Problemen met baby voeding

Gedurende het eerste levensjaar kunnen zich diverse voedingsproblemen voordoen. Vraag advies aan uw dokter als uw baby niet genoeg of juist veel te veel aankomt, darmkrampen heeft, last heeft van obstipatie of vaak diarree heeft. Mogelijk is een ander soort voeding of een aanpassing van de hoeveelheid voeding alles wat nodig is om de problemen op te lossen.

Hier volgt een bespreking van een aantal voedingsproblemen.

Ondervoeding. Als een baby niet genoeg te eten krijgt, komt hij niet volgens het schema aan in gewicht, is hij vaak erg onrustig en huilt veel. Hij kan last hebben van obstipatie en een droge gerimpelde huid hebben als gevolg van een verlies van vet. Baby’s kunnen bewust ondervoed worden (de ouders geven dan onvoldoende voeding) of ondervoeding kan komen doordat de baby zelf niet in staat is voldoende voeding op te nemen.

Het grootste deel van de vrouwen kan zonder problemen borstvoeding geven, maar soms krijgt een kind niet genoeg binnen om echt verzadigd te zijn. Dit is vaak een probleem van tijdelijke aard en de meeste vrouwen wordt aangeraden door te gaan met het geven van borstvoeding. Vraag uw dokter of wijkverpleegkundige om advies over de borstvoeding en het eventueel bijgeven van een fles.

Als een baby die de fles krijgt niet genoeg drinkt, is het probleem soms op te lossen door de gaatjes in de speen wat groter te maken. Hierdoor kan hij dan met wat minder moeite meer melk binnen krijgen. U kunt ook proberen vaker te voeden.

Als deze maatregelen niet helpt, zal uw dokter de baby willen nakijken om na te gaan of een ziekte de oorzaak is van het onvoldoende groeien.

Overvoeding.

Een baby die te veel eet of te vaak eet kan erg veel voeding teruggeven of zelfs overgeven. Veel aankomen in gewicht, buikpijn hebben en er opgeblazen uitzien wijzen op overvoeding.

Anders dan volwassenen stoppen baby’s met drinken en eten als zij genoeg gehad hebben. Maar als een ouder iedere keer als de baby huilt hem een fles of de borst geeft, overijverig is in het geven van vaste voedingen of een ouder kind beloont met lekkere hapjes, dan draagt zo’n ouder er wel aan bij dat het kind zich gaat overeten.

Opgeven en overgeven.

Het uitspugen van kleine beetjes voeding tijdens of kort na het voeden is in de eerste zes maanden een normaal verschijnsel. Sommige baby’s spugen nu eenmaal gemakkelijk. Hoewel u het opgeven nooit helemaal kunt voorkomen, kunt u wel proberen de hoeveelheden voeding die uw baby teruggeeft te verkleinen door hem tijdens het voeden geregeld te laten boeren, niet met hem te stoeien na een voeding, hem na een voeding een poosje rechtop te laten zitten en door hem iets minder te laten drinken.

Overgeven is, anders dan opgeven, het met kracht uitspugen van het grootste gedeelte van de maaginhoud. Het komt op de zuigelingenleeftijd veel voor. De oorzaak is meestal een virusinfectie van de maag of iets wat het kind gegeten heeft dat niet goed gevallen is. Vaak en langdurig overgeven kan echter iets ernstigs zijn en dient onderzocht te worden.

Dunne ontlasting en diarree.

Een baby die borstvoeding krijgt heeft gewoonlijk dunne, op stremsel lijkende ontlasting. Echte diarree komt bij een borstgevoede baby niet vaak voor, maar kan wel voorkomen als gevolg van een darminfectie.

Een baby die flesvoeding krijgt heeft gewoonlijk vastere ontlasting.

Dunne ontlasting en diarree worden meestal veroorzaakt door een lichte storing van de spijsvertering, meestal door een virusinfectie. Andere oorzaken kunnen zijn: het volume van de voeding is te groot; de samenstelling van de voeding is verkeerd; het lactosegehalte (melksuiker) van de voeding is te hoog; de bijvoeding is te vroeg geïntroduceerd of het voedsel is verontreinigd. Vaak is het voldoende de voedingen te verminderen of even niet te voeden en eventueel een ORS-oplossing te geven (die is zonder recept in de apotheek verkrijgbaar). Ook kan tijdelijk overschakelen op een lactose-beperkte voeding een oplossing zijn. Controleer tevens de hygiëne van de voedingsbereiding.

Obstipatie.

De consistentie van de ontlasting en de frequentie van de normale stoelgang kan sterk verschillen. Denk niet meteen dat uw kind aan obstipatie lijdt als hij een paar dagen geen ontlasting heeft. De meeste baby’s hebben één of meer keer per dag ontlasting, maar er zijn ook baby’s die geregeld een paar dagen overslaan.

Lichte obstipatie kan behandeld worden door eventuele verkeerde voeding te corrigeren, voeding met een normaal lactosegehalte in te voeren, extra fruit, vruchtensap, groente en eventueel pruimenmoes te geven en te zorgen voor voldoende vochttoevoer. Uw kind krijgt met deze voeding meer vezels binnen, waardoor de ontlasting gemakkelijker komt. Als deze maatregelen niet helpen en de obstipatie ernstige vormen aanneemt, is medische hulp noodzakelijk.

Kolieken.

Een baby met kolieken of darmkrampjes heeft buikpijn die uren kan duren. Typisch voor het verloop is dat de koliekaanval plotseling begint. De baby begint dan te huilen, trekt zijn benen op en balt zijn vuisten. Zijn gezicht ziet vuurrood of bleek en zijn voeten voelen koud aan. De aanval kan over gaan als de baby zich in slaap huilt of een paar winden laat of als hij ontlasting doet. Soms helpt het het kind rechtop te zetten of op de buik te leggen.

De oorzaak van kolieken is onbekend. Kolieken zijn bijzonder storend voor zowel de ouders als voor het kind, maar ze zijn ongevaarlijk en gaan meestal na drie maanden over. De behandeling bestaat uit het zorgvuldig uittesten op welke voeding het kind het beste reageert.


Relevante artikelen

Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.



Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

MEDISCH VOORBEHOUD

De informatie op Menselijk Lichaam is géén medisch advies. Neem bij twijfel over gezondheid, behandeling of medicijnen altijd contact op met een arts, specialist of apotheker.

Meer informatie

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Met het laatste nieuws en gezonde tips