Homeostase
Om gezond te blijven moet ons lichaam onder zich wijzigende omstandigheden toch intern in evenwicht worden gehouden. Dit proces noemen we homeostase. Voor de instandhouding van dit evenwicht tussen ons en onze omgeving bestaan aparte systemen die elk hun eigen specifieke taak hebben en die samen verantwoordelijk zijn voor al onze lichaamsfuncties.
Bijvoorbeeld, alle cellen van ons lichaam liggen in een vloeistof die voor voedsel zorgt en voor de afvoer van afval. De samenstelling van deze extra-cellulaire vloeistof moet min of meer constant zijn. Homeostase zorgt hiervoor. Wanneer een of meer systemen uit hun evenwicht raken, lijden de lichaamscellen hieronder en het gevolg is ziekte of een slechte gezondheid.
Een gezond lichaam kan ziekte weerstaan en zich aanpassen om verwonding of stress te compenseren. Bij ziekte gaat dit vermogen verloren. Vatbaarheid voor griep bijvoorbeeld, wordt vooral hierdoor bepaald. Dit verklaart waarom niet iedereen die met een ziekte in aanraking komt, ook werkelijk ziek wordt. Homeostase kan in technische termen voorgesteld worden. Alle controlerende en regulerende systemen van het lichaam handelen via een soort negatieve reactie, waarbij het resultaat van een bepaald proces gecontroleerd wordt. Is het resultaat onvoldoende dan wordt er ingegrepen.
We kunnen het vergelijken met de werking van een thermostaat. Wordt de temperatuur in een ruimte lager dan de thermostaat aangeeft, dan wordt er ingegrepen. Als de verlangde temperatuur weer bereikt is, slaat het systeem via de thermostaat weer af. Een verschil is, dat het lichaam altijd verschillende mechanismen klaar heeft om een taak te kunnen uitvoeren. Dit is een soort beveiligingsmechanisme.
Het lichaam beschikt over een aantal duizenden controlesystemen voor haar functioneren. De meest belangrijke hiervan zijn het zenuwstelsel en het hormoonstelsel. Omdat ze nauw samenwerken en het ene stelsel niet zonder het andere kan, worden ze ook wel samen aangeduid als het neuroendocriene stelsel.
Dat deel van het zenuwstelsel dat zich in de eerste plaats bezighoudt met homeostase, is het autonome zenuwstelsel. Dit houdt zich bezig met de automatische regulatie van organen, zoals hart, longen, maag, darmen, blaas, geslachtsorganen en bloedvaten.
Het hormoonstelsel reageert langzamer, maar geeft ook langduriger effecten, terwijl de autonome zenuwen snelle reacties geven die niet langer duren dan nodig is. Afhankelijk van de soort en ernst van de problemen kunnen deze stelsels afhankelijk of onafhankelijk van elkaar reageren. Een voorbeeld van homeostase waar verschillende stelsels bij betrokken zijn, is het reguleren van het watergehalte van het lichaam.
Het lichaam bestaat voor ongeveer 70 procent uit water, waarbij bepaalde weefsels zoals de grijze stof in de hersenen tot 85 procent bevatten en andere weefsels zoals vet slechts 25 procent. Ook is water de basisstof van het belangrijste transsportsysteem, het bloed, dat voor 80 procent uit water bestaat. Onder bepaalde omstandigheden daalt het watergehalte van het lichaam. Gelukkig laat het lichaam het merken, wanneer het water nodig heeft. Als we dorst krijgen, heeft het lichaam water nodig. De hoeveelheid water die we dan nemen, is afhankelijk van de hoeveelheid water die het lichaam verloren heeft. Het controlecentrum voor ons dorstzintuig ligt diep in de hersenen, in de hypothalamus. Daar bevinden zich zenuwcellen, die letten op de verhouding tussen het water in het bloed en de zouten en andere stoffen. Raakt die verhouding verstoord, dan zorgen zij voor het dorst-gevoel.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.