Hals

Hals is het deel van het lichaam tussen hoofd en romp, dat van boven begrensd is door de onderkaak en de onderzijde van het achterhoofdsbeen en van onderen door het vlak van de eerste ribben. De achterkant van de hals wordt ook nek genoemd.

Aan de voorzijde van de hals bevinden zich o.a. de luchtpijp en het strottenhoofd, met aan de onderkant hiervan de schildklier en de bij-schildklieren. Links en rechts in de hals ligt een vaat-zenuwstreng met de gemeenschappelijke hoofdslagader (ar ter ia carotis communis), de inwendige halsader (vena jugularis interna) en de tiende hersenzenuw (nervus vagus) die in de hals afdaalt naar de borstholte. Meer aan de achterzijde bevindt zich de slokdarm. Een groot aantal spieren zorgt niet alleen voor stevigheid maar ook voor de bewegingen van het hoofd ten opzichte van de wervelkolom en van de halswervels onderling. Het skelet van de hals wordt gevormd door de zeven halswervels van de wervelkolom.

De halswervels (zie Wervel, Wervelkolom) onderscheiden zich van de borst en lendewervels doordat zij beweeglijker met elkaar verbonden zijn en lichter van bouw. Het wervelli-chaam (corpus vertebratae) is klein en het wervelgat groot. Het dwarsuitsteeksel (processus transversus) is doorboord, zodat een kanaal wordt gevormd voor de wervelslagader (ar ter ia vertebralis) die via het achterhoofdsgat (foramen magnum) de schedelholte binnentreedt. Aan de rugzijde bevindt zich in het midden van de wervel het doornuitsteeksel (processus spinosus). De bovenste of eerste halswervel heet atlas. Bij de atlas ontbreken wervellichaam en doornuitsteeksel. De bovenste twee gewrichtsuitsteeksels zijn veranderd in kommetjes, waarin de achterhoofdsknobbels van de schedel passen.

De tweede halswervel of draaier heeft een tandvormig uitsteeksel op het wervellichaam, dat in een uitholling van de atlas past. Bij het draaien van het hoofd naar links en rechts draait de atlas om dit tandvormig uitsteeksel terwijl de draaier zelf op zijn plaats blijft. Soms is de atlas vergroeid met het achterhoofdsbeen (assimilatio atlantooccipitalis), hetgeen de bewegingsmogelijkheden van het hoofd in belangrijke mate beperkt. Een andere afwijking, ook een aangeboren misvorming, is een te gering aantal halswervels, die bovendien nog gedeeltelijk met elkaar zijn vergroeid (syndroom van Klippel-Feil). Hierbij is de hals verkort, het hoofd minder beweeglijk en zet de haarbedekking zich voort tussen de schouderbladen.

Hals

In het halsgebied vertoont de wervelkolom een naar de buikzijde gerichte (convexe) bocht, terwijl de bocht in het borstgedeelte juist naar de rugzijde gericht (concaaf) is. De wervelkolom is hier dus S-vormig gebogen (cervicale lordose).


Relevante artikelen

Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.



Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

MEDISCH VOORBEHOUD

De informatie op Menselijk Lichaam is géén medisch advies. Neem bij twijfel over gezondheid, behandeling of medicijnen altijd contact op met een arts, specialist of apotheker.

Meer informatie

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Met het laatste nieuws en gezonde tips