Verpleegkundige
Een verpleegteam is samengesteld uit verpleegkundigen, ziekenverzorgenden, verpleeghulpen en vrijwilligers. De meeste verpleegkundigen werken in ziekenhuizen, maar zij doen ook werk elders. Wijkverpleegkundigen zoeken hun patiënten thuis op. Sommige verpleegkundigen assisteren artsen bij hun praktijk. Het overige werk is te vinden in medische klinieken, scholen, het leger en op vele andere locaties. Elk werkgebied heeft een eigen taakinvulling en brengt eigen verantwoordelijkheden met zich mee.
Elk type verpleging vraagt een verschillende soort en hoeveelheid training. Het werk van een verpleegkundige is tegenwoordig complex Om de theorie en de praktijk van het moderne verpleegwerk aan te kunnen, moet een verpleegkundig student kennis op het gebied van de biologie en de medische en sociale wetenschappen verwerven. Het is niet langer mogelijk om alleen met empirische (ervaring en observatie) middelen op verantwoorde wijze verpleegwerk te verzorgen. Verpleging vraagt speciale kennis die men alleen kan verwerven op een erkende opleiding voor de verpleging.
Alle leden van een verpleegteam zijn betrokken bij de zorg voor, het bevorderen en het herstellen van de gezondheid. De verpleging is zowel bij het begin als bij het einde van het leven betrokken. Verpleging betreft individuen, families, groepen, leefgemeenschappen en houdt ook in de administratie van de behandeling en andere instituutsaangelegenheden. Verpleegkundigen observeren, luisteren, bereiden de patiënt op proeven voor, geven bijstand, onderkennen problemen, controleren, regelen, verplegen en verzorgen. Maar verpleging is vooral verzorging en zorg dragen voor patiënten.
Gediplomeerd verpleegkundige
In Nederland is een verpleegkundige iemand die in het bezit is van het diploma ziekenverpleging A en/of B. De opleiding voor diploma A (algemene ziekenverpleging) is verbonden aan een ziekenhuis of een school voor verpleegkundigen waarin diverse ziekenhuizen samenwerken. Deze opleiding duurt 3 1/2 jaar. De opleiding voor diploma B (psychiatrische verpleging) vindt plaats in psychiatrische ziekenhuizen en duurt 3 jaar. Bij het diploma A kunnen twee aantekeningen behaald worden: kinderverpleging (10 maanden) en maatschappelijke gezondheidszorg (22 maanden). Deze laatste aantekening betreft de extramurale gezondheidszorg (wijk-, school- en districtsverpleegkundige en sociaal-psychiatrisch verpleegkundige). Verpleegkundigen kunnen verder voortgezette en hogere opleidingen volgen. Dit zijn kader- en docentenopleidingen. In België is verpleegkundige de benaming voor degene die in het bezit is van het diploma gegradueerde verpleegkundige of van het brevet van verpleegkundige of verpleegassistent(e). De opleiding gegradueerde verpleegkundige behoort tot het hoger paramedisch onderwijs en bestaat uit twee jaar basisopleiding en één jaar specialisatie (ziekenhuisverpleegkundige, pediatrisch of psychiatrisch verpleegkundige, vroedvrouw). De opleiding tot sociaal verpleegkundige vereist twee jaar specialisatie.
Geschiedenis van de verpleging
Verpleging bestaat in een eenvoudige vorm al duizenden jaren. Verpleegsters vormden voor het eerst een organisatie in de vroege jaren van het christendom. Adellijke vrouwen, onder wie zelfs keizerinnen, hielpen in de ziekenzorg in het oude Rome. De eerste militaire verpleegkundigen waren actief tijdens de kruistochten, toen religieuze orden en ridders voor de zieken en gewonden zorgden. Tijdens de reformatie verdwenen veel kloosters, zodat er minder plaatsen waren waar zieken verzorgd konden worden. Het tijdperk tussen 1600 en 1850 is een duistere periode in de geschiedenis van de verpleegkunde. Er werden uit liefdadigheid hospitalen gebouwd, die meestal slecht opgeleide vrouwen als personeel hadden. Rijke mensen gingen nooit naar een hospitaal. Het belang van hygiëne was nog niet bekend en de mensen wisten niet hoe ziekten zich verspreidden.
