Slagader
De slagader is een dikwandig bloedvat dat in het algemeen zuurstofrijk bloed bevat. De slagaders vormen een vertakt buizenstelsel, dat het uit het hart gepompte bloed naar de weefsels transporteert. De eerste en grootste slagader is de grote lichaamsslagader (aorta), die uit de linker harthelft ontspringt. Uit de rechter harthelft ontspringt de longslagader (arteria pulmonalis) die een veel dunnere wand heeft en het aderlijke bloed uit de rechter harthelft naar de longen transporteert waar het van koolzuur wordt ontdaan en van zuurstof voorzien. De longslagaders zijn de enige slagaders die zuurstofarm bloed vervoeren. Alleen bij de ongeboren vrucht met zijn andere bloedsomloop die aansluit op de moederkoek vervoeren sommige andere slagaders ook zuurstofarm bloed.
De grote lichaamsslagader daalt af door de borstholte naar de buikholte en geeft naar alle delen van het lichaam kleinere slagaders af. De kleinste slagaders (arteriolen) splitsen zich in de organen en weefsels op in een groot aantal haarvaten die zich op een bepaalde afstand weer verenigen tot een kleine ader (venule). Het bloed uit deze kleine aders verzamelt zich in steeds grotere aders die het bloed terugvoeren naar het hart. Het totale net van bloedvaten en haarvaten in het lichaam heeft een lengte van enkele duizenden kilometers.
De wand van de slagaders is opgebouwd uit drie lagen. De binnenste laag (tunica intima) bestaat uit een aaneengesloten bekledende laag van endotheelcellen, rustend op een dun laagje fijnmazig bindweefsel. De middelste laag (tunica media) bestaat uit cirkelvormig lopende spiervezels.
Bij de grootste slagaders bestaat deze laag uit dunne stroken (lamellen), die afwisselend zijn opgebouwd uit glad spierweefsel en elastische vezels. Rondom de spierlaag ligt de buitenlaag (tunica adventitia) die is opgebouwd uit bindweefsel dat het bloedvat met zijn omgeving verbindt. De gladde spiervezels van de slagaders staan onder invloed van het autonoom zenuwstelsel en kunnen de bloedvoorziening van een bepaald gebied regelen naar behoefte. De slagaders kloppen, dwz. zij verwijden en vernauwen zich ritmisch doordat het kloppen van het bloed als een golf op de slagaderwand wordt overgedragen. Pas in de kleinste slagaders worden deze polsgolven door de sterke vergroting van het stroombed gedempt.
slagaderbreuk
Een slagaderbreuk is een abnormale uitpuiling van de slagaderwand door aangeboren zwakte of door ziekte of een beschadiging. Men spreekt van een echte slagader verwijding (aneurysma verum) als de verwijding de slagaderwand zelf betreft of delen van de wand, en men spreekt van een onechte slagaderverwijding (aneurysma spurium) als de verwijding niet wordt gevormd door de slagaderwand zelf, maar door nieuwgevormd bindweefsel dat buiten de slagader is gelegen. Als de verwijding of uitpuiling barst ontstaat een bloeding.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.