Neurologisch onderzoek
Voor het stellen van de diagnose van een aandoening van het zenuwstelsel is een goede beschrijving van de verschijnselen en hoe deze zich ontwikkeld hebben, zeer belangrijk. Hoofdpijn, wazig zien of tintelingen bijvoorbeeld kunnen door vele aandoeningen veroorzaakt worden. Om erachter te komen welke aandoening u zou kunnen hebben, zal de dokter u vragen stellen over uw medische voorgeschiedenis en vervolgens een neurologisch onderzoek verrichten.
Bij dit onderzoek gaat hij systematisch na hoe goed de verschillende onderdelen van het zenuwstelsel functioneren. Afwijkingen die uzelf niet opvallen, kunnen door eenvoudig onderzoek in de onderzoekkamer van de dokter ontdekt worden.
Het onderzoek is pijnloos en er zijn geen operatieve ingrepen of injecties bij nodig. Een aantal onderdelen van het routine neurologisch onderzoek wordt hieronder beschreven.
Spierreflexen
De dokter onderzoekt de spierreflexen om inzicht te krijgen in het functioneren van de motorische zenuwen en de zenuwverbindingen in het ruggenmerg en de toestand van de perifere zenuwen. De dokter kan de reflexen opwekken door met een speciale hamer met een rubberen kop (reflexhamer) zachtjes tegen bijvoorbeeld de knie of de enkel te slaan.
Reflex van Babinski
Zacht strijken onder de voetzool kan een onwillekeurige beweging van de grote teen opwekken, die kan wijzen op een afwijking in de zenuwbanen die in de hersenen beginnen.
Spierkracht
Krachtsverlies van een spier of spiergroep kan een uiting van een neurologische aandoening (een aandoening van het zenuwstelsel) zijn. Daarom wordt bij het neurologisch onderzoek ook de spierkracht onderzocht.
Spiertonus
De spiertonus is de rustspanning van de spieren. Om deze te onderzoeken zal de dokter uw arm of been bewegen. Hierdoor kan hij de spierkracht en tevens het gemak van de beweging en de afstand waarover deze mogelijk is beoordelen. Hij kan bijvoorbeeld beide benen onderzoeken, om na te gaan of er verschil is tussen de twee lichaamshelften. Spasticiteit (spierstijfheid waarbij de weerstand slechts in een deel van het bewegingstraject gevoeld wordt), rigiditeit (spierstijfheid waarbij de weerstand met schokjes in het hele bewegingstraject gevoeld wordt) of slapte kunnen wijzen op bepaalde problemen van de zenuwen die verschillende spiergroepen besturen.
Zintuigen
Onderzoek van de zintuigen is een belangrijk onderdeel van het neurologisch onderzoek, omdat gewaarwordingen als pijn, hitte , aanraking en trilling via de perifere zenuwen naar het centraal zenuwstelsel vervoerd worden. De arts kan het functioneren van de zintuigen beoordelen door u te vragen wat u voelt wanneer de huid zacht wordt aangeraakt met een speldepunt, een heet of koud voorwerp, een plukje watten of een stemvork.
Aandoeningen van het zenuwstelsel kunnen ook invloed hebben op het gezichtsvermogen, de smaak, de reuk en het horen.Het onderzoek van de ogen kan veel informatie geven; de pupilgrootte, verschillen in pupilgrootte, de oogbewegingen, een starende blik, het gezichtsveld, al deze gegevens kunnen vaak helpen bij het vaststellen van stoornissen in de zenuwen die het zien besturen.
De dokter zal ook uw manier van lopen, houding, coördinatie en evenwicht beoordelen. Hij kan u vragen te gaan staan, te lopen of uw lichaam op een bepaalde manier te bewegen om mogelijke afwijkingen zichtbaar te maken.
Psychische toestand
De dokter kan u ook vragen stellen die hem helpen erachter te komen of uw denken, vermogen tot oordelen of geheugen gestoord zijn.
Mijn moeder heeft een soortgelijke epelipsie klachten. De klachten zijn: hoofdpijn, geen concentratie, onvoorspelbare en onrustige bewegingen, mond hangt scheef , tintelingen en na de aanval is ze heel erg moe.
Kan iemand ons a.u.b helpen en advies vragen?