Florence Nightingale veroorzaakte in de jaren 50 van de vorige eeuw een revolutie in de verpleegkunde. Zij stichtte in 1860 de eerste opleiding voor verpleegkundigen, de Nightingale Training School for Nurses in Londen. Deze school legde de nadruk op onafhankelijke bekwaamheden van de verpleging, zoals het voorkomen van ziekten, aandacht en steun voor de patiënten en hun geriefelijkheid. Leerlingen van de school reisden naar alle delen van de wereld en leidden nieuwe verpleegkundigen op.
Niet-medische zorgverleners
Vaak heeft de ziekte van een patiënt te maken met zijn sociale omstandigheden. Een aantal ziekenhuizen heeft daarom maatschappelijk werk(st)ers in dienst die patiënten kunnen helpen bij sociale problemen. Medisch-psychologische problemen kunnen overlegd worden met psychologen. Van het keukenpersoneel wordt in ziekenhuizen speciale aandacht verwacht, omdat bij ziekte de juiste voeding van levensbelang kan zijn. Verder hebben ziekenhuizen schoonmaak- en onderhoudspersoneel en financieel-administratief personeel voor de dagelijkse gang van zaken.
Verpleegkunde-opleidingen
Er bestaan in Nederland verschillende soorten verpleegkunde-opleidingen van HBO- tot LBO-niveau. Voor uitgebreide informatie over verpleegkunde-opleidingen bij u in de buurt kunt u terecht bij een arbeidsbureau of een beroepeninformatiecentrum.
Verpleegkundige
In Nederland is een verpleegkundige iemand die in het bezit is van het diploma ziekenverpleging A en/of B. De opleiding voor diploma A (algemene ziekenverpleging) is verbonden aan een ziekenhuis of een school voor verpleegkundigen waarin diverse ziekenhuizen samenwerken. Deze opleiding duurt 3 1/2 jaar. De opleiding voor diploma B (psychiatrische verpleging) vindt plaats in psychiatrische ziekenhuizen en duurt 3 jaar. Bij het diploma A kunnen twee aantekeningen behaald worden: kinderverpleging (10 maanden) en maatschappelijke gezondheidszorg (22 maanden). Deze laatste aantekening betreft de extramurale gezondheidszorg (wijk-, school- en districtsverpleegkundige en sociaal-psychiatrisch verpleegkundige). Verpleegkundigen kunnen verder voortgezette en hogere opleidingen volgen. Dit zijn kader- en docentenopleidingen. In België is verpleegkundige de benaming voor degene die in het bezit is van het diploma gegradueerde verpleegkundige of van het brevet van verpleegkundige of verpleegassistent(e). De opleiding gegradueerde verpleegkundige behoort tot het hoger paramedisch onderwijs en bestaat uit twee jaar basisopleiding en één jaar specialisatie (ziekenhuisverpleegkundige, pediatrisch of psychiatrisch verpleegkundige, vroedvrouw). De opleiding tot sociaal verpleegkundige vereist twee jaar specialisatie.
Vrijwilligers
Soms zijn in ziekenhuizen vrijwilligers actief. Veelal zijn dit ziekenbezoekers. Ze houden contact met patiënten die weinig familie of vrienden op bezoek krijgen. Ook worden patiënten bezocht door dominees en priesters. In kinderziekenhuizen en kinderafdelingen zijn vaak klini-clowns actief. Ze bezorgen de kinderen een leuke dag en gebleken is dat dit een wezenlijke bijdrage levert aan het herstel van de kinderen.
Weliswaar kunnen vrijwilligers veel bijdragen aan de gezondheid en het welzijn van patiënten, maar ze zijn niet betrokken bij de directe medische begeleiding.
Mijn dochter denkt er ook over na om de verpleging in te gaan. Op dit moment is ze verschillende opleidingen aan het vergelijken. Ook probeert ze uit te zoeken welke specialisaties ze interessant vindt. Ik ga haar dit artikel in ieder geval even doorsturen!