Myelografie
Myelografie is een onderzoektechniek, waarbij u op de buik op een kantelbare röntgentafel ligt. De huid van de lendestreek wordt plaatselijk verdoofd. Vervolgens wordt een naald ingebracht tussen twee van de lagere wervels, waarna een kleine hoeveelheid hersen- en ruggenmergvloeistof wordt afgenomen.
Vervolgens wordt langzaam contrastvloeistof door de naald gespoten, waarna een serie röntgenfoto’s wordt gemaakt om de vorm van de ruimte rond het ruggenmerg zichtbaar te maken en te zien of het ruggenmerg vervormd is door een uitpuilende tussenwervelschijf of een botuitsteeksel. De contrastvloeistof is op de röntgenfoto’s te zien in het ruggenmerggebied. De tafel wordt omhoog en omlaag gekanteld om de contrastvloeistof naar de plaats te bewegen waar de veronderstelde afwijking van het ruggenmerg zich bevindt.
Als de contrastvloeistof eenmaal op de juiste plaats zit, worden röntgenfoto’s genomen vanuit verschillende richtingen totdat het probleemgebied duidelijk te zien is. De meeste contrastvloeistoffen worden in het bloed opgenomen en in de urine uitgescheiden. Daarom hoeven ze na de myelografie gewoonlijk niet verwijderd te worden.
Tijdens het inspuiten van de contrastvloeistof kunt u wat druk of misselijkheid voelen, hoewel de voorbereiding van het onderzoek deze gevolgen zo gering mogelijk zou moeten houden. Na het onderzoek kunt u hoofdpijn hebben door veranderingen in de druk van de hersen- en ruggenmergvloeistof (liquordruk). De hoofdpijn duurt meestal maar kort en wordt minder door te liggen.
U zult voor het onderzoek in het ziekenhuis worden opgenomen en vanaf enkele uren voor de myelografie mag u niets meer eten of drinken. Soms krijgt u vooraf een kalmeringsmiddel. Het onderzoek duurt meestal vijfenveertig tot negentig minuten.
Er zijn enkele risico’s verbonden aan myelografie. Sommige aandoeningen, zoals druk op het ruggenmerg door een tumor of een uitpuilende tussenwervelschijf, kunnen verergeren door de verandering van de liquordruk, zodat onmiddellijk geopereerd moet worden.
De risico’s van myelografie zijn duidelijk omschreven en aanzienlijke complicaties zijn zeldzaam. Weinig belastend onderzoek, zoals computertomografie (CT) of MRI, geeft veel informatie en wordt vaak gebruikt voor het vaststellen van aandoeningen van het ruggenmerg. In veel gevallen echter, blijft myelografie het onderzoek van eerste keus, omdat de beeldvorming hierbij meestal scherper is. Bovendien kan de hersen- en ruggenmergvloeistof, die bij dit onderzoek wordt afgenomen, aanvullende informatie opleveren. De vloeistof kan onderzocht worden op aanwijzingen voor infectie of ontsteking en op de aanwezigheid van kankercellen.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.