Test uzelf op allergie
Na de volledige medische anamnese (de opname van uw medische voorgeschiedenis) en nadat een inspectie heeft plaatsgevonden van het aangedane gebied, de longen, de huid, de ogen, neus en oren, zal de arts een testmethode uitkiezen. De keuze van de test is afhankelijk van de oorzaak die hij verwacht.
Wanneer u denkt dat u een voedselallergie hebt, wees dan op uw hoede voor testen of behandelingen waarvan nog niet is bewezen dat deze enige waarde hebben.
Accepteer geen cytotoxische test, provocatie- en neutralisatietest of een gist-overgevoeligheidsbehandeling. Bij de cytotoxische test wordt in buisjes een extract van voedingsmiddelen gemengd met een monster van witte bloedcellen van de patiënt. Wanneer de cellen op een of andere manier van vorm veranderen, dan zou die persoon allergisch zijn voor dat voedingsmiddel.
Het is echter nooit bewezen dat er enig verband bestaat tussen deze vormverandering en voedselallergie. Bij provocatie- en neutralisatieproeven wordt iemand ingespoten met een kleine hoeveelheid van een voedselextract om verschijnselen op te wekken.
Wanneer die ontstaan wordt een ’neutraliserende’ injectie gegeven tegen dit voedingsmiddel op grond van de theorie dat daarmee het effect van de eerste injectie wordt geneutraliseerd, iets dat tot nu toe niet is bewezen.
Er is een behandeling waar u zeer voorzichtig mee moet zijn. De gist-overgevoeligheidsbehandeling berust op de theorie dat een gistachtige schimmel, Candida genoemd, de oorzaak zou zijn van alle allergieën. Mensen met een voedselallergie wordt verteld dat ze uit hun voeding alle middelen moeten schrappen die gist en schimmels bevatten, met inbegrip van fruit, melk, geraffineerde koolhydraten (zoals brood) en chemisch voorbehandelde voedingsmiddelen. Men veronderstelt dat het lichaam zich dan vanzelf zal herstellen. Er is geen enkel bewijs dat er enig verband bestaat tussen de Candida en voedselallergie.
De huidtest. De meest gebruikte proef is de huidtest, waarvoor verschillende methoden kunnen worden gebruikt. In de meeste gevallen wordt een kleine hoeveelheid van het verdachte allergeen als druppel op de huid van de onder- of bovenarm aangebracht.
Soms wordt daarvoor de huid op de rug gebruikt. Er wordt dan een prik of kras toegediend, zodat het materiaal onder de huid terecht komt. Een andere veel gebruikte methode is de intradermale techniek. Hierbij wordt een kleine hoeveelheid van het allergeen door middel van een injectie direct in de huid gespoten. Bij beide methoden wordt het resultaat na vijftien à dertig minuten afgelezen.
Wanneer ter plaatse een zwelling van de huid met daaromheen een rode hof ontstaat, dan wordt de test als positief genoteerd voor het betreffende allergeen. Bij de huidtest worden verschillende allergenen tegelijk beproefd om de diverse allergenen te elimineren, maar ook omdat mensen voor meerdere allergenen tegelijk gevoelig kunnen zijn.
Wanneer een test positief uitvalt, kan dit betekenen dat de betreffende persoon allergieverschijnselen vertoont, wanneer hij blootstaat aan dat allergeen in deze vorm. Deze proeven zijn echter niet waterdicht: iemand kan positief zijn tijdens de proef en toch in het dagelijks leven niet reageren. Een negatieve test sluit ook niet uit dat iemand toch gevoelig is voor dat allergeen. De uitslag moet dan ook met voorzichtigheid worden geïnterpreteerd. Proeven met voedsel-allergenen vormen de grootste bron van onzekerheden. De kans bij alle proeven op een onjuist resultaat maakt het stellen van een precieze allergische diagnose vaak erg moeilijk.
De huidtest wordt uitgevoerd bij diverse vormen van allergie. De test is bijzonder nuttig bij allergieën van de luchtwegen, bij penicilline-allergie en bij allergie voor insectenbeten. De huidtest is minder praktisch voor het stellen van de diagnose bij voedselallergie. Bij geneesmiddelen, behalve die voor penicilline en verwante producten, heeft onderzoek door middel van de huidtest weinig zin.
De huidtest moet met zorg worden uitgevoerd. Wanneer te veel allergeen onder de huid wordt gebracht, kan ook een positieve reactie ontstaan zonder dat de persoon allergisch is. In zeldzame gevallen kan een zeer gevoelige persoon bij een te grote hoeveelheid een heftige anafylactische reactie vertonen die direct een behandeling met adrenaline noodzakelijk maakt. De huidproeven met stoffen uit de lucht, zoals stofmijt, huidschilfers van dieren en pollen, zijn nog het meest betrouwbaar.
RAST-test. Dit is een laboratoriumproef, de radioallergosorbenttest (RAST), die vooral nuttig is gebleken bij het opsporen van inhalatieallergenen. Bij de RAST-test wordt de totale concentratie aan specifieke IgE-antilichamen in het bloed gemeten. Aangezien alle proeven met een monster van het bloed van de patiënt worden verricht, is deze test eenvoudiger en geeft minder risico’s voor de patiënt. Bovendien wordt de proef niet beïnvloed door antihistaminica, die sommige patiënten gebruiken om hun verschijnselen te onderdrukken.
Een nadeel van de RAST-test is dat deze moet worden verricht in een gespecialiseerd laboratorium en daardoor enige tijd duurt.
De proef is minder gevoelig dan de huidtest en er kunnen minder allergenen worden onderzocht. Bovendien zijn de kosten vele malen hoger dan bij de huidtest.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.