien nog niet duidelijk zijn, bijvoorbeeld: “Ik heb nu dezelfde verschijnselen als vijf jaar geleden, dus het zou wel weer door een kaakholte-ontsteking kunnen komen.” Of: “Ik heb het erg druk de laatste tijd, dus het is mogelijk dat de hoofdpijn daarmee verband houdt”.

De belangrijkste vragen van de huisarts in de eerste fase van het gesprek zijn dus:

1. Wat is het probleem, zoals de patiënt dat in eigen woorden omschrijft?
2. Waarom komt de patiënt nu naar mij toe (en niet eerder of later)?
3. Wat is precies de vraag van de patiënt en wat zijn de bijkomende angsten en zorgen?
4. Wat verwacht de patiënt van mij?

Als de huisarts een samenvatting van het gesprek geeft, geeft dat u de gelegenheid om na te gaan of hij alles goed begrepen heeft.

In de tweede fase van het gesprek wordt het probleem verder uitgediept. De huisarts zal u dan vaak kort een aantallen vragen stellen, zoals: “Waar zit de pijn precies, hoe lang duurt een pijnaanval, hebt u nog ergens anders pijn, hoe gaat de ontlasting” enzovoort. Ook zal de huisarts mogelijk vragen stellen over uw leefomstandigheden. Daar voor zijn twee redenen: uw leefomstandigheden zijn soms mede de oorzaak van het probleem, maar bij de oplossing van het probleem zal ook rekening moeten worden gehouden met deze omstandigheden. Als u op korte termijn gaat verhuizen, kan dat een bron van spanning zijn, maar wellicht moeten ook wat sterkere geneesmiddelen dan gebruikelijk worden voorgeschreven, zodat u uw verhuiswerkzaamheden goed kunt uitvoeren.

De belangrijkste vraag van de huisarts in de tweede fase van het gesprek is dus: van welke klachten en verschijnselen is er sprake die het probleem kunnen verklaren en die van belang zijn voor de keuze van behandeling.

De derde fase is meestal het lichamelijk onderzoek. De huisarts zal u dan uitleggen, wat onderzocht gaat worden. Tijdens het onderzoek vertelt de huisarts u wat hij ziet en voelt. De vierde fase bestaat uit het bespreken van hetgeen allemaal gevonden is. De huisarts deelt u dan mee wat de conclusies zijn uit het gesprek (de anamnese) en het onderzoek en op grond van welke redenering hij tot die conclusies is gekomen. Het is de bedoeling dat u goed aangeeft of u die redenering kunt volgen en of de conclusies u aannemelijk lijken of niet.

De vijfde fase is de laatste en bestaat uit het bespreken van de behandelingsmogelijkheden, soms inclusief een eventuele verwijzing naar de specialist. De behandeling is, veel vaker dan gedacht wordt, ook een kwestie van overleg. Ook hier geldt lang niet altijd als beste oplossing: “Beslist u maar, want u bent de dokter”. Natuurlijk zijn er problemen waarvoor maar één oplossing de juiste is. Een blaasontsteking moet behandeld worden met antibiotica evenals een longontsteking, maar vaak zijn er meer mogelijkheden die allemaal hun voor- en nadelen hebben.

Een middenoorontsteking bij een kind ouder dan twee jaar geneest in 80 procent van de gevallen zonder antibiotica, met alleen neusdruppels en eventueel oordruppels. Met antibiotica gaat het soms iets sneller, maar het nadeel van vaak antibiotica geven is, dat de bacterie die de ontsteking veroorzaakt, ongevoelig kan worden voor het middel en dat over enige tijd een dergelijke behandeling als die een keer echt nodig is, niet meer aanslaat. Gaat u de volgende dag echter op vakantie naar Spanje, dan is het wellicht toch verstandig om antibiotica mee te nemen. Voor een tenniselleboog bestaan de mogelijkheden uit: rust, fysiotherapie, inspuitingen en in ernstige gevallen operatie. Elk van deze behandelingen heeft voor- en nadelen. Er is er niet een ’de beste’. Zo heeft ook elk medicijn een werking en een bijwerking. Daarom is het zinvol dat in gezamenlijk overleg wordt afgewogen wat het meest geschikt en verantwoord is. Het is verstandig zo veel mogelijk mee te denken en niet te zeggen: “Geef me maar iets goeds”, of “Geef me maar een paardemiddel”.

Als afsluiting van het consult is het goed aan te geven of u tevreden bent over het gesprek en de benadering van de huisarts. De huisarts zal u daar mogelijk ook naar vragen.

Het verloop van het consult zoals dat hier is weergegeven, wordt niet door elke huisarts in Nederland gevolgd. Oudere huisartsen hebben het voeren van spreekuurgesprekken niet tijdens hun opleiding geoefend; veel van hen echter wel in extra cursussen. Anderen hebben bezwaar tegen de strakke structuur van het gesprek dat volgens hen daardoor onnatuurlijk wordt. Weer anderen slaan (delen van) fasen over door tijdgebrek. Dat hoeft lang niet altijd een probleem te zijn. Wel is belangrijk dat u er zelf op toeziet, dat u voldoende informatie krijgt en dat dit de juiste informatie is, dus een antwoord op de vragen waarvoor u kwam. Het weergegeven schema van gespreksvoering kan u mogelijk helpen om van uw kant het gesprek zo te voeren dat de kans daarop zo groot mogelijk is.


Relevante artikelen

Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.



Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

MEDISCH VOORBEHOUD

De informatie op Menselijk Lichaam is géén medisch advies. Neem bij twijfel over gezondheid, behandeling of medicijnen altijd contact op met een arts, specialist of apotheker.

Meer informatie

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Met het laatste nieuws en gezonde tips