Waarom zijn kinderen vaak ziek
De mens wordt zijn hele leven lang omringd door allerlei bacteriën en andere micro-organismen. Sommige daarvan zijn niet schadelijk, maar andere kunnen bij de mens ziekten veroorzaken. Het menselijk lichaam beschikt over een uitgebreid verdedigingsmechanisme. In het bloed zitten twee soorten witte bloedcellen. De ene soort maakt binnendringende bacteriën direct onschadelijk door ze op te eten en ze daarna te verteren. Het andere type witte bloedcellen kan de ziekteverwekker onschadelijk maken door antistoffen te maken. Deze antistoffen worden gemaakt door de lymfeklieren.
Deze zijn dan ook opgezwollen en soms pijnlijk als er een infectie in de buurt is. Het duurt meestal zeven tot tien dagen voordat de lymfeklieren voldoende antistoffen gemaakt hebben om de ziekteverwekker uit te schakelen. In die tussentijd kan je behoorlijk ziek worden.
Als je een tweede keer in aanraking komt met dezelfde ziekteverwekker, maken de witte bloedcellen onmiddellijk zoveel antistoffen, dat deze helemaal geen kans krijgt. Je bent inmiddels immuun geworden.
Volwassenen hebben tijdens hun kinderjaren vrijwel alle infectieziekten gehad en worden niet meer ziek als ze er opnieuw mee geconfronteerd worden. Kinderen moeten hun weerstand nog opbouwen. Ze moeten daarom alle ziekten een keer krijgen om immuun te worden. Voor een verkoudheid en een keelontsteking gaat dit verhaal niet helemaal op. Deze worden telkens door een ander virus veroorzaakt en hiertegen kan je dus niet immuun worden.
Tijdens de zwangerschap krijgt een kind zijn antistoffen via de moederkoek van zijn moeder. Na de geboorte kan hij hier nog enkele maanden op teren, maar daarna moet hij het zelf opknappen. Via de moedermelk krijgt een baby ook antistoffen.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.