Verkeersveiligheid

Het is reeds lang bekend, dat men niet mag autorijden als men een borrel gedronken heeft. De een kan beter tegen alcohol dan de ander, maar wil men autorijden, dan is het verstandiger en veiliger, voor u en voor anderen, dat u alle alcohol laat staan.

Geneesmiddelen kunnen een soortgelijke invloed hebben als alcohol. Daarop is men echter pas de laatste Jaren goed gaan letten. Het is logisch, dat u na het innemen van een slaapmiddel te suf zult zijn om een auto te kunnen besturen, of om een ingewikkelde machine te bedienen. Er zijn echter nog andere medicijnen, die, net als alcohol, uw reactievermogen zodanig beïnvloeden, dat u niet in staat zult zijn, verantwoord de weg op te gaan. Ook al denkt u, dat u er zelf niets van merkt! En ook al denkt u, dat het een heel onschuldig middel betreft.

Nog veel erger is het, als u én alcohol én medicijnen gebruikt. De uitwerking van sommige medicijnen kan dan namelijk veel sterker zijn dan u gewend was. Er wordt als het ware meer geneesmiddel in het bloed opgenomen als er alcohol bij is.

Er zijn heel wat mensen, die verschillende geneesmiddelen naast elkaar moeten gebruiken. Meestal kan dit geen kwaad, als u zich aan het voorschrift van de arts houdt. Maar soms kan het ene geneesmiddel de werking van een ander geneesmiddel versterken of verzwakken. Het is daarom onverstandig om naast medicijnen, die u kreeg voorgeschreven, op eigen houtje andere medicijnen er bij te nemen. Ook geen huismiddeltjes; vraag zo nodig uw arts of apotheker om raad.

Het is helaas nu eenmaal zo, dat geneesmiddelen bijwerkingen kunnen vertonen. Dat wil zeggen, dat er, naast de eigenlijke werking, waarvoor het door de arts werd voorgeschreven, ook nog andere, niet bedoelde en meestal zelfs ongewenste werkingen van het geneesmiddel uit kunnen gaan. Vaak weet men dat niet eens van tevoren. En ook de arts niet, want lang niet iedereen reageert op dezelfde manier op een bepaald geneesmiddel.

Maar er zijn enkele groepen geneesmiddelen, waarvan men van tevoren duidelijk weet, dat zij invloed kunnen hebben op de rijvaardigheid. Zo is het van enkele soorten geneesmiddelen bekend, dat deze bij de mens het vermogen tot concentreren nadelig kunnen beïnvloeden. Ook al denkt u zelf, dat u er geen enkele last van ondervindt. Na het gebruik van dergelijke geneesmiddelen is de kans groot, dat u niet helemaal ‘helder’ meer achter het stuur zit. Er kan bijvoorbeeld een storing in het gezichtsvermogen optreden.

De overheid heeft zich, samen met de organisaties van de artsen en apothekers, met dit probleem bezig gehouden. Er is nu door de overheid een lijst samengesteld van geneesmiddelen, die de rijvaardigheid nadelig kunnen beïnvloeden. Op deze lijst komen onder andere voor:

– slaapmiddelen;
– zenuwmiddelen (tranquillizers);
– antihistaminica (geneesmiddelen tegen jeuk, uitslag, reisziekte).

De apothekers hebben zich bereid verklaard om bij het afleveren van geneesmiddelen, die op deze lijst voorkomen, een geel etiketje te plakken waarop staat:

DIT GENEESMIDDEL KAN DE RIJVAARDIGHEID BEÏNVLOEDEN.

Hier moet u dan ook terdege rekening mee houden. Het wil zeggen, dat u, als u een dergelijk etiketje op uw medicijn geplakt ziet, gewaarschuwd bent en daarom liever niet in een auto achter het stuur moet gaan zitten.

Er zijn ook rode plakkers. Die plakt de apotheker erop, als de arts de patiënt het autorijden in een bepaald geval verbiedt. Daar staat op:

BIJ GEBRUIK GEEN VOERTUIGEN BESTUREN.

Wanneer u deze adviezen niet ter harte neemt, loopt u het risico een ongeluk te veroorzaken, met alle nare gevolgen van dien.