Het gebruik van vitaminen en mineralen
Vitaminen en mineralen zijn natuurlijke stoffen die ons lichaam nodig heeft om goed te kunnen functioneren. Vitamine D is bijvoorbeeld belangrijk voor de groei van de botten, vitamine B-complex voor de stofwisseling, ijzer voor het zuurstoftransport door de rode bloedlichaampjes en kalk is belangrijk voor de botten.
De meeste vitaminen en mineralen nemen we op via het voedsel. Als we bepaalde vitaminen en mineralen niet binnenkrijgen, ontstaan ziekten, zoals Engelse ziekte door onvoldoende vitamine D bij kinderen in de groei, of scheurbuik (een oude zeevaardersziekte) door gebrek aan vitamine C. Vitaminegebreksziekten komen in onze samenleving weinig voor. In paragraaf 5.4 Bloedarmoede gaan we in op bloedarmoede door een tekort aan vitamine B12 of door een foliumzuurtekort (vitamine B11). Deze tekorten ontstaan echter hoofdzakelijk door een verstoring van de opname van deze vitaminen uit het maag-darmkanaal. Tekorten aan mineralen komen ook wel voor, zoals ijzertekort dat leidt tot bloedarmoede (zie par. 5.4 Bloedarmoede). Het idee dat de reclame ons opdringt dat het gebruik van extra vitaminen en mineralen goed is, is onjuist. Door extra vitamine D krijg je geen sterkere botten en met extra vitamine C vergroot je de weerstand tegen infecties niet. Ook de suggestie dat mineralen als selenium iets doen tegen kanker, is nog niet bewezen. Wel is het zo dat groenten en fruit een rol spelen bij het voorkómen van vooral darmkanker. Maar naast vitaminen zitten er in deze levensmiddelen allerlei andere stoffen die daarbij een rol kunnen spelen. De conclusie mag zijn dat u geen extra vitaminen en mineralen hoeft te slikken als u normaal eet en verder gezond bent. Heeft u een afwijkend, bijvoorbeeld streng dieet, dan is overleg met de huisarts of diëtist verstandig.
Er zijn enkele categorieën mensen die wat meer op vitaminen en mineralen moeten letten en soms ook iets extra moeten nemen.
Baby’s.
Baby’s die moedermelk krijgen, hebben drie maanden lang extra vitamine K nodig. In moedermelk zit te weinig vitamine K om de bloedstolling goed te laten verlopen. Baby’s die flesvoeding krijgen, hebben dat niet nodig omdat aan flesvoeding vitamine K is toegevoegd.
Kinderen tot 7 jaar.
Uitgezonderd baby’s en kinderen die flesvoeding krijgen, geldt voor ieder kind het advies extra vitamine D te gebruiken tot de leeftijd van 4 jaar. Daarna hoeft dat alleen in de wintermaanden tot de leeftijd van zeven jaar. Vitamine D ondersteunt de botvorming.
Vrouwen in de vruchtbare leeftijd.
Vrouwen in de vruchtbare leeftijd menstrueren en verliezen soms zoveel bloed dat ze een licht ijzertekort hebben. Een verstandige voeding, zoals vollegraanproducten, vlees en groenten zoals aardappelen, kunnen u juist uit de gevarenzone houden. Bent u regelmatig moe en duizelig, dan moet u een bezoekje aan de huisarts brengen. Bij bloedarmoede zal hij u ijzerproducten voorschrijven (zie par. 5.4 Bloedarmoede). Maar heeft u eenmaal last van bloedarmoede, dan is dat probleem met extra ijzerrijke voeding niet of nauwelijks te verhelpen.
Vrouwen die zwanger willen worden.
Deze vrouwen wordt aangeraden extra foliumzuur (vitamine B11) te slikken tot acht weken na de bevruchting. Met een tabletje met een halve milligram foliumzuur per dag loopt u minder kans een kindje met een open ruggetje te krijgen (zie ook par. 5.4 Bloedarmoede).
Mensen die een extreem dieet volgen.
Veel maaltijdvervangers die worden gebruikt om af te slanken, bevatten vitaminen en mineralen. Bij deze producten hoeft u geen extra vitaminen en mineralen te gebruiken. Alleen als u zelf een dieet heeft opgesteld (sterk vasten bijvoorbeeld) of als u een onevenwichtig dieet volgt, zoals een sherry-kuur, kunnen vitaminen en dergelijke nodig zijn. Dat geldt ook voor mensen die uit principe een streng dieet volgen, zoals veganisten of mensen die niet anders kunnen vanwege een uitgebreide voedselallergie. Hen raden we aan in overleg met een diëtist een dieet op te stellen en te laten beoordelen of extra vitamine nodig is.
Oudere mensen.
Sommige oudere mensen hebben een weinig gevarieerd dieet. Bovendien eten ze soms erg weinig. Daarbij komt nog dat ze soms nauwelijks buiten komen, waardoor geen extra vitamine D door zonlicht wordt aangemaakt. Het is nuttig in zulke gevallen te overleggen met de huisarts, bijvoorbeeld over de vraag of extra vitamine D noodzakelijk is.
Omdat ouderen minder vitamine D aanmaken, geldt voor hen een hoger suppletieadvies dan voor jongere mensen. De algemene richtlijn van de Gezondheidsraad voor mensen boven 70 jaar is om te zorgen voor 10 microgram vitamine D bovenop de algemene aanbeveling van 10 microgram vitamine D per dag.
Mensen met een chronische of ernstige ziekte.
Sommige mensen met een chronische of ernstige ziekte hebben extra vitaminen en mineralen nodig, zoals patiënten met een darmziekte of herstellenden van een zware ziekte of operatie.
In de regel heeft u dus geen extra vitaminen nodig. En zelfs het gezegde ‘baat het niet, dan schaadt het niet’, gaat in dit geval niet op. Sommige vitaminen en mineralen kunnen namelijk wel degelijk schadelijk zijn. Zo kan vitamine A in een hoge dosering tijdens de zwangerschap de ongeboren vrucht beschadigen. Daarom krijgen zwangere vrouwen het advies geen lever te eten, een vleessoort waarin veel vitamine A zit. Ook bij normale gezonde personen is het chronisch innemen van hoge doseringen van vitamine A en D op den duur schadelijk. Ook de ogenschijnlijk onschuldige vitamine C is niet altijd onschadelijk. Een hoge dosis vitamine C (meer dan 4 g per dag) kan nierstenen, misselijkheid en diarree veroorzaken. Overdosering van het mineraal selenium kan leiden tot afwijkingen aan het zenuwstelsel, haaruitval en vermoeidheid.
Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.