Hondsdolheid
Hondsdolheid is een besmettelijke ziekte die wordt veroorzaakt door een virus. Als tussengastheren voor het virus kunnen wolven, vossen en honden dienen en in zeldzame gevallen ook geiten en katten. De speekselklieren van de dieren bevatten het virus. De periode tussen de besmetting en het uitbreken van ziekteverschijnselen (incubatietijd) varieert van drie weken tot een a anderhalf jaar. Het zieke dier, meestal een hond, gedraagt zich gedurende een deel van de incubatietijd abnormaal, is stil, eet daarna alles en bijt in alles, is zeer agressief en vertoont een sterke zwerflust.
Na de agressieve periode treedt verlamming van spieren op en ongeveer een week na het begin van het bijterige en agressieve gedrag overlijdt het dier. Bij de overdracht van het virus van dier op dier of van dier op mens is gebleken dat dit micro-organisme de intacte huid niet kan passeren: het aanraken van het speeksel geeft geen infectie. Indien echter door een beet van de hond een huidbeschadiging ontstaat kan het virus rechtstreeks in de bloedbaan komen. Eenmaal in de bloedbaan wordt het door het lichaam verspreid en bereikt dan spoedig via de zenuwvezels de hersenen en het ruggenmerg. Het is een van de ernstigste infectieziekten, daar een besmetting in vele gevallen dodelijk is. Hoewel het bijna nooit voorkomt en lange tijd niet voor mogelijk werd gehouden is ook overdracht van het virus van mens op mens mogelijk.
De ziekteverschijnselen bij hondsdolheid zijn: hoofdpijn, angst, slikklachten met keelpijn, sterke speekselvloed en verhoogde prikkelbaarheid. Een bijzonder merkwaardig en nog onverklaard verschijnsel is de watervrees. Dit verschijnsel uit zich bij bijna alle patiënten. Hoewel de patiënt erge dorst heeft barst hij in woede uit als hem water of vocht wordt aangeboden. In deze toestand vertonen de patiënten dezelfde verschijnselen als de zieke dieren: ze bijten en er is een overmatige speekselvloed. Ten slotte ontstaan verlammingen van de dwarsgestreepte spieren, hoge koorts en een onregelmatige ademhaling. In deze toestand overlijdt de patiënt, indien niet tijdig maatregelen worden genomen.
Gezien de lange periode na de besmetting voordat de ziekte uitbreekt is een actieve immunisatie. (zie Immunisatie) mogelijk door de patiënt in de incubatietijd in te enten. Men zal echter vanwege de complicaties (zenuwontstekingen en verlammingen) die soms optreden pas tot inenting overgaan indien vaststaat dat de beet inderdaad door een dolle hond werd veroorzaakt. In Oost-Europa worden regelmatig gevallen van hondsdolheid gemeld. In West-Europa en de Verenigde Staten is de ziekte zeldzaam.
Hondsdolheid komt ook voor onder dieren in Azië, Zuid-Amerika en Afrika. In Azië zijn de wolf en de jakhals vaak gevaarlijke infectiebronnen. In Zuid-Amerika komen infecties voor bij vleermuizen. Iemand kan besmet raken door de beet van een vleermuis en in enkele gevallen werd de ziekte zelfs aangetoond bij mensen die niet door vleermuizen waren gebeten, maar die in grotten waren binnengedrongen waar deze dieren verbleven.
behandeling
• Ga onmiddellijk naar een dokter als u gebeten bent door een (huis) dier.
• De wond voorzichtig, maar grondig uitwassen met water en zeep, en ontsmetten.
• Inenting binnen twee dagen na de beet voorkomt dat de ziekte zich kan ontwikkelen. Er zijn twee vaccinaties nodig: een passieve geeft antistoffen voor directe bescherming tegen het virus; toediening van het actieve vaccin bevordert productie van antistoffen die langdurig bescherming geven tegen het rabiesvi-rus. Het passieve virus wordt voor de helft toegediend vlakbij de wond, de rest wordt in een spier ingespoten. Het actieve virus wordt in een periode van enkele weken in een serie van vijf injecties gegeven. Mensen die vanwege hun beroep al gevaccineerd zijn, hoeven alleen behandeld te worden met het actieve vaccin.
• Tegen eventueel bijkomende bacteriële infectie worden soms antibiotica en een tetanusinjectie toegediend.
• Bij ontstaan van de verschijnselen is ziekenhuisopname noodzakelijk; de prognose is echter slecht.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.