Monnikspeper

Dit gewas groeit in het Middellandse Zeegebied en West Azië. De Grieken hadden 2000 jaar geleden al ontdekt, dat het extract van de bessen een positieve uitwerking had bij menstruatieklachten en overgangsklachten. Tegenwoordig wordt monnikspeper nog steeds toegepast bij typische vrouwenklachten die het gevolg zijn van een verstoorde hormoonhuishouding. Deze situatie treedt bij ongeveer 50 % van de vruchtbare vrouwen op in de dagen voor de menstruatie. De hoeveelheid oestrogenen in het lichaam neemt dan af en dit zorgt voor wisselende klachten als depressie, krampen, gewichtstoename, pijnlijke borsten, hoofdpijn en prikkelbaarheid.

Tijdens de overgang neemt de productie van het vrouwelijk hormoon oestrogeen heel geleidelijk af. Door deze verandering in de hormoonhuishouding krijgen veel vrouwen last van opvliegers, neerslachtigheid, slapeloosheid, irritaties, depressie en vermoeidheid. Monnikspeper heeft een positieve invloed op de hormoonstofwisseling in het vrouwelijk lichaam. Dit heeft in de periode voor de menstruatie en tijdens de overgang een krampopheffend, rustgevend en pijnstillend effect. Monnikspeper had in de Romeinse tijd een heel bijzondere toepassing. Men noemde het ‘Boom van de Eerbaarheid’. Vrouwen moesten de bessen eten wanneer de mannen op militaire expeditie waren. Daardoor zouden de seksuele lusten getemperd worden. In de middeleeuwen werd de monnikspeper om precies dezelfde reden door monniken genuttigd. Aan dit gebruik dankt deze struik zijn naam.