Leerproblemen bij kinderen
Het vermogen van een kind om te leren is afhankelijk van geestelijke processen die leren mogelijk maken, van zijn emotionele welbevinden en van de algehele gezondheidstoestand.
Hieronder wordt ingegaan op factoren bij het kind zelf die storend werken op het leerproces en op een aantal andere factoren. Als een kind door ziekte vermoeid en lusteloos is, werkt dat storend op het leerproces. Als een kind gedeprimeerd is en tobt over zichzelf of over moeilijkheden thuis roept dit emotionele spanningen op. Dit tobben of dagdromen op school leidt een kind af van zijn schoolwerk. Als een kind zijn capaciteiten wil benutten, dan moet hij ook gemotiveerd zijn om te leren.
Het gezichtsvermogen, het gehoor en de algemene gezondheidstoestand van uw kind worden onderzocht door de huisarts respectievelijk schoolarts. De intelligentie wordt bepaald door psychologische testen op school of ergens anders. Als de huisarts een emotioneel probleem vermoedt, zal hij uw kind misschien verwijzen naar een kinderpsychiater of kinderpsycholoog, of anders advies inwinnen via de school bij de Schooladviesdienst (SAD) of via de jeugdgezondheidsdienst van het RIAGG. Overleg ook met het hoofd van de school. In België kan bij leerproblemen de hulp van een Psycho-medisch-sociaal-centrum (een PMS-centrum) ingeroepen worden.
Cognitieve leerproblemen zijn moeilijker vast te stellen dan problemen met het gezichtsvermogen of het gehoor en vereisen de hulp van specialisten zoals ontwikkelingspsychologen. Deze problemen die zich op het psychische vlak afspelen, omvatten problemen met het geheugen, het waarnemen van vormen, het vestigen van de aandacht op iets, schrijven, spreken en het interpreteren van het geschreven woord. In sommige gevallen is letsel dat bij de geboorte is opgelopen de oorzaak. Vaker worden ze echter aangetroffen bij kinderen met een goede gezondheid en een normale intelligentie.
Als een kind een leerprobleem heeft, kan hij hulp nodig hebben bij het leren hoe te leren. De volgende paragraaf bespreekt de verschillende cognitieve problemen en de soorten speciaal onderwijs die er zijn om ermee om te leren gaan.
Leerstoornissen:
Klachten en verschijnselen
Aanmerkelijke problemen bij het spreken, schrijven, spellen of rekenen.
Niet kunnen luisteren, lezen of zijn gedachten ordenen.
Blijvende impulsiviteit, ongedurigheid of snel zijn afgeleid.
Slechte geheugenfunctie.
Kinderen kunnen een normale of hoge intelligentie hebben en toch niet in staat zijn goed te leren. Specifieke leerstoornissen berusten niet op afwijkingen van het gezichtsvermogen of van het gehoor, noch op emotionele spanningen of gebrek aan verstandelijke vermogens. Specifieke leerstoornissen zijn stoornissen in de psychische processen die zich afspelen bij het verwerven of onder woorden brengen van kennis (cognitie).
Een kind is soms niet in staat globale vormen waar te nemen, te onthouden wat er is gezegd, leesbaar te schrijven, een tekening na te maken, geschreven woorden te interpreteren, of samenhangend te spreken. Deze psychische processen hangen samen met het gebruik of het begrip van taal en symbolen. Voor sommige van deze verschijnselen zijn er andere oorzaken, zoals impulsiviteit en ongedurigheid; ze wijzen dus niet altijd op het bestaan van een leerstoornis.
Een ander type leerstoornis treedt op als een kind zijn aandacht slechts enkele minuten gericht kan houden of geen controle heeft over bepaalde lichamelijke activiteiten. Deze stoornissen kunnen te wijten zijn aan problemen in het normale proces van het negeren van afleiding en het bewust vestigen van de aandacht op iets.
Leerstoornissen hebben verschillende oorzaken. In sommige gevallen zijn ze van erfelijk aard.
