Maagbloeding
Maagbloeding is een toestand waarbij bloed in de maag komt uit een opening, gevormd doordat een bloedvat in de maagwand is aangevreten door een ziekteproces. Het bloed kan worden uitgebraakt (bloedbraken) of met de ontlasting het lichaam verlaten (melaena). Van de bloedingen wordt ongeveer de helft veroorzaakt door een zweer in de maagwand of de twaalfvingerige darm en een zeer klein deel (2 a 3 procent) door kanker van de maag.
De overige berusten in het algemeen op bloedingen zonder aanwijsbare oorzaak (plotseling optredend slijmvliesletsel). In deze laatste groep vallen de bloedingen na het gebruik van geneesmiddelen zoals salicylzuurpreparaten en corticosteroïden, die soms aanleiding kunnen geven tot het ontstaan van plotseling optredende zweren zonder voorafgaande verschijnselen.
De maagbloeding kan in zeldzame gevallen zeer hevig zijn bij aanvreting van een slagader en dan snel tot de dood voeren. Ook aderlijke bloedingen zijn soms hevig. Een snelle herkenning van de aard van de aandoening wordt nagestreefd door onderzoek met behulp van een maagspiegel (gastroscoop, zie Endoscopie) en het maken van röntgenfoto’s waarbij de maag via een slang wordt gevuld met bariumpap als contrastvloeistof.
De behandeling van een maagbloeding bestaat uit absolute bedrust gedurende enkele weken, streng dieet, eventueel bloedtransfusie. Indien de bloeding niet tot staan komt hetgeen overigens in een minderheid van de gevallen zo is dan vindt een operatieve ingreep plaats waarbij een deel van de maag wordt weggenomen.
Een zeer gering bloedverlies, dat soms gedurende lange tijd optreedt, kan alleen scheikundig in de ontlasting of in braaksel worden aangetoond. Dit blijkt dan door routineonderzoek bij vage maagklachten.
Bloedverdunnende middelen kunnen ernstige bloedingen veroorzaken.
Aan Eliquis (Apixaban) zijn meerdere mensen in hun slaap doodgebloed.