Tromboflebitis
Aandoening van de aderen waarbij het vormen van een bloedstolsel (zie trombus) gepaard gaat met een ontsteking van de binnenwand van de ader (flebitis). Een infectie, een wond en ook operaties kunnen de aderwand zodanig prikkelen dat in de ader een bloedstolsel ontstaat. Pijn op de betreffende plaats is meestal het eerste symptoom van een tromboflebitis.
Het grote gevaar van deze ziekte is, dat het bloedstolsel zich van de aderwand kan losmaken en via de bloedsomloop in hart of longen terecht kan komen. Hier kan het losse stolsel, nu embolus genoemd, ernstige schade aanrichten door belangrijke centrale bloedvaten te verstoppen. Een grote, in hart of long (longembolie) binnengedrongen embolus kan een plotselinge dood veroorzaken. Kleine longembolieën veroorzaken als regel pijn in de borst, ademnood en bloedspuwen. Zolang de veroorzakende tromboflebitis niet genezen is, blijft het gevaar voor een nieuwe embolie bestaan.
Langdurige bedlegerigheid zonder voldoende beweging, bijvoorbeeld na een operatie of zwangerschap, is een belangrijke factor die bloedstolling ook bij een slechts licht beschadigde aderwand bevordert. Daarom is beweging, reeds enkele uren na bevalling of operatie, aanbevolen.
Om dezelfde reden is het ook goed om al kort na de ingreep de patiënt, al dan niet geholpen door een verpleegkundige, te laten opzitten en opstaan. Voor de behandeling van tromboflebitis zijn diverse geneesmiddelen beschikbaar, onder andere stoffen die de bloedstolling tegengaan (anticoagulantia). Zie ook trombose.
Diepe veneuze trombose
Diepe veneuze trombose (vaak ’trombosebeen’ genoemd), waarbij zich een bloedstolsel vormt in een grote ader, meestal in een been of het bekken, is een gevaarlijke situatie, omdat (een gedeelte van) het stolsel los kan laten en via de bloedbaan in het hart of de longen terecht kan komen.
De symptomen zijn een pijnlijk been, opgezwollen onder- of bovenbeen, en opgezette aders onder de huid.
De patiënt krijgt medicijnen (trombolytica) voorgeschreven om het stolsel op te lossen. De patiënt kan ook leren zichzelf de medicijnen toe te dienen en wegwerpinjectiespuiten meekrijgen naar huis.
Na behandeling krijgt de patiënt medicijnen voorgeschreven om te voorkomen dat de trombose zich nog eens voordoet. Tevens zal de patiënt perioden van lange immobiliteit moeten vermijden. Regelmatig de benen strekken en optrekken en de enkels bewegen is noodzakelijk.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.