Jongens worden hierdoor vier tot vijf maal vaker getroffen dan meisjes, en deze stoornissen kunnen erfelijk zijn. In andere gevallen zijn er duidelijke aanwijzingen van een stoornis in de hersenfunctie, hoewel er geen hersenbeschadiging kan worden aangetoond.
Veelal wordt er echter geen specifieke oorzaak gevonden voor het leerprobleem van een kind. Sommige deskundigen op dit terrein zijn van mening dat deze problemen te wijten zijn aan een vertraging of onrijpheid van de ontwikkeling.
Men schat dat leerproblemen voorkomen bij vijf tot twintig procent van de schoolkinderen. Deze spreiding is zo groot omdat er verschillende definities worden gebruikt en omdat er geen grootschalig onderzoek is verricht om de omvang van het probleem vast te stellen.
Diagnose
Het leerprobleem van een kind kan pas aan het licht komen in de vijfde of zesde groep (derde of vierde klas), als hij op school begint achter te blijven. Een volledige diagnose is nodig om het specifieke probleem vast te stellen en te bepalen langs welke weg het onderwijs van het kind zo spoedig mogelijk kan worden verbeterd.
Een grondige diagnose vereist verschillende soorten onderzoek om de verstandelijke vermogens van een kind te beoordelen, zijn leerprestaties, zijn gezichtsvermogen, gehoor, emotionele situatie en algemene neurologische functies. Verdere testen kunnen nodig zijn om bijzondere problemen bij lezen, schrijven, luisteren, spreken of het begrijpen van wiskunde op te sporen.
Voor de processen die betrokken zijn bij het leren zijn de laatste jaren verschillende tests ontwikkeld. Het is nu mogelijk tot een zeer nauwkeurige diagnose te komen. Het kan nodig zijn dat een kind voor dit onderzoek een psycholoog of schoolpedagogische dienst bezoekt.
Hoe ernstig zijn leerstoornissen?
Een leerstoornis kan leiden tot een blijvend falen op school en tot ernstige sociale en emotionele problemen. Hoewel kinderen soms hun stoornis te boven komen, kan dit toch te laat zijn om te voorkomen dat hun toekomstig prestatieniveau en hun zelfrespect ernstig worden geschaad.
De schade kan tot een minimum worden teruggebracht door een vroegtijdige diagnose en behandeling. Kinderen kunnen met speciaal onderwijs en aparte begeleiding hun stoornis te boven komen en presteren op een niveau dat dichter bij hun mogelijkheden ligt.
Een kind kan de meeste doelstellingen met betrekking tot onderwijs en beroep bereiken als de geschikte onderwijsmethode is gevonden en het kind daardoor weer gemotiveerd wordt.
Behandeling.
De voornaamste behandeling zal een speciaal onderwijsprogramma zijn dat toegesneden is op de behoeften van het kind. Er staan vele methoden ter beschikking, zoals technieken die bij het kind de klank-letterbeeldkoppeling tot ontwikkeling brengen alsmede begrip voor getallen, oog-hand coördinatie, fonetische articulatie (een betere en duidelijke uitspraak van woorden), tijdsbesef en herkennen van vormen. Een orthopedagogisch team op school of in een ziekenhuis zal met ouders en kind aan de slag gaan om met inachtneming van de diagnose de passende behandelingsmethoden te kiezen.
Het doel van deze aanpak is het kind te helpen bij het verwerven van de ontbrekende vaardigheden en bij de toepassing ervan; met andere woorden het kind te leren hoe te leren. Aparte behandeling in een klas of op school (remedial teaching) kan soms enige tijd nodig zijn of het kind kan een van de scholen voor buitengewoon onderwijs bezoeken.
Vaak zijn apart onderricht en oefeningen thuis nodig.
Hulpverlening door een deskundige uit de geestelijke gezondheidszorg kan nood zakelijk zijn om het kind te helpen effectiever met zijn stoornis overweg te kunnen gaan en zijn zelfrespect te verhogen. De huisarts kan geneesmiddelen voorschrijven als te snelle afleidbaarheid, gebrekkige concentratie en hyperactiviteit het leerproces van een kind nadelig beïnvloeden.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.