Endoscopie

Een endoscoop is een instrument waarmee de binnenkant van een hol orgaan of een holle ruimte kan worden onderzocht. De endoscoop bestaat uit een buigzame of een starre, holle buis die verbonden is met een lenzensysteem, waarmee degene die door de buis kijkt, de weefsels aan het andere eind van de buis kan zien.

De endoscoop is onmisbaar geworden bij het vaststellen van een hele reeks kwalen. Voor de longarts is de endoscoop (bekend als bronchoscoop) het sleutelstuk van de uitrusting bij het onderzoeken van de luchtwegen. De bronchoscoop wordt gebruikt bij het vaststellen van de plek waar zich een gezwel, vernauwing of afscheiding en bloeding bevindt in de luchtpijptakken en om de diagnose longkanker, tuberculose en andere longziekten te kunnen stellen.

De gastro-enteroloog (ook wel maag-darm arts genoemd) die zich bezighoudt met de maag, darmen en andere spijsverteringsorganen, gebruikt ook een endoscoop. De gastro-enterologische ingrepen omvatten gastroscopie (die een rechtstreekse blik verschaft op slokdarm, maag en twaalfvingerige darm), sigmoïdoscopie (voor onderzoek van endeldarm en het kronkelige deel van de dikke darm) en coloscopie (voor onderzoek van de binnenkant van de dikke darm van de anus tot de verbinding van de dunne darm met de dikke darm).

De endoscoop wordt ook gebruikt om te kijken naar gewrichten, de blaas en andere organen.